Dit moeten de zeven groene werven worden van de volgende Europese regering

Analyse

Experts wikken en wegen de toekomst van het Europese klimaatbeleid

Dit moeten de zeven groene werven worden van de volgende Europese regering

Kasper Nollet

02 september 202415 min leestijd

Een nieuwe Europese Commissie onder leiding van Ursula von der Leyen is in de maak. Wat nu al vaststaat, is dat de Eurocommissaris belast met Klimaat en Energie durf en veelzijdigheid zal moeten tonen. Enkele experts wikken en wegen voor MO* de drempels, maar ook de kansen van het Europese klimaatbeleid.

De herverkiezing van Ursula von der Leyen tot voorzitter van de Europese Commissie betekende dan toch geen grote stap achteruit op het vlak van klimaatbeleid. De laatste maanden van Von der Leyens eerste bestuursperiode waren nochtans getekend door grote boerenprotesten. Even leek het politieke draagvlak voor groen beleid totaal zoek. Maar grote delen van Europa kreunden deze zomer alweer onder de felle hitte en bossen stonden opnieuw in vuur en vlam.

Binnenkort gaat de nieuwe Europese Commissie aan het werk. Eerder deze zomer werd Von der Leyen herverkozen als Commissievoorzitter door het Europese Parlement. In haar 'Strategische Richtlijnen' voor de komende bestuursperiode maakte Von der Leyen van Klimaat nog steeds een speerpunt. Een klimaatneutrale Europese Unie tegen 2050 blijft prioriteit. En dat niet alleen: ze zet die ambitie kracht bij door de eerder geuite ambitie te herbevestigen om de CO2-uitstoot tegen 2040 met 90% te doen dalen.

  • Een nieuwe 'Clean Industrial Deal' moet bedrijven helpen en stimuleren om duurzame energiebronnen te gebruiken en duurzamer te produceren.

  • Tegen 2040 een de uitstoot van broeikasgassen beperken met 90% ten opzichte van 1990.

  • Energieprijzen voor consumenten doen dalen.

  • Mobiliteit tussen EU-landen goedkoper en duurzamer maken. Dat moet gebeuren met onder meer een uniform Europees treinticket.

  • Een 'Circular Economy Act' om de vraag naar tweedehandsmateriaal aan te zwengelen en een eenheidsmarkt voor rest te creëren. 

  • Een groter budget voor onderzoek en innovatie, in het bijzonder in het domein van groene technologie. 

  • Strategische plannen ontwikkelen om lidstaten voor te bereiden op de gevolgen van de klimaatverandering en hoe ermee om te gaan. 

  • Een Sociaal Klimaatfonds ter waarde van 86 miljard euro opzetten. Dat fonds moet kwetsbare burgers en kleine bedrijven ondersteunen in de energietransitie.

Toch liggen er nog grote klimaatwerven open. MO* liet enkele experts er daar zeven van wikken en wegen. 

1. De prioriteiten stellen

Dat Von der Leyen de Green Deal alles behalve loslaat, noemt Yelter Bollen van Bond Beter Leefmilieu (BBL) een welgekomen verrassing. 'Er is geen weg terug meer, en dat zou ook ons land nu begrepen moeten hebben.'

De Europese Green Deal is in feite een heel breed pakket van wetten, maatregelen en ambities. Waar moet in de volgende bestuursperiode dan de klemtoon op liggen? 'Sinds de formele lancering van de Green Deal in 2019 heeft Europa een lange weg afgelegd', steekt Chiara Martinelli, directeur van Climate Action Network Europe (CAN Europe) van wal. 'De voorbije vier jaar waren een periode van ongekend veel wetgeving.' 

'Er is niet alleen nood aan meer maar vooral ook betere regelgeving, die is afgestemd op de noden van de transitie.'

Toch werd een groot deel van die wetten nog niet uitgevoerd of formeel aangenomen.

Er moet nog meer wetgeving volgen, vindt Nicolas Berghmans van de Franse energiedenktank Institute for Sustainable Development and International Relations (IDDRI). 'Als je de originele Green Deal bekijkt, merk je dat de Commissie veel van de geplande ambities losliet. Zelfs wetten die op de agenda stonden, liet ze gewoon liggen, zoals een wetsvoorstel voor het duurzaam opslaan van voeding.'

Volgens Berghmans ligt er op dit moment ook amper nieuwe wetgeving op tafel. 'De focus lijkt te liggen op het implementeren – in het bijzonder door de lidstaten zelf – van de al doorgevoerde wetten.' Daar mag het niet bij blijven, vindt hij, zeker wat landbouw en voeding betreft. 

Bollen beaamt: 'Rond afvalstoffenbeleid, biodiversiteit en landbouw zijn te veel initiatieven teruggeschroefd. Er is niet alleen nood aan meer maar vooral ook betere regelgeving, die is afgestemd op de noden van de transitie.'

Maciej Jakubik van de Poolse denktank Forum Energii vindt daarentegen dat Europa best vermijdt om nog grote wetgevende initiatieven te nemen. Veel belangrijke wetten liggen er volgens hem al. En grote wetten zorgen doorgaans voor eindeloos politiek gesteggel. 'Dat vertraagt de zaken. Wat nodig is, zijn doelgerichte correcties of amendementen aan bestaande initiatieven. Dat is efficiënter, want vaak bestaan er nog lacunes.'

2. De EU-lidstaten aan het werk zetten

Met de oprichting van de energie-unie zette de Europese Unie in op meer onafhankelijkheid in de energiebevoorrading. Maar in haar verslag van 2023, waarin de Commissie voor het eerst de klimaatplannen van de lidstaten en hun vooruitgang doorlichtte, was ze zelf kritisch. Lidstaten zouden 'aanzienlijke afwijkingen van de collectieve klimaatstreefcijfers van de EU' vertonen. 

'Ook al zijn lidstaten niet altijd te vinden voor Brusselse bemoeizucht, toch ligt de oplossing grotendeels bij meer Europese sturing.'

Waarom loopt de implementatie van de wetgeving door lidstaten zo stroef? 'De nationale politieke context en de binnenlandse prioriteiten steken soms stokken in de wielen', legt Martinelli uit. 'Ook al zijn lidstaten niet altijd te vinden voor Brusselse bemoeizucht, toch ligt de oplossing grotendeels bij meer Europese sturing.'

Europa volgt het beleid van de lidstaten al uitvoerig op. 'Het belangrijkste gereedschap dat het daarvoor heeft, is de controle van nationale wetgeving en energieplannen', vertelt Jakubik. 'Binnen de energie-unie moeten lidstaten frequent hun Nationale Energie- en Klimaatplannen (NECP) inleveren aan de Commissie. Wanneer een lidstaat bijvoorbeeld niet voldoet aan bepaalde regelgeving, kan de Commissie een klacht opstellen en een onderzoek openen.'

Maar enkel controleren is niet genoeg. Europa moet de lidstaten ook actief begeleiden met het vormgeven van klimaatbeleid, vindt Martinelli van CAN Europe. 'De Commissie zou bijvoorbeeld werk kunnen maken van een Groene Adaptatiewet, zodat lidstaten een praktisch handvat krijgen om hun klimaatadaptatiebeleid vorm te geven.' 

Ook financiële impulsen kunnen sturend werken. 'Binnenkort onderhandelen de lidstaten weer over de volgende meerjarenbegroting, wat een instrument kan zijn om bepaalde initiatieven financieel aan te moedigen', vindt Martinelli. 'Je zou aan bepaalde budgetten en fondsen voorwaarden kunnen koppelen voor een sociale en groene insteek.'

Het Europese Herstelfonds, een pakket van 750 miljard euro dat werd opgezet in het zog van de coronacrisis, liet zien dat dat kan werken, vindt Martinelli. 'Dat was gericht op herstel van economieën, maar het stelde ook verschillende duurzaamheidsvoorwaarden op voor de wijze waarop lidstaten hun herstelbeleid uitvoeren. Het was een enorm doeltreffende manier om een bepaald beleid uit te lokken.'

3. Fossiele brandstoffen aanpakken met de wortel en de stok

In 2022 deelde de Europese Unie naar schatting 123 miljard euro aan subsidies uit aan de fossiele brandstoffensector, zo staat te lezen in het verslag van 2023 van de Commissie over energiesubsidies. Dat was een stijging ten opzichte van het jaar ervoor (56 miljard euro), als gevolg van de energiecrisis. Cijfers van 2024 zijn er nog niet, maar CAN Europe denkt dat die subsidies kunnen dalen tot 78 miljard euro dit jaar, op basis van schattingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). 

'De Commissie geeft signalen over de uitfasering van fossiele subsidies, maar er moet een concrete stopdatum komen', vindt Martinelli. Voor een deel van de geplande subsidies is die stopdatum er immers nog niet. Maar 47% (58 miljard euro) van de totale subsidies (123 miljard euro) in 2022 had een geplande einddatum vóór 2025, blijkt uit gegevens van de Unie.

Daarnaast is er voor ongeveer 1% (1,7 miljard euro) van de subsidies een einddatum op de middellange termijn (2025-2030) vastgelegd.

Voor de resterende 52% (64 miljard euro) is die einddatum er nog niet, of pas na 2030. Voorlopig worden deze subsidies nog steeds jaarlijks uitgedeeld voor onbepaalde duur. 

Martinelli pleit er niet alleen voor de subsidies te schrappen, maar wil ook de belastingen op de sector omhoog zien gaan. 'De energietransitie moet een rechtvaardige transitie zijn, de vervuiler moet betalen.' Maar Jakubik van Forum Energii noemt dat 'politiek gezien aartsmoeilijk. Ook voor belastinghervormingen is unanimiteit nodig.'

Meer belastingen opleggen aan vervuilende industrie is moeilijk vanuit Europa. Zulke wetgevende initiatieven raakten in het verleden moeilijk van de grond door politieke onenigheid. 

Een voorbeeld daarvan is de zogenaamde Richtlijn Energiebelastingen (of de Energy Taxation Directive). Die bestaat al sinds 2003 en legt minimumbelastingen vast voor verschillende energiebronnen. Een uitbreiding van de richtlijn stond op de agenda van de afgelopen legislatuur, maar er kwam niets van in huis. 

Die uitbreiding maakte deel uit van het Fit-for-55-pakket, een reeks wetten en initiatieven die voor 55% reductie in uitstoot moeten zorgen tegen 2030. 'Maar door de politieke gevoeligheid vergaarde de Richtlijn Energiebelastingen stof', zegt Martinelli. Bovendien maakte Von der Leyen er in haar richtlijnen geen opening voor. De kans lijkt niet groot dat die er nog komt, terwijl dat volgens Martinelli een wereld van verschil kan maken.

'Behalve de stok kan je ook de wortel aanreiken', vindt Berghmans. 'De hoge kap op emissierechten heeft soms een averechts effect. We kunnen ook decarbonisering aanmoedigen met gerichte sponsoring onder voorwaarden.' Dat gaat volgens hem niet enkel op voor de fossiele brandstoffensector, ook voor bedrijven in het algemeen. Dat brengt ons bij de vierde werf.

4. Bedrijven mee op de kar doen springen

Bedrijven meekrijgen in het klimaatbeleid is allesbehalve een sinecure. Het Science Based Target Initiative (SBTI), een initiatief van internationale ngo's dat werd opgericht na de klimaattop van Parijs in 2015, wil bedrijven helpen om wetenschappelijk onderbouwde klimaatdoelen op te stellen en die na te komen. Maar volgens De Standaard trokken sinds de aanvang van het initiatief al meer dan 500 bedrijven hun doelstellingen alweer in. 

'Gelukkig schudde, als geluk bij een ongeluk, de oorlog in Oekraïne ons continent wakker', vindt Martinelli. 'Een argument voor de energietransitie was voordien al dat die Europese bedrijven competitiever kan maken. Nu is daar een geopolitiek argument bij gekomen: het kan Europa onafhankelijker en veiliger maken.'

Maar hoe krijg je de bedrijven mee? 'Alles begint bij een vlot regelgevend kader en financiële aanmoedigingen', vindt Jakubik. Hij wijst op de uitrol van de Verordening voor een Nettonulindustrie (ofte Net-Zero Industry Act), die regelgeving moet versoepelen voor bedrijven met een groene aanpak en die de competitiviteit en marktpositie van die bedrijven een duw in de rug moet geven met gericht beleid. 

Dat moet dan, opnieuw, gebeuren met subsidies. 'Daar zou volgens Von der Leyen het zogenaamde Clean Industrial Fund aan worden gekoppeld', voegt Berghmans toe. Met dat speciale fonds wil de Commissie de Verordening voor een Nettonulindustrie financiële slagkracht geven. 'Maar aangezien de volgende meerjarenbegroting nog moet worden afgesloten, zijn de sommen in dit fonds nog een groot raadsel.'

Het wordt uitkijken naar de sommen die de lidstaten bereid zijn om op zich te nemen in de volgende meerjarenbegroting. Het Parijse Institute for Climate Economics berekende dat in 2022 de groene investeringen in de EU met 9% stegen, tot 407 miljard euro. Maar om de Europese klimaatdoelen voor 2030 te halen, moeten de jaarlijkse investeringen meer dan verdubbelen.

Investeren in groene energie en duurzame productie moet in ieder geval commercieel interessant zijn, anders haken bedrijven af. 'Als Europa de markt niet zelf financieel beïnvloedt, zullen veel bedrijven vertrekken. Dat gebeurde bijvoorbeeld al toen de VS de Inflation Reduction Act invoerden', aldus Jakubik.

5. Een duurzaam en sociaal antwoord bieden op de landbouwkwestie

De uitstoot verminderen in de landbouwsector is een van de heetste hangijzers binnen de Europese politiek. De massale boerenprotesten beheersten maandenlang de actualiteit in 2024. 'Het is misschien wel het meest gevoelige dossier rond klimaat en milieu', denkt Bollen.

‘De gewone boer wordt nog steeds fijngeknepen, terwijl vooral de grote spelers de middelen opstrijken.'

Een eerste werkpunt in het Europese beleid zijn de geldstromen die vanuit Europa naar de landbouwsector stromen. 'Na decennia van Europees landbouwbeleid zijn de structurele problemen nog steeds de wereld niet uit’, gaat hij verder. ‘De gewone boer wordt nog steeds fijngeknepen, terwijl vooral de grote spelers de middelen opstrijken.'

Want binnen het Eengemaakte Landbouwbeleid van Europa, dat is het financiële en regulerende raamwerk voor landbouwsubsidies, gaat 80% van de subsidies naar slechts 20% van boerderijen. De voorwaarden voor Europese subsidies spelen in het voordeel van grote bedrijven en conglomeraten. Met 387 miljard euro aan subsidies voor de periode 2021-2027 is het een van de grootste geldpotten uit de Europese begroting. 

'Die scheeftrekking moet recht, maar dat zal een politieke uitdaging worden', weet Martinelli. 'De landbouwlobby is zeer invloedrijk, en zeker binnen veel nationale politieke contexten is er maar weinig draagvlak voor.' 

Bollen wijst dan weer op de organisatie van het landbouwbeleid. Want ook de productieketen van waaruit vertrokken wordt, zit volgens hem fundamenteel verkeerd. 'Wij importeren soja uit het buitenland, om gesubsidieerde varkens te voederen die we vervolgens exporteren naar China. Dat is redelijk waanzinnig.'

'De landbouwsector zit in een fuik die niet duurzaam is en economisch weinig steek houdt. Productie moet ecologischer en in sommige gevallen dus lokaler. De kleine spelers moeten eerlijker worden verloond.' Dat evenwicht vindt Bollen niet terug in de richtlijnen van Von der Leyen.

6. Het groene verhaal goed verkopen

Is er voldoende draagvlak voor groen beleid? Als we de meest recente Eurobarometer mogen geloven wel. Driekwart van de Europeanen (78%) gaat akkoord met de stelling dat milieu en klimaatkwesties hun dagelijks leven beïnvloeden. Vier op de vijf (84%) vindt daarom dat Europese wetgeving nodig is om het milieu en het klimaat te beschermen.

Toch scoorden de meeste groene partijen in Europa ondermaats bij de Europese verkiezingen in juni. 'Mensen liggen wakker van hun dagdagelijkse levenskwaliteit. Ze leggen de link niet met het klimaat', verklaart de Oostenrijkse groene politica Lena Schilling, het jongste zetelende Europarlementslid, het verkiezingsresultaat. 

'De klimaatverandering heeft wel degelijk impact op de levenskwaliteit. Veel mensen voelen de impact van de klimaatcrisis vandaag al. Bovendien zijn er talloze economische en sociale argumenten voor de groene transitie. Denk alleen al aan de jobmogelijkheden', vertelt Schilling. 'Eigenlijk is dat een klare boodschap. Het is een uitdaging om dat verhaal verkocht te krijgen.'

Hét narratief dat de groene beweging de komende jaren moet brengen, vindt Martinelli, is dat de groene transitie rechtstreeks moet samengaan met het wegwerken van grote economische en sociale ongelijkheid. Een stap in de goede richting binnen de Europese Unie, zegt ze, is het Sociaal Klimaatfonds, van 86 miljard euro. Dat fonds moet kwetsbare burgers en kleine bedrijven ondersteunen bij de energietransitie. 'Maar het is niet genoeg en de werking van dat fonds is nog weinig concreet.'

7. Holistisch te werk gaan

De energietransitie vraagt dus stimulering van bedrijven, de afremming van bepaalde sectoren en een verhaal dat goed wordt verkocht. 'Maar om echt de omslag te maken, moet ons economisch model in zijn totaliteit worden herdacht', vindt Martinelli.

Een circulair economisch model is de belangrijkste werf, zegt ze. Daarbij moeten recyclage, duurzame productie en nieuwe consumptiepatronen centraal staan. 'Want ook ons consumptiemodel moet duurzamer worden.'

'De groene transitie moet geen surrogaat zijn voor het model dat ons klimaat jarenlang beschadigde. We moeten zoeken naar een duurzamer model, waarbij de massaconsumptie beteugeld en begrensd wordt.' Voor het eerst ziet ze dat de richtlijnen van Von der Leyen zo'n circulariteit aanstippen als actiepunt. ‘Een positieve ontwikkeling.' 

Een circulaire economie biedt grote kansen voor het Europese bedrijfsleven, denkt ook Jakubik. 'Europese bedrijven zijn wereldtop als het op recyclage en duurzame ontwikkeling aankomt. Europa kan een leidende rol spelen.'

Berghmans pleit voor meer uitwisseling tussen  Europese lidstaten. 'Frankrijk verleent subsidies voor het leasen van auto’s gebaseerd op iemands socio-economische status. Andere lidstaten kunnen daarvan leren, maar het is Europa dat daar centraal op kan aansturen.’

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in