Torenhoge gasprijzen en de invasie in Oekraïne zetten de voedselproductie onder druk
Laten we kappen met kunstmest
Torenhoge gasprijzen zorgen ervoor dat de enorm energie-intensieve productie van kunstmest onbetaalbaar wordt, schrijft blogger Louis De Jaeger. De oorlog in Oekraïne zorgt voor nog extra druk. Voor boeren die nu al met het water tot aan de lippen zitten, zou dit wel eens de druppel kunnen zijn.
Torenhoge gasprijzen zorgen ervoor dat de belachelijk energie-intensieve productie van kunstmest onbetaalbaar wordt. (Op de foto: de Yara Belle Plaine kunstmestfabriek in Canada.)
The Cosmonaut / Wikimedia (CC BY-SA 2.5)
De landbouw heeft drie basismeststoffen nodig: stikstof, fosfor en kalium, en een hele resem andere voedingsstoffen. De Duitse wetenschapper Justus von Liebig was een van de eerste die stelde dat kunstmest het geheime recept was om meer opbrengsten te realiseren voor een fractie van de kost. Dit wekte de interesse van mensen met een neus voor zaken en geleidelijk aan ontwikkelde zich de kunstmestbusiness. Liebig besefte later in zijn leven hoe kort door de bocht hij is gegaan en pleitte uiteindelijk voor een natuurlijke landbouw.
Het gebruik van kunstmest is gebaseerd op een valse premisse.
Het kwaad was geschied. De wetenschap werd genegeerd en de businessopportuniteit omarmd. Vandaag hebben we een wereldwijde kunstmestmarkt ter waarde van meer dan 120 miljard euro. Kunstmest is slecht voor de bodem: het doodt bodemleven, verzwakt planten, verzout de bodem en zorgt voor vernietigende uitspoeling.
Ik ken meer dan één boer die ieder jaar meer synthetische meststof moet gebruiken om zijn productie op peil te houden, al gaat die helaas nog steeds achteruit. Kunstmest is slecht voor de boer: het kost bakken geld en haalt alle veerkracht weg uit de bodem.
Kunstmest heeft er – samen met overmatig ploegen en pesticidengebruik – voor gezorgd dat het natuurlijke herstelvermogen van de bodem is verdwenen. Indien de boer de kunstmestrekening niet meer kan betalen functioneert de bodem niet meer en stoppen planten met groeien. Het gebruik van kunstmest is gebaseerd op een valse premisse en dient maar één doelgroep: aandeelhouders van kunstmestfabrikanten, zeker niet de boeren.
Wat vandaag moet gebeuren is een transitie waarbij boeren synthetische meststoffen geleidelijk aan kunnen uitfaseren
We willen naar een circulaire economie, maar ons mestbeleid is allesbehalve circulair. Het is gebaseerd op dure fossiele grondstoffen die bijna op zijn. De oplossing is gelukkig dichterbij dan we denken. Niet alleen de inefficiënte Haber-Bosch methode kan stikstof uit onze atmosfeer halen die hier 78% uit bestaat, ook de natuur kan dit. Honderdduizenden hectares aan proefvelden hebben wereldwijd bewezen dat je met behulp van stikstoffixerende planten en vrij levende bacteriën aan alle stikstofnoden kan voldoen.
Kalium en fosfor worden gemijnd op dikwijls (politiek) gevoelige plekken en deze voorraden geraken stilaan uitgeput. Ondanks de onbezonnen ontginning is het inmiddels wetenschappelijk bewezen dat er op de meeste plekken wereldwijd genoeg kalium, fosfor en andere nutriënten aanwezig zijn in de bodem zelf. Dr. Christine Jones wijst er op dat als er genoeg koolstof én bodemleven aanwezig is, de plant zelf in staat is om alle voorheen niet opneembare voedingsstoffen toch op te nemen. Bioboer Iain Tolhurst en de Zonnekouter uit Zulte bewijzen dit al decennia.
Kunstmest wordt stilaan onbetaalbaar voor boeren. Ermee stoppen is onmogelijk omdat de bodem eraan “verslaafd” is. Wat vandaag moet gebeuren is een transitie waarbij boeren synthetische meststoffen geleidelijk aan kunnen uitfaseren en deze vervangen door een doordacht gebruik van reststromen en groenbemesters, met een grote focus op natuurlijk bodemleven. De boer wordt hier rijker van, de natuur contenter en de consument gezonder.
Louis De Jaeger, landbouw en landschapsarchitect bij Commensalist, deed 8 jaar onderzoek naar wat de toekomst van de landbouw is en schreef hier een boek over: “We eten ons dood”.