Een stap vooruit zetten door achteruit te gaan
“‘Leven als boer in Frankrijk’
© Evelyne Janssens
© Evelyne Janssens
Een paar jaar geleden beslisten Evelyne en haar partner om het jachtige leven in België vaarwel te zeggen en op zoek te gaan naar ‘een eenvoudiger leven’. Ze vonden hun kleine paradijs in Frankrijk.
Toen we op een grijze januaridag, intussen bijna 4 jaar geleden, voorzichtig het smalle baantje opreden naar het huis dat over geen straatnaam noch huisnummer leek te beschikken maar enkel bekend stond als 'Le Moulin', begon mijn hart al meteen sneller te kloppen. Links van ons was niet alleen een steile afgrond, maar ook een bruisende beek. En al die bomen! En dat groen! Overal, overal om ons heen was de natuur, en verder geen mens of huis te bespeuren.
Het weggetje kwam uit op een alleenstaand domein: een grote weide, omzoomd door bomen, en aan onze linkerkant het oude molenhuis met het beekje. We parkeerden de auto, zetten onze tent op en gingen erop uit met onze spade: in afwachting van de rondleiding van de vastgoedmakelaar de volgende ochtend gingen we die aarde hier al eens goed onderzoeken...
Een jaar eerder hadden mijn vriend en ik beslist om het leven in België achter ons te laten en erop uit te trekken, op zoek naar “een eenvoudiger leven”, zoals dat heet. We wilden dichter bij de natuur staan, in ons eigen voedsel voorzien (zónder pesticiden!), met onze handen in de aarde zitten, vrij zijn.
Maar eerst moesten we dat toch eens allemaal uitproberen, om zeker te zijn dat we geen naïeve hersenspinsels najaagden. We trokken richting Balkan – het wilde en ruige oosten! – en bezochten tal van kleine boerderijen en projecten van mensen die net als wij ooit dezelfde droom hadden gekoesterd en de stap hadden gezet.
Hoe langer hoe meer raakten we overtuigd: ja, dit is het. En het is niet eens zo moeilijk! Wilskracht, energie en een degelijk startbudget waren alles wat we nodig hadden, en dus startten we na een jaar reizen onze zoektocht naar een huis in Frankrijk. Want België, dat was niet alleen te volgebouwd, te grijs en te vervuild, maar vooral ontzaglijk duur.
Good vibrations
Noem het toeval of 'good vibrations', maar onze zoektocht was nog niet goed en wel begonnen of ze was al gedaan. Eén van de eerste zoekertjes die ik tegenkwam, deed me al meteen wegdromen: alleenstaand molenhuis, 2 hectaren grond, omgeven door bossen, fruitbomen, een bron, een beek... En dat allemaal voor een prijs waarvoor je in België niet eens een stukje bouwgrond kunt kopen? Let's go!
We gooiden tent, slaapzakken en spade in de koffer, sprongen de auto in, en stonden na 7 uur rijden op wat 4 maanden later ons domein zou worden.
Ondertussen hebben we een moestuin, een voedselbos in aanleg, 10 kippen, 6 schapen, 2 kindjes en zijn we getrouwd. Als ik achterom kijk, kan ik soms niet geloven wat we allemaal op amper vier jaar tijd hebben gerealiseerd. In het begin was er nog twijfel – hebben we wel de juiste keuze gemaakt? Zal het ons wel lukken? Gaan we hier niet eenzaam zijn? – maar met elke stap die we dichter zetten in het boerenleven, werd het gemakkelijker om ons vroeger leven vaarwel te zeggen.
De voldoening na een dag werken op het veld werkte verslavend; de ouderlijke trots voor je groenten, de kinderlijke spanning bij de oogst – ‘kijk, zo'n grote!’ –, die één-op-één-relatie van je dagelijkse bezigheden ('je werk') en je leven... Het zijn allemaal dingen die ervoor zorgen dat ik op het einde van de dag moe ben, maar voldaan. Mijn lichaam heeft gewerkt, mijn geest heeft zich ontspannen, en ik ben voldaan.
© Evelyne Janssens
Minder comfort, meer eenvoud
Vrienden die bij ons op bezoek komen, zeggen vaak dat het lijkt alsof ze honderd jaar terug in de tijd reizen. Je eigen bomen omzagen, water halen uit de bron en het schapenkot uitkuisen? Dat is ondertussen inderdaad niet meer zo 21ste-eeuws... Althans niet in het westen. In het westen gaat de verwarming aan met een druk op de knop en kun je op elk moment van de dag een warme douche nemen. ‘To live, to live better, and to live well’, de geschiedenis van de menselijke vooruitgang in een notendop, aldus de filosoof Whitehead.
Van overleven is al lang geen sprake meer, de mens heeft het zichzelf op materieel vlak zo comfortabel weten te maken dat het hem aan niets ontbreekt. Integendeel, dat een trend als het minimalisme zo'n weerklank vindt in het westen wijst juist op een teveel aan materieel comfort.
Dat was voor mij ook één van de drijfveren achter mijn keuze om een stap achteruit te zetten, een stap naar minder comfort en meer eenvoud: het feit dat we in naam van een comfortabel leven ('to live well') zoveel opofferingen maken, van ellenlange werkdagen tot torenhoge leningen, omdat alle nadruk op het well is komen te liggen, en het live daarbij vergeten wordt.
Ach, de grote klassieker op het sterfbed: ‘had ik maar meer tijd genomen om te leven!’ Ja, ongemerkt lopen we onszelf voorbij, en verliezen de waarde van het leven zelf uit het oog. Laat staan de waarde van het leven van alle niet-menselijke wezens, die telkens opnieuw het onderspit moeten delven als het gaat om onze welvaart en ons comfort.
© Evelyne Janssens
Voldoening
Dus dan maar een stap achteruit. Een stap vooruit zetten door achteruit te gaan. Hoe mijn ogen open zijn gegaan... Zoveel dingen waar ik amper bij stil stond. Door zo goed als alles zelf te doen, besef je hoe hard je vervreemd bent van de meest voor de hand liggende dingen in je leven.
Neem nu zoiets banaals als appelsap. Twee weken geleden heb ik het voor het eerst zelf gemaakt. Alles met de hand. Appels gaan plukken in het dorp, zes kisten vol. Beginnen met één kist: de appels vierendelen, ze pletten in een emmer met een stok (beeld je een Afrikaanse vrouw in die maniok plet), de moes in de appelpers doen. Draaien, heel hard draaien. Appelsap! Heerlijk. Gewoonweg heerlijk. En dan heb je al dat werk gedaan, van A tot Z, en heb je drie liter appelsap. En dan besef je dat je heel erg koppig moet zijn om niet gewoon naar de supermarkt te gaan en een brik appelsap te kopen.
Toch gaat het niet alleen om koppigheid. Het is die voldoening, dat gevoel van het helemaal zelf gedaan te hebben, met enkel je eigen handen als werktuig en je eigen energie als brandstof. En ten koste van helemaal niets of niemand, enkel ten koste van je tijd. Het is die één-op-één-relatie, van mijn tijd en energie als input en wat ik nodig heb om te leven als output, die me zo'n voldoening geeft. De mens als homo faber, als werkende mens, als mens die zichzelf in zijn werk herkent en verwerkelijkt.
Maar voor we hier met Marx in een frontale aanval op het kapitalisme verzanden, zal ik daarvan gracieus proberen weg te manoeuvreren en die discussie voorbehouden voor een volgende keer. Want hoe verder je soms van iets verwijderd bent, hoe helderder je blik erop. En hier in dit boerengat in hartje Frankrijk ben ik wel degelijk ver verwijderd van 'de neo-liberale samenleving', zoals Paul Verhaeghe onze kapitalistische maatschappij graag noemt. En daar ben ik allerminst rouwig om.
Leven als god in Frankrijk? Volgens mij was god een boer. Kan bijna niet anders.