Oud-strijders van guerillabeweging FARC nemen camera’s ter hand
Fotograferen voor de vrede in Colombia
© Ynske Boersma
© Ynske Boersma
Een collectief van oud-strijders van de Colombiaanse guerrillabeweging FARC verruilde zijn wapens voor camera’s om het vredesproces zichtbaar te maken en zo bij te dragen aan verzoening. Met workshops in fotografie en video in de Colombiaanse conflictgebieden brengt het ex-guerrillero’s, slachtoffers én hun kinderen bij elkaar om een zaadje voor de vrede te planten.
‘Camera’s, klaar? Eén, twee, drie, actie!’
Vijf jongeren beginnen te filmen. Presentator Ángel, een bedeesde tiener met een brilletje, weifelt.
De 22-jarige Linda schiet hem te hulp. ‘Nu moet je zeggen: “Vandaag zijn we met”, en stel je de geïnterviewde voor’, legt ze hem uit. Ángel, nu met iets meer zelfvertrouwen, richt het woord tot ex-guerrillastrijdster Nidia Arcila, beter bekend als ‘Casika’, een bijnaam die stamt uit haar guerrillatijd.
‘Vandaag zijn we met Casika. Jij was een van de ondertekenaars van het vredesakkoord in 2016. Welke uitdagingen ervaar je bij het verloop van het vredesproces?’ Casika, sinds het neerleggen van de wapens actief als politiek en gemeenschapsleider, vertelt: ‘Een van de problemen waar-mee ondertekenaars van het akkoord geconfronteerd worden, is de stigmatisering van ex-guerrillero’s en de systematische moorden op inmiddels meer dan 430 oud-strijders. We worden vermoord omdat we anders denken.’
Ontwortelde kinderen
We zijn in Neiva, in het Zuid-Colombiaanse departement Huila. De tropisch warme stad aan de Magdalenarivier is het toneel van een zogenoemde Semillero de Paz, ofwel een ‘Broedplaats voor Vrede’. Tijdens deze vijfdaagse workshop zetten 25 cursisten hun eerste stappen in film en fotografie en leren ze om het Colombiaanse vredesproces zichtbaar te maken met hun camera’s. Het idee erachter is ‘Fotografie voor de vrede’.
De cursisten krijgen les over de inhoud en uitvoering van het vredesakkoord – waar een meerderheid van de Colombiaanse bevolking tijdens een referendum in 2016 tegenstemde, uit rancune of onwetendheid over meer dan een halve eeuw van intern conflict – en krijgen een stoomcursus fotograferen, filmen en editen van professionele fotografen en filmmakers. Vervolgens gaan de cursisten aan de slag met projecten die elk een ander aspect van het voormalige Colombiaanse conflict belichten.
De workshop is een initiatief van Colectivo Miradas (‘blik’ of ‘kijk’ in het Spaans), een collectief van oud-strijders van de FARC (Fuerzas Armadas Revolucionarias de Colombia) die na het tekenen van het vredesakkoord hun wapens verruilden voor camera’s. Sinds 2021 organiseert het collectief workshops in de regio’s die het meest geleden hebben onder het gewapend conflict met de FARC. De workshops brengen uiteenlopende bevolkingsgroepen bij elkaar: van ex-guerrillero’s tot slachtoffers van diezelfde guerrilla, leden van inheemse, boeren- en afrogemeenschappen, en leiders van burgerorganisaties.
De meeste cursisten zijn jongeren, onder wie de zonen en dochters van guerrillero’s en andere kinderen die opgroeiden tijdens de burgeroorlog.
© Ynske Boersma
‘Rood staat symbool voor het bloed dat we vergoten hebben, wit vertegenwoordigt onze onophoudelijke strijd voor vrede, en groen staat voor de bossen die ons gebied bedekken.’Jimena
De meeste cursisten zijn jongeren, onder wie de zonen en dochters van guerrillero’s en andere kinderen die opgroeiden tijdens de burgeroorlog. Jimena (28), Britny (15) en Tatiana (18) groeiden alle drie op met de guerrilla. Britny werd geboren in de jungle, als dochter van twee guerrillastrijders. Tatiana is slachtoffer van dezelfde guerrilla. En Jimena is de dochter van een boerenleider en militant van de FARC, die na het vredesakkoord de wapens opnam als dissident.
Alle drie zijn ze ontheemd door het gewapend conflict. Het onderwerp van hun fotoserie is daarom ‘ontworteling’. Tatiana vluchtte twaalf jaar geleden uit haar inheemse reservaat in het departement Cauca. ‘FARC-leden kwamen aan onze deur en eisten van mijn vader dat hij een van zijn kinderen aan de guerrilla moest geven’, vertelt Tatiana terwijl ze een groene sjaal van wol haakt. ‘Maar mijn vader weigerde en daarom vluchtten we naar El Huila.’
De sjaal die Tatiana maakt verwijst naar de thuis die ze moest achterlaten als gevolg van het guerrillageweld. ‘We willen de foto’s omlijsten met iets dat afkomstig is uit onze leefomgeving, symbool voor onze ontworteling’, legt haar groepsgenoot Jimena uit. ‘We maken een groene fotolijst met een gehaakte rugzak in wit en rood. Het zijn de kleuren van onze vlag: rood staat symbool voor het bloed dat we vergoten hebben, wit vertegenwoordigt onze onophoudelijke strijd voor vrede, en groen staat voor de bossen die ons gebied bedekken.’
Tatiana laat de omlijste foto's zien, gemaakt door Jimena.
© Ynske Boersma
Gebrekkige uitvoering van het vredesakkoord
Acht jaar na de ondertekening van het akkoord is de vrede nog steeds ver te zoeken in grote delen van Colombia. Jimena moest enkele maanden geleden haar boerengemeenschap in het aangrenzende departement Caquetá ontvluchten. Jimena wordt bedreigd door de afsplitsingen van de FARC die sinds het vredesakkoord de scepter zwaaien in het gebied waar ze opgroeide. ‘De guerrilla is altijd aanwezig geweest in El Pato, het reservaat waar ik vandaan kom. Het is de plek waar de guerrilla ontstaan is (in de jaren ’60, red.). Sinds het vredesakkoord vechten nieuwe groepen er om controle over het gebied dat de FARC achterliet. We leven tussen vuurgevechten en massamoorden, en gedwongen ontheemding. Gisteren stapte een meisje van negen op een landmijn. Ze raakte haar onderbeen kwijt.’
De belangrijkste oorzaak voor de heropleving van het geweld is de gebrekkige uitvoering van het vredesakkoord. Uit het jaarlijkse rapport van het Kroc Instituut voor Internationale Vredesstudies dat het akkoord overziet, blijkt dat nog geen derde van de afspraken is uitgevoerd. De ontwikkeling van rurale gebieden en een eerlijkere verdeling van landbouwgrond, een van de belangrijkste punten uit het akkoord, staat nog steeds in de kinderschoenen. Ook van het eerherstel van ontwapende FARC-strijders is weinig terechtgekomen. Na acht jaar hebben zij nog steeds geen toegang tot land of productieve projecten om een nieuw leven op te bouwen. Uit onvrede over de situatie hebben vele voormalige strijders de wapens weer opgepakt.
Jimena’s vader, voor het vredesakkoord een ‘militieman’ van de FARC, voegde zich ook bij een afsplitsing. ‘Na het vredesakkoord werkte hij met een vereniging van lokale boeren om het gebied te ontwikkelen door gewassen te verbouwen, land te bewerken, nieuwe huizen te bouwen. Onder zijn leiderschap bloeide de omgeving op, maar met de komst van de pandemie veranderde dat en namen de guerrilla’s de controle over. ‘Drie jaar geleden kwam hij om bij een bombardement’, vertelt Jimena terwijl ze haar tranen wegveegt. ‘Het is mijn vader die me inspireert om te blijven studeren en te strijden voor gelijkheid. Ik wil zijn nalatenschap voortzetten met een andere benadering. Meer vanuit sociaal werk, en met een focus op rurale ontwikkeling. Hopelijk kan ik ooit terugkeren naar mijn woongebied.’
Ook de vijftienjarige Britny moest haar dorp Algeciras verlaten. Ze woonde er sinds haar ouders het vredesverdrag ondertekenden. ‘Ik maak me zorgen om hen. Mijn moeder ontvangt bedreigingen en ik ben bang dat ze beiden vermoord worden’, zegt de jongste deelnemer aan de workshop.
Voor de fotoserie maken de drie meisjes portretfoto’s van elkaar, hun ogen bedekt met bladeren voorzien van zwarte kruisen. ‘De foto’s verbeelden het verloren gevoel van ontheemd zijn’, zegt Jimena. Hoe kan fotografie bijdragen aan het maken van vrede? ‘Fotografie is het vastleggen van herinneringen’, zegt Jimena. ‘We kunnen er de schade zichtbaar mee maken, maar ook de goede dingen die kunnen voortvloeien uit verandering. Wij willen vrede, dat is onze boodschap en de reden waarom we hier zijn.’
Oefening in verzoening
In de eerste vier jaar na het vredesakkoord werden ruim 250 ondertekenaars ervan vermoord. 77 in 2019 en 73 in 2022, wat die jaren de meest dodelijke maakt. Om de uitvoering van het vredesakkoord en garanties voor hun levens te eisen, organiseerden meer dan duizend oud-strijders in 2020 een protestmars naar de hoofdstad Bogota.
‘Tijdens die protestmars zag Collectief Miradas het licht’, vertelt Gina Parra, een van de oprichters. ‘Het oorspronkelijke idee was om het vredesproces met fotografie zichtbaar te maken. We hebben zoveel foto’s van voor en na het akkoord en vroegen ons af waarom we die niet zouden verzamelen op een Instagramaccount. Daarop deden we een oproep naar fotografen in alle regio’s waar de ondertekenaars van het akkoord werken aan processen van re-integratie.’
Een jaar later kreeg dat idee vastere vorm met een workshop van Federico Ríos en Jesús Abad Colorado, twee van Colombia’s meest gerenommeerde fotografen die beiden jarenlang het conflict hadden vastgelegd. ‘Wij vroegen Ríos om ons een fotografiecursus te geven. Daar ging hij mee akkoord onder voorwaarde dat de workshop voor de gemeenschap zou zijn, en niet alleen voor de ondertekenaars van het vredesakkoord. Een geweldig idee. Zo begonnen we sponsors te zoeken om die ontmoeting mogelijk te maken’, vertelt Parra in Bogota.
Met steun van de Europese Unie, dat met het Fonds voor de Vrede bijdraagt aan de re-integratie van oud-FARC-soldaten, en van de Verenigde Naties, organiseerde het collectief in 2021 in het departement Cesar de eerste workshop fotografie voor de vrede. Sindsdien groeide het collectief uit tot de huidige stichting die met workshops in de verschillende conflictregio’s fotografen opleidt om de uitvoering van het vredesproces vast te leggen.
‘Het collectief is een vorm van verzet tegen de individualistische maatschappij’, zegt Parra. ‘Het is een oefening in vrede en verzoening. Dat gaat veel verder dan een foto van een omhelzing. Verzoening is het mogelijk maken dat verschillende werelden elkaar ontmoeten, naar elkaar luisteren en elkaar begrijpen, en hun twijfels en gedachten uitspreken. Verzoening is dat slachtoffers naar de workshops komen en zeggen: “Luister, jullie hebben mijn oom ontvoerd, maar toch zijn we hier, verenigd door onze passie voor de camera”.’
© Ynske Boersma
Nieuwe hoop
Een belangrijke pijler van het vredesakkoord is de zoektocht naar de vermisten van het conflict. Ook daar wil het collectief aan bijdragen. Een van de fotodocumentaires belicht daarom de zoektocht van moeder Esperanza naar haar dochter, Anyi Bravo Moreno. Het meisje sloot zich in de jaren ’90 op 16-jarige leeftijd aan bij de FARC. Enkele jaren later raakte Esperanza het contact met haar dochter kwijt. Na het sluiten van het vredesakkoord was Esperanza een van de duizenden moeders die hoopvol wachtten op de terugkeer van hun kinderen uit de jungle waarin ze vele jaren voorheen verdwenen waren.
Maar Anyi, door haar moeder ‘Cuncia’ genoemd, was daar niet bij. Esperanza begon aan een zoektocht. Ontwapende FARC-commandanten brachten haar het slechte nieuws dat Anyi zou zijn omgekomen in een gewapende confrontatie. ‘Een andere versie van het verhaal luidde dat Anyi zwanger was en vermoord zou zijn omdat ze weigerde het kind te laten weghalen’, vertelt Esperanza in haar huiskamer in de stad Neiva.
Nidia ‘Casika’ Arcila besloot daarom voor deze workshop een ontmoeting tussen Esperanza en de Eenheid voor de Zoektocht naar Verdwenen Personen op te zetten. Dat staatsorgaan zoekt naar vermiste personen in Colombia. Esperanza vertelt over de laatste keer dat ze Anyi zag en laat brieven van het meisje zien. Ex-guerrillera Casika kende Anyi, die zich op ongeveer dezelfde leeftijd aansloot bij de FARC, en haalt herinneringen op.
Terwijl Esperanza in tranen alleen maar vraagt om een mooie begrafenis voor haar dochter, maken de cursisten foto’s. De ontmoeting geeft Esperanza (Spaans voor ‘hoop’) nieuwe hoop om de resten van Anyi te vinden. ‘Zou de dag nu snel komen?’, vraagt ze bij het afscheid. Casika omhelst haar. Zei Gina Parra niet eerder dat verzoening meer is dan een foto van een omhelzing?
Esperanza met een foto van haar dochter Anyi.
© Ynske Boersma
Blijven werken aan vrede
Fotografie is de gemene deler die oud-strijders en slachtoffers bij elkaar brengt voor deze workshop. Maar die scheiding tussen dader en slachtoffer blijkt een grijs gebied. Wat de deelnemers met elkaar verbindt, meer dan fotografie, is een gevoel van pijn, het leed dat iedereen op de een of andere manier probeert te verwerken. Casika is één van hen. Op 13-jarige leeftijd vroeg ze zelf aan de guerrilla in haar geboorteregio Putumayo om haar mee te nemen. ‘Waarom? Omdat ik van kleins af aan hard moest werken: koken, coca plukken, cassave verbouwen. Niemand keek naar me om.’ In de guerrilla leerde ze een andere realiteit kennen en vond ze haar identiteit. ‘Ik leerde dat we niet arm waren omdat God dat wilde, maar omdat we beroofd werden.’
Casika leerde er haar levenspartner kennen, een FARC-commandant met wie ze twee kinderen kreeg. Die moest ze gedwongen naar haar familie sturen, omdat kinderen in de jungle niet waren toegestaan. ‘Een privilege dat we dankzij de vrede hebben herwonnen’, zegt ze. Sinds haar ontwapening woont ze weer samen met haar twee zoons. Maar Casika heeft ook veel moeten opgeven. Twee jaar geleden werd haar partner vermoord. Na het vredesakkoord was hij actief als leider bij de re-integratie van FARC-strijders in de maatschappij. ‘De vrede heeft me mijn kameraad afgenomen’, zegt ze. ‘Dat doet veel pijn.’
Terug naar het interview van presentator Ángel met Arcila. ‘Welke boodschap wil je aan de gemeenschap geven?’ luidt de slotvraag van de tiener. ‘Dat we blijven inzetten op het vredesproces’, antwoordt Casika. ‘De dialoog is de enige weg uit het conflict. Oorlog is geen oplossing. Laten we blijven werken aan vrede, en aan een land waarin plaats is voor iedereen.’
Deze reportage werd geschreven voor de MO*special over bouwen aan duurzame vrede. Dit extra nummer kwam er in samenwerking met onze lidorganisatie Search for Common Ground.
Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in