Mensonwaardige opvangcrisis doet hoofdstad kraken

Analyse

Brusselse opvang steunt op burgerhanden

Mensonwaardige opvangcrisis doet hoofdstad kraken

Straks gaat de opvangcrisis haar derde jaar in. Gemiddeld staan mannelijke asielzoekers die van België geen opvang krijgen negen maanden op straat. Zolang beleidsantwoorden uitblijven, zetten vrijwilligers hun schouders onder kraakpanden, met of zonder goedkeuring van wijken en lokale besturen.

De treinen sporen in de zomervakantie lichter naar Brussel. De zeldzame zon lokt de Brusselaars al vroeg naar het parkje aan de Hallepoort. Op het gemaaide malse grasveld laat een hip getatoeëerd koppel zijn eveneens trendy hond uit. Drie zestigers keuvelen in het Portugees de ochtend aan elkaar, hun gevulde boodschappentassen naast de leeggemaakte vuilnisbak. Vanop een andere bank knikken twee rood aangelopen mannen voorbijgangers verdwaasd goeiedag, elk een blik bier van een halve liter in de hand. De zinderende gelaagdheid en tegenstellingen van divers Brussel charmeren de ene en choqueren de andere.

Maar er is een Brusselse realiteit waar geen twee kanten aan zijn. Bloemenperken en schapenhekken kunnen de uitpuilende onderbuik van de Brusselse dakloosheid niet wegwerken. Lege en gevulde slaapzakken, een vuile matras die nog in gebruik is, een zak aangevreten stokbroden, door iemand goedbedoeld neergezet om de havelozen te voeden. In de schaduw van de Hallepoort wachten drie jonge kerels – Eritreeërs? Ethiopiërs? – schichtig een nieuwe dag af.

Het vlakbij gelegen Zuidstation is een blijvende magneet voor overlast volgens velen. In september 2023 maakte een ongeziene politiemacht de daklozen, drugsverslaafden en mensen op de dool duidelijk dat ze baan moesten ruimen. Naar elders, waar dat ook mocht wezen. Het station moest de poort naar de stad zijn, niet naar de miserie, zo klonk het.

Zoals voorspeld bracht de ontruimingsactie geen zoden aan de dijk. De daklozen keerden na een tijd gewoon terug. Niet alleen in de stationsbuurt, maar op vele plekken in Brussel zijn de gevolgen zichtbaar van een uitblijvend beleid voor het groeiende aantal daklozen,
drugsgebruikers en mensen zonder wettig verblijf. De mensonterende opvangcrisis voor asielzoekers en de weigering van de regering-De Croo om die aan te pakken, komt daarbovenop.

Beter dan niets

‘Het kraakpand was vreselijk, maar de straat was nog erger.’ Amrs been wiebelt onophoudelijk terwijl hij zijn relaas doet: over zijn vertrek uit Gaza, de fraude rond zijn studiebeurs in Kuala Lumpur, de jaren in Turkije die almaar onzekerder werden. Hij sloeg de kilometers op in zijn hoofd terwijl hij tien Europese landen doorkruiste. De Balkanregio was hard, met Kroatië als dieptepunt. Dagenlang stapte hij in omstandigheden die Kamp Waes doen verbleken. Hij ploeterde door kniehoge modder in de ijsregen en stapte nachten door onherbergzame gebieden waar roofdieren de plak zwaaien.

Hij vertelt over de kilometers die hij opnieuw moest doen, telkens hij aan een grens werd opgepakt en teruggeduwd in zijn traject. Als het meeviel zonder, in het andere geval met geweld. In eindbestemming Brussel kwam het staalharde besef dat zijn mensonterende straatleven nog niet voorbij was. ‘België zit vol’, klonk het in het aanmeldcentrum voor asielzoekers. Zeker voor alleenstaande Palestijnse mannen van dertig.

Met ‘slechts’ vier maanden op straat is Amr een van de gelukkigen beseft hij. Anderen moesten veel langer wachten op opvang.

Een plek in Sablon was dus “beter dan niets” zolang hij geen opvangplek kreeg aangeboden. In het kraakpand in de Brusselse Zavelwijk sliep hij een volle maand voor hij met zijn defecte linkerlong weer tot adem kwam. Vier maanden bracht hij door in de ontbindende realiteit van een overvol kraakpand.

Vandaag verblijft Amr in het nieuwe opvangcentrum in Vorst, in afwachting van zijn interview bij het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Met ‘slechts’ vier maanden op straat is Amr een van de gelukkigen, beseft hij. Anderen moesten veel langer wachten op opvang.

Geen wijk ontsnapt

Sablon begon als een kraakpand met veertig mensen, hoofdzakelijk jonge Palestijnse asielzoekers zoals Amr, die aan het Klein Kasteeltje op de wachtlijst voor opvang werden gezet. Ze behoren tot de 2506 Palestijnen die tussen januari en juni 2024 internationale bescherming vroegen in ons land. De allesvernietigende Israëlische oorlog tegen Gaza was voor veel Palestijnen die al in transitlanden als Turkije, Egypte en Griekenland verbleven, een sein om verder te trekken naar vastere grond onder de voeten, vermoedt Amr. België leek die solide bodem te hebben maar houdt ook een opvangcrisis levend. In 2023 besloot staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (cd&v) om alleenstaande mannen niet langer toegang te geven tot de asielopvang. Intussen dikte de crisis verder aan.

Dat is waar jonge vrijwilligers zoals Anna* en Marie* inspringen. (Deze personen wensen anoniem te blijven) Ze zetten hun schouders onder kraakpanden die onderdak en voedsel bieden aan de vele mensen die aan de kant zijn geschoven. Terwijl Marie eerder sporadisch helpt, behoort studente Anna tot de kerngroep die sinds oktober 2023 het pand Sablon hielp kraken. ‘We zijn geen strak georganiseerd krakerscollectief’, zegt ze. ‘Die nood was er niet en vooral de tijd ontbrak om ons structureel te organiseren, net omdat de situatie voor dakloze vluchtelingen in Brussel zo dringend en precair is. We wisten dat we in Sablon zes maanden een min of meer stabiel onderkomen konden bieden. Hier konden we een plek creëren waarin we activiteiten en een standvastige voedselbedeling op poten konden zetten.’

Tegen juni, toen het pand ontruimd moest worden, had een groot deel van de inwoners eindelijk een plek in de officiële opvang. Wie overbleef trok naar kleinere kraakpanden. Op zijn “hoogtepunt” telde Sablon zestig inwoners. Volgens Amr waren het er zelfs bijna honderd. Het kraakpand barstte uit zijn voegen. De sfeer werd grimmiger, binnen maar ook buiten het kraakpand. De Zavelwijk had het gehad met de krakers. ‘Sommige buren waren behulpzaam,’ zegt Anna, ‘maar de meesten wilden geen krakers of asielzoekers in hun chique Zavelwijk.’

Geen Brusselaar ontsnapt aan de realiteit van de opvangcrisis. 'Maar voor niet-Brusselaars blijft die crisis vaak onzichtbaar', zegt Didier Vander Slycke van Orbit vzw. De oplossing? ‘Creëer verschillende aanmeldpunten: naast Brussel ook in de Vlaamse en Waalse regio’s. Dan kan niemand meer de kop in het zand steken.’

Burgers en middenveld nemen over

De visie om te kraken is niet ingegeven door een of ander wild en naïef verlangen naar anarchie, zeggen Marie en Anna. ‘Het is wel ons antwoord op een moedwillig tegenwerkend beleid om mensen waardig op te vangen, ook zij die buiten de opvangwet van 2007 vallen. Niets doen vinden we geen optie.’

Wie geen opvang krijgt omdat hij op een wachtlijst staat of geen wettig verblijfsrecht heeft, kan proberen aan te kloppen bij Samusocial en andere noodopvang. Maar ook die noodopvang zit overvol: wie inbelt voor een slaapplaats vangt bot. Kraakpanden zijn, zo zegt Marie, het laatste redmiddel.

Marie schat het aantal grotere kraakpanden in Brussel op zeven. ‘Voor zover ik weet, maar er zijn natuurlijk veel kleinere panden en units die wij niet kennen.’ De grotere kraakpanden zijn ook bekend bij Samusocial, bij de veldwerkers van de Humanitaire Hub (zie kader) en zelfs bij Fedasil.

Bij gebrek aan beleidssteun en eigen capaciteit ontstaat een kettingreactie tussen de Brusselse hulplijnen. Werknemers van Fedasil sturen mensen die ze geen opvang kunnen bieden soms door naar de Hub. Die werkt samen met de gastgezinnen van Belrefugees: burgers die zich aanmelden om mensen thuis op te vangen. Als die netwerken verzadigd zijn, gebeurt het dat de Hub doorstuurt naar kraakpanden, zegt Marie.

De Humanitaire Hub is een consortium van vijf organisaties: Artsen Zonder Grenzen, Dokters van de Wereld, het Belgische Rode Kruis, SOS Jeunes, Burgerplatform Belrefugees. In het dagcentrum van de Hub kunnen mensen terecht voor maaltijden, medische en psychologische consultaties, douches, bedeling van kledij, sociale en juridische informatie. De Hub biedt geen huisvesting, maar mensen kunnen zich wel aandienen bij de urgentiedienst van Belrefugees.

Immense druk

De Belgische Staat werd door de Brusselse arbeidsrechtbank meer dan 10.000 keer veroordeeld en opgedragen om in opvang te voorzien voor mensen die internationale bescherming vragen. In juli 2023 veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ons land omdat de regering deze rechterlijke beslissingen naast zich neerlegt. ‘Een schending van het recht op een eerlijk proces’, zo zegt het Federaal Instituut voor de Mensenrechten.

Advocate en voorzitter van de Liga van de Mensenrechten Kati Verstrepen wijst ook op de onwettigheid van de instructie van staatssecretaris De Moor om alleenstaande mannen geen recht op opvang te geven. ‘De Raad van State schorste de uitvoering meteen, maar ook dat legt De Moor naast zich neer.’

Het aantal open brieven, opinies, rapporteringen die advocaten, academici en het maatschappelijk middenveld schreven, dikte tijdens de opvangcrisis aan. De verontwaardiging over ‘de ongelooflijke minachting van de Belgische Staat’ en de ‘normalisatie van mensonwaardig beleid’ wordt breed gedeeld.

Het verandert weinig op het terrein. De druk op humanitaire organisaties, het middenveld maar ook op Fedasil blijft hoog. In een recent artikel voor MO* schrijft Thibault Coigniez hoe de spreidstand tussen het beschikbare personeel van Fedasil en het aantal opvangplaatsen almaar toeneemt. ‘Met een bezettingsgraad van praktisch 100 procent op 35.000 bedden, verspreid over een veertigtal centra, blijft het opvangsysteem van Fedasil oververzadigd. Ondanks het feit dat er in 2023 3388 bedden zijn bijgekomen tegenover het jaar daarvoor.’

Vermoeidheid versus solidariteit

Die spreidstand is er ook bij de vele vrijwilligers die zich in Brussel inzetten om de vele mensen in nood te helpen, zoals Anna en Marie. Langs de ene kant is er solidariteit van buitenaf. ‘Zo hielp de moslimgemeenschap ons enorm met voedselbedeling’, zegt Anna. Ze prijst ook de hulp van de dokters van COVER, die onder de vleugels van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie opereren, de vele bakkerijen en winkels die voedsel gaven.

Tegelijk, zegt Marie, is de situatie precairder geworden. ‘Niet alleen in de kraakpanden zelf lopen mensen zeer gespannen rond en zijn er soms uitbarstingen van woede en soms geweld. We merken ook snellere huisuitzettingen, meer controles en politiegeweld, meer politioneel racisme en een dalende tolerantie.’

‘Tachtig mensen, inclusief kinderen, moeten de straat op, zodat andere mensen op straat onderdak krijgen. Dat is een vestzak-broekzakoperatie.’
Vrijwilliger Marie

In de Kroonlaan in Elsene moet een bezet kraakpand, al vier keer bedreigd met uitzetting, plaatsmaken voor een nieuw opvangcentrum van Fedasil. Dat zou 350 plaatsen bieden en het moest op 15 juli operationeel zijn. ‘Tachtig mensen, inclusief kinderen, moeten de straat op, zodat andere mensen op straat onderdak krijgen’, zegt Marie. ‘Dat is een vestzak-broekzakoperatie.’

Voor de goede orde: de bewoners van de Kroonlaan zouden wel terechtkunnen in een pand in de Montgomerywijk, met medewerking van de Elsense burgemeester Christos Doulkeridis (Ecolo). Maar die verhuis is onzeker en duurt weken, zo zegt het krakerscollectief Rockin’Squat dat zich inzet in de Kroonlaan. ‘We hebben extra tijd nodig.’

Zolang een masterplan om de opvangcrisis aan te pakken ontbreekt, zijn het de Brusselse gemeenten die keuzes moeten maken. Niet eenvoudig. In Ukkel zet het gemeentebestuur zich in om mensen die niet in de officiële opvang raken toch te steunen. Zo kreeg de eigenaar van een kraakpand op de Alsembergsesteenweg een brief van de Ukkelse schepenen van Huisvesting en Sociale Actie. Daarin stond het verzoek om de uitzetting die hij via het vredegerecht had verkregen te herzien en de dialoog met de pandbezetters aan te gaan.

Volgens de schepenen zijn er geen problemen met de huidige inwoners van zijn pand, die ‘als redelijke en voorzichtige personen handelen’. En ze wijzen er integendeel op dat ‘de buurtbewoners zich grote zorgen maken over de vroegere leegstand van het gebouw. Deze situatie geniet dan ook hun voorkeur op het vlak van overlast en veiligheid’. Daarmee toont Ukkel de federale regering alvast dat creatieve en menswaardige oplossingen mogelijk zijn.

Deze analyse werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Afrika bepaalt de toekomst

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in