‘Klimaatprotest wordt steeds meer onderdrukt’

IPS / The Conversation / Oscar Berglund en Tie Franco Brotto

08 januari 2025
Opinie

Toenemende repressie en criminalisering van klimaat- en milieuprotest

‘Klimaatprotest wordt steeds meer onderdrukt’

Sinds de snelle toename van klimaatprotesten in 2018 is een opvallende reactie ontstaan, schrijven wetenschappers Oscar Berglund en Tie Franco Brotto. Overheden wereldwijd proberen steeds vaker via de wet de protesten te beperken en te criminaliseren.

Klimaat- en milieuprotesten worden in toenemende mate gecriminaliseerd en onderdrukt. In bepaalde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en Australië, heeft deze trend al aandacht gekregen. Maar er waren nog geen pogingen gedaan om het wereldwijde fenomeen in kaart te brengen - tot nu.

Met drie onderzoekers van de Universiteit van Bristol hebben we onlangs een studie gepubliceerd die aantoont dat die repressie een trend is, die het steeds moeilijker maakt om op te komen voor klimaatrechtvaardigheid. We stellen het fenomeen zowel in het mondiale noorden als het zuiden vast, en zowel in democratische als minder democratische landen. Maar er zijn wel verschillende vormen.

In onze studie maken we onderscheid tussen milieu- en klimaatprotesten. In het eerste geval gaat het om campagnes tegen specifieke projecten die het milieu schaden, zoals olie- en gaswinning en pijpleidingen, ontbossing, dambouw of mijnbouw. ​​

Klimaatprotesten hebben dan weer tot doel de klimaatverandering te beperken door de uitstoot van CO2 aan banden te leggen. De protesten hebben de neiging om grotere eisen te stellen aan beleid en politiek. Ze vinden vaak plaats in steden en komen vaker voor in het mondiale noorden.

Vier manieren

De toenemende criminalisering en repressie tegen de protesten kunnen we in vier hoofdvormen onderverdelen.

1. Antiprotestwetten

De invoering van specifieke wetten tegen de protesten geeft de politie meer bevoegdheden om demonstraties te stoppen. De wetgeving voert nieuwe strafbare feiten in, verlengt straffen of schrapt straffen voor wie de demonstranten schaadt. In de landen die we hebben bekeken, vonden we 22 van dergelijke wetten die sinds 2019 zijn ingevoerd.

2. Protest criminaliseren

In dat geval worden wetten die ontworpen zijn tegen terrorisme of georganiseerde misdaad ingezet tegen klimaat- en milieuactivisten. Zo werden in Duitsland leden van de actiegroep Letzte Generation (Laatste Generatie) in mei vorig jaar aangeklaagd voor de ‘vorming van een criminele organisatie’. Het is een wettelijk instrument dat doorgaans gebruikt wordt tegen maffiaorganisaties, en dat nog nooit was toegepast tegen een vreedzame groep.

In de Filipijnen zijn antiterrorismewetten gebruikt tegen milieuactivisten die daardoor niet in staat waren om terug te keren naar hun thuiseilanden.

Protest criminaliseren kan ook betekenen dat de drempel voor vervolging wordt verlaagd, dat activisten de klimaatverandering niet in de rechtbank mogen aankaarten en dat andere gerechtelijke procedures worden gewijzigd om de kans op schuldigverklaringen te vergroten. Een ander voorbeeld zijn gerechtelijke bevelen die door bedrijven kunnen worden ingezet tegen activisten.

3. Strengere ordehandhaving

Dat gaat van aanhouden en fouilleren tot surveillance, arrestaties, geweld tegen demonstranten, infiltratie en bedreigingen. In sommige gevallen gaat het niet alleen om instellingen zoals de politie of de strijdkrachten, maar ook particuliere actoren als beveiligingsfirma’s of georganiseerde misdaad.

Zo wordt de regionale politie in Duitsland ervan beschuldigd samen te werken met een energiegigant (en zijn particuliere brandweer) om demonstranten te verdrijven van kolenmijnen. In Peru worden particuliere beveiligingsfirma’s dan weer op grote schaal ingezet tegen anti-mijnprotesten.

4. Moorden en verdwijningen

Ten slotte worden in de meest extreme gevallen milieuactivisten vermoord. Op basis van cijfers van de ngo Global Witness tonen we aan dat het steeds vaker voorkomt in landen als Brazilië, de Filipijnen, Peru en India. In Brazilië worden de meeste moorden gepleegd door georganiseerde misdaadgroepen, terwijl het in Peru vooral door politiediensten gebeurt.

Protesten nemen toe

Om het wereldwijde beeld van klimaat- en milieuprotesten – en de onderdrukking daarvan – nader te bekijken, gebruiken we de Armed Conflicts Location Event-database. Daaruit blijkt dat klimaatprotesten in 2018-2019 snel zijn toegenomen en sindsdien niet meer zijn verminderd. Ze vormen ongeveer 4% van alle protesten in de 81 landen waar meer dan duizend protestmarsen werden geregistreerd in de periode 2012 tot 2023. Milieuprotesten daarentegen nemen meer geleidelijk toe.

Door vervolgens te zoeken naar trefwoorden in de verslaggeving rond de protesten ontdekten we dat gemiddeld 3% van de klimaat- en milieuprotesten te maken krijgt met politiegeweld en 6,3% met arrestaties. Maar achter deze gemiddelden schuilen grote verschillen, zowel wat de aard van het protest betreft als van de repressie.

In landen als Australië en het VK blijkt het aantal arrestaties heel hoog. Dat heeft te maken met een combinatie van protestgroepen zoals Extinction Rebellion, die vaak actief op zoek zijn naar arrestaties, en politiediensten die sneller geneigd zijn arrestaties te verrichten. Bij ongeveer 20% van de Australische klimaat- en milieuprotesten worden arrestaties verricht, tegenover 17% in het VK. Maar Canada spant de kroon, met 27%.

In landen als Peru (6,5%) en Oeganda (4,4%) komt vaak politiegeweld voor. Ook Frankrijk valt op als Europees land met relatief hoge niveaus van politiegeweld (3,2%) en relatief lage niveaus van arrestaties (ook 3,2%).

Kortom: hoewel criminalisering en repressie er niet overal ter wereld hetzelfde uitzien, zijn er opmerkelijke overeenkomsten. Het fenomeen neemt toe in veel landen, het omvat zowel staats- als bedrijfsactoren en het neemt vele vormen aan.

En die repressie vindt plaats in een context waarin staten geen adequate actie ondernemen tegen de klimaatverandering. Door de activisten te criminaliseren, depolitiseren staten hen. Dat verhult het feit dat deze activisten uiteindelijk gelijk hebben over de toestand van het klimaat en het milieu – en het gebrek aan overheidsactie op die gebieden.

Oscar Berglund is hoofddocent Internationaal Beleid aan de Universiteit van Bristol en Tie Franco Brotto is promovendus aan de School for Policy Studies van de Universiteit van Bristol.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen bij IPS-partner The Conversation.