Europa verbiedt hormoonverstorende stoffen niet door TTIP-onderhandelingen
Honderden e-mails van de Europese Commissie schijnen nieuw licht op de vraag waarom wetgeving die gevaarlijke pesticiden aan banden moest leggen van tafel verdween. Het komende vrijhandelsverdrag met de VS (TTIP) blijkt een rol te hebben gespeeld.
’Samenzweringstheorieën’. Met die reactie wuifde EU-commissaris Vytenis Andriukaitis (Volksgezondheid) vorige week suggesties weg dat regelgeving voor hormoonverstorende chemicaliën dankzij een industrie-lobby zou zijn stopgezet.
Waarom werkt de Europese Commissie aan criteria?
In 2009 neemt het Europees Parlement samen met de Raad een wet aan die bepaalt dat pesticiden met hormoonverstorende eigenschappen in de EU worden verboden. In die wet staat dat de Commissie voor eind 2013 ‘wetenschappelijke criteria’ moet ontwikkelen om te bepalen welke pesticiden hormoonverstorend zijn. Deze criteria zullen ‘horizontaal’ worden ingezet, en ook worden toegepast binnen andere EU-wetgeving zoals REACH en wetgeving voor waterkwaliteit en cosmetica. De Commissie mist echter de deadline, en presenteert in mei 2014 een plan voor een impactstudie.
‘Ik kom uit de voormalige Sovjet-Unie’, sprak de Litouwse politicus tijdens een congres in Brussel waar multinationals als Coca-Cola en Unilever, maar ook actiegroepen als Greenpeace spraken over hormoonverstoorders. ‘Daar had je dit soort theorieën. Mijn diensten werken echter niet onder één hoedje met economische krachten.’
Honderden e-mails van de Europese Commissie, verkregen door Pesticide Action Network (PAN) via een access-to-documents request, hebben de Commissie in enige verlegenheid gebracht.
De documenten bewijzen dat bij de beslissing van Barroso TTIP een rol speelde.
De documenten, vorige maand door de ngo gepubliceerd, tonen hoe Commissievoorzitter José Barroso in de zomer van 2013 – na maanden van intensief contact met de industrie – de stekker trekt uit criteria die hormoonverstorende pesticiden van de markt moeten halen. De documenten bewijzen dat bij die beslissing internationale handel, en specifiek het EU-VS vrijhandelverdrag TTIP, een rol speelde.
Sinds juli 2013 praten de Europese Unie en Verenigde Staten over het handelsverdrag. Doel is één groot trans-Atlantisch vrijhandelsgebied te creëren. Controversieel daarbij is het ‘harmoniseren’ van regels. Vooral op het gebied van milieu – waar de VS vaak minder bescherming kent – ligt dat in Europa erg gevoelig.
Uit de documenten blijkt dat Catherine Day, de secretaris-generaal van Barroso, op 2 juli 2013 de criteria stopzet. Zij noemt tegenover ambtenaren ‘potentiele gevolgen voor delen van de chemische industrie’ maar ook de impact op ‘internationale handel’ als redenen om de milieuwetgeving te schrappen. De Commissie was wettelijk verplicht eind 2013 de criteria te publiceren (zie kader).
Commissaris Andriukaitis heeft tot nog toe niet inhoudelijk op de documenten van PAN willen reageren.
European Parliament (CC BY-NC-ND 2.0)
Lobby
Wat zijn hormoonverstoorders?
Hormoonverstoorders zijn chemicaliën die het hormonaal systeem ontregelen, en zitten in vele alledaagse producten: cosmetica, plastics, voedselverpakkingen en bestrijdingsmiddelen. Wetenschappers linken blootstelling aan een toename in onvruchtbaarheid, hormoongerelateerde kankers en ontwikkelingsstoornissen als verminderd IQ en autisme. Een recente studie van een gerespecteerde expertengroep schat de extra jaarlijkse zorgkosten in Europa als gevolg van blootstelling op 157 tot 270 miljard euro, 1,23 procent van het totale BNP in de EU. Voor meer info over de producten die hormoonverstoorders bevatten, kan u hier terecht.
In de maanden daarvoor heeft zich, zo tonen de stukken, buiten ieders zicht een ongekende lobby afgespeeld. Het gaat om intensieve correspondentie, maar ook om vele ontmoetingen, tussen industrie en de verschillende EU-ministeries.
Ook de Amerikaanse overheid zette druk.
Lobbyende partijen zijn chemiegiganten als BASF en Bayer, ECPA en CEFIC (belangengroepen van de Europese chemische industrie), maar ook representanten van de Amerikaanse (chemische) industrie zoals CropLife America, ACC en de American Chamber of Commerce. Ook de Amerikaanse overheid zette druk.
TTIP wordt uit de kast gehaald om de criteria – een potentieel obstakel voor vrijhandel – te stoppen. Een consultant, ingehuurd door de Amerikaanse industrie, benadrukt bijvoorbeeld tegenover het secretariaat-generaal dat de criteria niet ‘consistent zijn met de doelstellingen van de TTIP-onderhandelingen’. Dat staat in een email vooruitlopend op een bezoek van een delegatie grote chemische bedrijven uit de VS aan de Commissie. Die ontmoeting vindt plaats op 20 maart 2013.
De Amerikaanse industrie schat dat het EU-verbod op hormoonverstorende pesticiden 65 miljard euro aan import naar de EU in gevaar brengt, waarvan 4 miljard aan Amerikaanse export.
Protestactie tegen TTIP in Brussel, februari 2015.
Global Justice Now (CC BY 2.0)
Impactstudie
Lees ook: Belgische politiek reageert op hormoonverstoorders
AmCham oppert op 26 juni 2013 om eerst een ‘impactstudie’ op te zetten om de economische gevolgen van het pesticideverbod in kaart te brengen. Dat is precies waar Catherine Day zes dagen later in haar brief aan de ambtelijke top opdracht toe geeft, zo blijkt uit de publicaties van PAN.
Die impactstudie loopt momenteel, en duurt zeker tot eind 2016. Met de studie heeft de Commissie nieuwe opties geïntroduceerd (pdf) waar – zo tonen de documenten van PAN – de industrie al in 2013 om vroeg. Zo worden criteria overwogen die rekening houden met zogeheten ‘drempelwaarden’. Dit betekent dat bij lage blootstelling hormoonverstorende pesticiden niet worden verboden. Pikant: Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) bestaan er geen drempelwaarden voor hormoonverstoorders, en kunnen ze al bij lage dosis een risico vormen.
Nederlands Europarlementslid Gerben-Jan Gerbrandy (D66): ‘Ik denk dat Andriukaitis eieren voor zijn geld kiest.’
Sebastiaan ter Burg (CC BY-SA 2.0)
‘Day nog machtiger’
Commissaris Andriukaitis heeft tot nog toe niet inhoudelijk op de documenten van PAN willen reageren. Volgens Nederlands Europarlementslid Gerben-Jan Gerbrandy (D66) is die houding begrijpelijk.
‘Ik denk dat hij eieren voor zijn geld kiest’, zegt Gebrandy. Hij noemt de invloed van Day – nog steeds secretaris-generaal. ‘Haar secretariaat-generaal adviseert nu de vice-voorzitters. Die vice-voorzitters zijn in de Commissie-Juncker allesbepalend. De mensen die verantwoordelijk zijn voor de beslissing uit 2013 zijn alleen maar machtiger geworden. Andriukaitis beseft dat het oprakelen van deze episode voor hem schadelijk kan zijn, en dat er intern niks mee te winnen valt.’
De mensen verantwoordelijk voor de beslissing uit 2013 zijn alleen machtiger geworden.
Volgens Gerbrandy is het overduidelijk dat individuen in de Commissie zich hebben gelieerd met de chemische industrie. Dat gaat niet enkel om Catherine Day, zo tonen de documenten.
Zo laat het Directoraat-Generaal voor de interne markt (DG Entr) in een ontmoeting met BASF weten haar verzet tegen de criteria te steunen, en moedigt aan om te ‘blijven vechten’. In een ander document, een interne mailconversatie, wordt gesproken over manieren om het werk van het Directoraat-Generaal milieu (DG Envi), verantwoordelijk voor de criteria, ‘meer te kunnen beheersen’.
Uit een gelekte versie van de criteria blijkt dat DG Envi – op basis van het voorzorgsprincipe – ook ‘verdachte hormoonverstoorders’ wilde verbieden. Volgens ECPA, zo schrijft ze de Commissie op 23 maart 2013, zou die aanpak zeker zevenendertig pesticiden van de markt halen, producten met een waarde van 3 tot 4 miljard euro.
Ook het landbouwministerie (DG Agri) lijkt de industrie gunstig gezind. ECPA beklaagt zich bij DG Agri dat het milieuministerie niet openstaat voor ‘standpunten van belanghebbenden’. Juncker heeft de bevoegdheid voor de criteria inmiddels verplaatst (pdf) naar volksgezondheid (DG Santé).
Ook opmerkelijk: Al in februari 2013 pleit het EU-handelsministerie (DG Trade), verantwoordelijk voor de TTIP-gesprekken, voor ‘vooruitgeschoven onderhandelingen’ met de Amerikanen over hormoonverstoorders. In maart 2013 laat DG Trade aan BASF weten samen met de VS te willen kijken naar ‘gedeelde regels’ voor hormoonverstoorders, regels die uitgaan van… drempelwaarden.
Het Noord-Amerikaanse hoofdkwartier van BASF in New Jersey.
BASF — We create chemistry (CC BY-NC-ND 2.0)
Controversieel
Een dergelijke samenwerking binnen TTIP zou om meerdere redenen controversieel zijn. Niet alleen is de impactstudie volgens de Commissie leidend bij het bepalen van de criteria, de Commissie stelt (pdf) dat hormoonverstoorders geen onderdeel vormen van de TTIP-gesprekken.
Het Amerikaanse zakenblad Inside U.S. Trade berichtte echter in september 2014 dat een TTIP-samenwerking wel tot stand zou zijn gekomen. ‘Handhavers uit de Verenigde Staten en de Europese Unie zullen in oktober een nieuw pilotprogramma starten met als doel te komen tot een geharmoniseerde aanpak voor het testen van chemicaliën om te bepalen of deze hormoonverstorend zijn, aldus een woordvoerder van het Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA).’
Het huidige Endocrine Disruptor Screening Program van de Amerikaanse EPA staat hormoonverstoorders toe als blootstelling beperkt is; i.e. het gaat uit van veilige drempelwaarden.
De Commissie heeft niet gereageerd op vragen over het pilotprogramma, en wilde daar eerder ook niet op ingaan. De EPA bevestigde echter in maart nog het bestaan ervan tegenover MO*. ‘Samen werken we aan een raamwerk voor samenwerking’, liet een woordvoerder toen weten. ‘We zouden onze data en inschattingen kunnen delen waardoor we meer chemische stoffen sneller kunnen evalueren.’ Sindsdien is op herhaalde verzoeken per email geen reactie meer gekomen.
‘Mag de Commissie zomaar wetgeving te veranderen?’
Volgens Hans Muilerman van PAN tonen de documenten een gang van zaken die – in tegenstelling tot wat Andriukaitis deze week stelde – met recht ‘een samenzwering’ genoemd kan worden. Hij vindt dat de Commissie zo snel mogelijk de pesticide-criteria moet publiceren, en tevens dat de individuen die het proces hebben gefrustreerd ter verantwoording moeten worden geroepen.
‘Catherine Day zou bijvoorbeeld moeten uitleggen waarom ze tot de impactstudie heeft besloten. Hoe ging dit? Was dit via Barroso? En mag de Commissie dus zomaar wetgeving te veranderen?’
In 2014 klaagde Zweden de Commissie aan vanwege het missen van de deadline voor publicatie van de criteria. Het Europees Parlement en de Raad hebben zich daar, in een opmerkelijke stap, begin dit jaar bij aangesloten. Wanneer het Europees Hof de zaak behandelt is nog niet bekend.
Maandag (8 juni) zijn in het Nederlandse parlement naar aanleiding van eerdere publicatie van dit artikel door oneworld.nl Kamervragen gesteld aan Nederlands minister Lilianne Ploumen (Handel en Ontwikkelingssamenwerking).
Ploumen benadrukte toen ‘geen aanwijzingen te hebben’ dat de criteria onder druk van vrijhandelsverdrag TTIP zouden zijn teruggetrokken, en refereerde naar de ontkenning van Eurocommissaris Andriukaitis. Ploumen beloofde het Nederlands parlement er bij de Europese Commissie op aan te dringen zo snel mogelijk de criteria vast te stellen.