Jander Van Meerbeek
“‘‘Moet Europa zich herbewapenen?’’
© Frans Berkelaar / PxHere (CC BY 2.0)
© Frans Berkelaar / PxHere (CC BY 2.0)
Al is er nog geen regeerakkoord, over één ding zijn alle partijen het eens: er zal de komende jaren meer geld naar defensie gaan. En de nieuwe Europese Commissie heeft voor het eerst een Commissaris voor Defensie. Moet Europa zich echt herbewapenen, of zijn het financiële belangen en lobbying die de doorslag geven?, vraagt Jander Van Meerbeek zich af.
De Europese Unie heeft zich doorheen haar geschiedenis altijd voorgesteld als vredesproject. De Europese instellingen benadrukken graag hun engagement en verdienste voor vrede op het Europese continent en wereldwijd. Daarvoor werd de Europese Unie in 2012 zelfs beloond met de Nobelprijs voor de Vrede.
Maar sinds de Russische inval in Oekraïne in 2022 hanteren talloze Europese beleidsmakers een nieuw discours. Dat stelt dat we in het Westen de afgelopen decennia naïef waren in onze besparingen op defensie, en dat de nieuwe geopolitieke situatie vereist dat we ons herbewapenen. Zo riep commissievoorzitter Ursula von der Leyen eind februari in een speech voor het Europees Parlement op tot een 'enorme investering in onze industriële defensiecapaciteit'.
Een vaak gehoord argument onder aanhangers van dit herbewapeningsdiscours, zeker met de herverkiezing van Donald Trump, is dat Europa te afhankelijk is van de Verenigde Staten voor militaire bescherming en productie. Zo ging 80% van de 100 miljard euro die tussen 2022 en 2023 door Europese landen militair werd uitgegeven, naar leveranciers van buiten de EU (voornamelijk de VS). Frustraties over die militaire afhankelijkheid in tijden van oorlog op het Europese continent maken dat de uitbouw van een Europese defensie-industrie - zie ook de mededeling van begin maart daarover van de Commissie - een prioriteit is voor de EU.
Militarisering van de EU
Europese actoren stellen de Europese herbewapening voor als een reactie op de Russische inval in Oekraïne in 2022, maar de EU heeft al jaren daarvoor de eerste stappen op het pad van militarisering gezet. Na jaren van besparingen op militaire uitgaven en privatisering van militaire staatsbedrijven na het einde van de Koude Oorlog werden in de eerste jaren van de 21ste eeuw militaire samenwerkingsverbanden, fondsen voor militair onderzoek en voor “versterking van de Europese defensie-industrie” opgezet.
De Russisch-Oekraïense oorlog in 2014 bracht de militarisering van de EU in een stroomversnelling. Zo kwam de Europese Commissie met het European Defence Fund, dat een budget heeft van 9,5 miljard euro voor de periode 2021-2027. Later werden extra fondsen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van nieuwe wapens en technologieën, de levering van militaire hulp aan partnerlanden en de verhoging van de munitieproductiecapaciteit van de EU-wapenindustrie.
Verdere heeft de EU ook de deuren wagenwijd opengegooid voor lobbyisten van de wapenindustrie. Zo organiseerde Thierry Breton, voormalig Eurocommissaris voor de Interne Markt, tal van vergaderingen met de wapenlobby om 'de behoeften van de defensie te bepalen zodat de EU steun op maat kan bieden' (zie ook het ENAAT-rapport From war Lobby to war economy). Ook heeft de militaire industrie veelvuldige contacten met (rechtse) Europese parlementsleden en met Europese agentschappen als Frontex.
Het totale jaarlijkse lobbybudget van de tien grootste Europese wapenbedrijven is bovendien gestegen van 2,8 miljoen in 2010 naar 5,6 miljoen in 2017. Zo had Bayer AG in 2022 14 geaccrediteerde lobbyisten voor het Europees Parlement, bleek uit de ranking van de Europese lobbywaakhond Corporate Europe Observatory. Dat is meer dan bijvoorbeeld Shell en Apple samen.
Hierbovenop komt nog het draaideureffect tussen de militaire industrie en Europese beleidsmakers. Zo kreeg Jorge Domecq, die als hoofd van het European Defense Agency veelvuldige contacten had met de wapenbedrijven waaronder Airbus, na zijn termijn een job aangeboden door – u raadt het wel – datzelfde Airbus. En oud-Eurocommissaris Breton zelf was ooit CEO van ATOS, een informatie- en cyberveiligheidsbedrijf. De Franse anticorruptieorganisatie Anticor waarschuwde bij zijn benoeming tot Europees commissaris voor een groot risico van belangenverstrengeling.
Investeringen in defensie
De macht van de Europese militaire industrie is nog niet te vergelijken met die van zijn Amerikaanse evenknie, maar er is wel sprake van een duidelijke tendens. De winsten en beurswaardes van de grote Europese wapenbedrijven zijn verveelvoudigd en investeringen in wapens zijn sterk genormaliseerd. De nood aan herbewapening lijkt een consensus bij alle belangrijke Europese actoren, over politieke breuklijnen heen.
En dat terwijl het Russische militaire budget (86,4 miljard dollar in 2022 volgens de Sipri-cijfers), zelfs na een gevoelige stijging sinds het begin van de oorlog, totaal in het niets valt bij het totale militaire budget van de NAVO (1190 miljard dollar in 2022) en zelfs niet te vergelijken valt met het totale militair budget van de Europese NAVO-landen (329 miljard dollar in 2022).
Toch hebben alle Europese landen zich geëngageerd om meer te investeren in defensie. Polen wil zelfs 4% van zijn bruto binnenlands product (bbp) uittrekken. In de huidige economische situatie zal dit onvermijdelijk noden tot een besparing op sociale uitgaven, zoals ook Mark Elchardus aanstipte in een interview in Knack. De supernota van formateur Bart De Wever (N-VA) illustreerde dat al.
Natuurlijk kan het Europese militaire budget niet zomaar vergeleken worden met het Russische. Rusland heeft één militair systeem en kan dus efficiënter werken. Maar is er dan, naast meer Europese coördinatie, werkelijk nog nood aan meer militaire uitgaven? Zeker is alvast dat verhogingen van militaire budgetten internationaal zelfversterkend werken. De laatste decennia is er wereldwijd sprake van een wapenwedloop, zo tonen de Sipri-cijfers, die landen aanspoort om meer militair te spenderen.
Vrede door militaire afschrikking?
Het Westen heeft na de val van de Sovjet-Unie een historische kans gemist om de NAVO te ontbinden en samen met Rusland een nieuwe veiligheidsstructuur uit te bouwen, maar de oorzaak van de oorlog in Oekraïne is onomstotelijk de agressie van het Russische regime. Toch is de vraag of een sterke militaire industrie in Europa het instrument is om langdurige vrede te bewerkstelligen, in Oekraïne of elders.
Conflicten zijn voor de militaire industrie niet enkel winstgevend, ze fungeren bovendien als technologisch testterrein voor militaire innovatie. Zo is de hoeveelheid kapitaal die wordt geïnvesteerd om AI te ontwikkelen en te integreren in militaire systemen enorm, zeker in vergelijking met de democratische controlemechanismen. De militaire ontwikkeling van AI wordt momenteel al ingezet in conflicten wereldwijd en doet het risico op conflicten en het potentiële aantal burgerdoden verveelvoudigen.
Opvallend genoeg noemen de Europese actoren zelf het versterken van de internationale competitiviteit van de Europese wapenindustrie als een van hun kerntaken, terwijl Europese defensiebedrijven nu al de helft van wat ze produceren exporteren. Bovendien was bestemming nummer één voor Europese wapens in de periode van 2011 tot 2020 Saudi-Arabië. Draagt dit werkelijk bij tot vrede op het Europees continent en in de wereld?
Aanhangers van het nieuwe militaristische Europese discours verkondigen (eventueel in het Latijn) graag dat 'als je vrede wilt, je jezelf moet voorbereiden op oorlog'. Maar de vele keren dat de mensheid vlak bij totale nucleaire vernietiging stond en de ontelbare doden in het Globale Zuiden tijdens de Koude Oorlog bewijzen dat deze vrede door militaire afschrikking een uiterst riskante strategie is, zeker in een multipolaire wereld.
De weg van de diplomatie
Dit alles is geen oproep tot onmiddellijke stopzetting van militaire productie. Ik kan niet ontkennen dat ik het een aangename gedachte vind dat het Westen, en Europa in het bijzonder, militair afschrikwekkend is, zeker met een Russisch regime dat verveld is van autoritair conservatief naar expansionistisch fascistoïde. Ik doe evenmin een oproep om de militaire hulp naar Oekraïne onmiddellijk stop te zetten. Onderhandelingen met Poetins regime kunnen per slot van rekening niet anders dan een moeizaam en lang proces vormen.
Maar ik geloof wel dat diplomatie de enige mogelijke oplossing is voor dit en andere conflicten, zeker met de recente electorale ontwikkelingen in de VS. Het kan op lange termijn geen oplossing zijn dat we overgaan van ons verbergen achter de nu onbetrouwbare Amerikaanse militaire paraplu naar meelopen in een internationale wapenwedloop. Steeds hogere militaire uitgaven riskeren broodnodige fondsen en focus weg te houden van sociale kwesties en diplomatie.
Of we het nu willen of niet, we zullen moeten kiezen tussen de economische belangen van de Europese militaire industrie en vrede door diplomatie, onderhandelingen en internationale samenwerking.
Jander Van Meerbeek is antropoloog met interesse in de thema's democratie, militarisering, gender en activisme.