Als de begroting maar op orde is
“‘Waarover gaan deze verkiezingen?’
Migratie! Het afgronddiepe gat in de begroting! Staatshervorming! Dat is waarover de verkiezingen gaan. De opwarming van moeder aarde? Curieus, dat roept bijna niemand. De komende generaties Vlamingen erven een puinhoop, maar de begroting is in orde, schrijft MO*columnist Geert Van Istendael cynisch.
Naar aloude gewoonte is dit stuk bij de redactie van MO afgeleverd op donderdag, in dit geval dus 6 juni. Bij het schrijven was de uitslag van de tripel-verkiezingen (met dank aan de betreurde Kamiel Vanhole), federaal, regionaal, Europees, me dus onbekend. Deze tekst verschijnt zondag 9 juni op de schermen. Misschien leest u dit nog voor de avond valt. In dat geval weten wij over de uitslag even veel, of liever even weinig, namelijk niets.
Ik ga er voetstoots van uit dat u gebruik zult maken of al hebt gemaakt van uw voorrecht om te mógen gaan stemmen. Laten we toch nooit vergeten dat in de strijd voor het bedrieglijk vanzelfsprekende algemene stemrecht doden zijn gevallen. Bovendien bestaat in ons landje, theoretisch toch, de stemplicht. Ik ben daar een groot voorstander van. Algemeen staat tegenover elk recht een plicht, vind ik, alleen daarom al, lang leve de stemplicht.
Waarover gaan deze verkiezingen?
We wijzen de mensen aan die ons zullen vertegenwoordigen en, in afgeleide orde, die ons zullen regeren, dit wil zeggen die ons tripel-koninkrijkje en zijn talloze gewesten in voor ons wenselijke banen zullen leiden. Ik geef grif toe, dat klinkt nogal flauw. Héél erg flauw zelfs. Ik trap een wagenwijd openstaande deur in.
Dus, nog een keer, waarover gaan deze verkiezingen?
Migratie!
Dat roepen luidkeels journalisten en politici van rechts tot links.
Het afgronddiepe gat in de begroting!
Dat roepen luidkeels journalisten en politici van rechts tot links.
Staatshervorming!
Dat roepen luidkeels journalisten en politici.
De opwarming van moeder aarde!
Curieus, dat roept bijna niemand. Bedreigde de opwarming niet de toekomst van onszelf en onze kinderen en kleinkinderen?
Migratie dus.
Zodra het daarover gaat, storten die van het Vlaams Belang zich likkebaardend in de debatten. De debattanten van de andere partijen beginnen alvast zorgelijk te kijken zodra het woord valt. Want er lopen hier veel te veel vrumde rond. Vreemden. Zo noemde mijn geliefde suikertante zaliger iedere mens die zij niet al jaaaaaaren kende. Wit, zwart of pimpelpaars, dat had geen belang, we waren toen nog heel witjes.
Maar wacht eens even, zijn wij er niet zelf ermee begonnen al die vrumde naar hier te halen, meer dan een halve eeuw geleden? Vandaag zijn hun kinderen en kleinkinderen en achterkleinkinderen allemaal Belgen. Zoals wij. Allicht hebben zij eigenaardige achternamen, maar ik zal me wel hoeden daar opmerkingen over te maken. Ik heb een tijdje in Engeland gewoond, probeer een Brit maar eens uit te leggen hoe je Istendael spelt - laat staan uitspreekt.
Vervolgens aanhoor ik het koor van journalisten en politici, aangedikt met de zware stemmen van werkgevers, unisono, die eenstemmig, bazuinen dat we drrrringend arbeidskrachten moeten importeren. Hoezo, arbeidskrachten importeren!?! Vernam ik daarnet in het zoveelste debat niet dat we met een onbeheersbaar migratieprobleem opgescheept zitten?!? Daar kan mijn bejaarde verstand niet goed bij.
Afgezien daarvan, arbeidskrachten importeren, wat een heilloze abstractie is me dat. Je kúnt geen arbeidskrachten importeren alsof het machineonderdelen zijn of kiwi’s of goedkope hemdjes. Je laat mensen naar hier komen, hele mensen, met alles erop en eraan. Met rare talen, rare kleren, rare godsdiensten, rare eetgewoonten. Raar, in onze ogen toch. Zoals wij in hun ogen raar zijn. Wederzijds vrumde. Wie beweert dat dat allemaal toch niet zo veel problemen met zich meebrengt, heeft de jongste tientallen jaren liggen slapen als Doornroosje. Maar de doornen zijn al die tijd blijven groeien.
Er is nóg iets dat ik niet begrijp.
Om een of andere reden zouden wij die arbeidskrachten hoofdzakelijk moeten importeren uit verre, warme landen. Indiase specialisten kunstmatige intelligentie. Verpleegsters uit Kenia. Zulk volk. Dat kun je toch alleen maar roof noemen. We zijn al tijden op grote schaal lithium en lood en koper aan het roven, nou, dan kunnen we er gerust nog wel wat hersens bij roven.
Wat gaapt daar? Peilloos. Dreigend. Zwart.
Het gat in de begroting!
Ongeveer zeventwintig miljard, dat is iets minder dan vijf procent van ons bruto binnenlands product.
Ramp der rampen.
Europa waarschuwt in niet mis te verstane bewoordingen.
Wij mogen de komende generaties niet opzadelen met een schuld die niemand nog zal kunnen aflossen.
Samengevat, zo kan het echt niet langer.
Ik heb het erger geweten, vertelt opa. In de vermaledijde jaren tachtig van vorige eeuw was opa Wetstraatjournalist bij de openbare omroep. Hij zag de staatsschuld elke dag stijgen. Er leek geen eind aan te komen. Geen wonder, de rente stond op acht procent, veel hoger dan nu.
Er zijn gerenommeerde hoogleraren economie die stellen dat onze huidige staatsschuld geen ramp hoeft te zijn. Bijvoorbeeld professor De Grauwe, vroeger KULeuven, nu London School of Economics. Onze regeringen moeten goed oppassen, uiteraard mag de boel niet uit de hand lopen, maar, schrijft hij, zolang ons bruto binnenlands product stijgt met een percentage dat hoger is dan de rente, kan de zaak beheersbaar blijven.
A propos komende generaties
Duitsland zou het lichtend voorbeeld zijn voor onze verloederde financiën. Duitsland mag, heel erg kort gezegd, nauwelijks nog schulden maken. Dat systeem is zelfs verankerd in de grondwet. Het heet schwarze Null, zwarte nul. Maar de Duitse verbindingswegen lijken steeds meer op een gatenkaas. Schoolkinderen zien steeds minder leerkrachten voor de klas komen. Defensie is een lachertje. Het lijkt België wel.
Of liever Vlaanderen, behalve dat leger dan.
De Vlaamse begroting klopt als een zwerende vinger.
De komende generaties Vlamingen erven een puinhoop, maar de begroting is in orde.
Ook in onze scholen zien de kinderen steeds minder leerkrachten. Wachtlijst sociale woningen: meer dan honderdzeventigduizend. Wachtlijsten voor gehandicapten groeien vervaarlijk aan. Kinderopvang wankelt. Enzovoort.
Het is alsof ouders hun kinderen - de komende generatie - een huis nalaten met een lekkend dak, gebarsten ruiten en schimmel op de muren. Die ouders weigerden hun centen te besteden aan onderhoud en herstel, uit vrees dat hun rekeningen niet meer zouden kloppen.
De komende generaties Vlamingen erven een puinhoop, maar de begroting is in orde.
Tja, we eisen ook een hele grote waaier diensten van onze overheden, federaal en regionaal. Misschien zouden we wat minder kunnen eisen. Maar wat? Moeilijke keuze. Of we zouden meer belastingen kunnen gaan betalen.
Wie dat oppert in een politiek debat, wordt ter plaatse levend gevild en gevierendeeld. We hebben al de hoogste belastingen ter wereld, drie uitroeptekens. Dat is niet waar, maar goed, wees niet bang, Jan en Marie Modaal, we moeten dan ook alleen de allerrijksten laten betalen. Als de fiscus van onze allerrijksten alles boven één miljard weg zou belasten, levert dat al onze overheden meer dan zestig miljard op. En de allerrijksten blijven zitten met, ocharme, één miljard in hun spaarpot. Dat schreef ik exact negen jaar geleden (22 juni 2015) op deze plek. Ik zou de cijfers eens moeten herberekenen. Waarschuwing: dit is geen oproep om voor de PvdA te stemmen. Ik herinner mij maar al te zeer hoe de stalinistische missionarissen zowat een halve eeuw geleden opdoken in Leuven. Van die boeren geen eieren voor mij, nog steeds niet.
Ook over klimaat zwijg ik, zoals bijna iedereen in deze kiescampagne.
Over de staatshervorming wil ik hier zwijgen. Misschien zou wat meer rechtlijnigheid ons koninkrijkje deugd doen, maar zelfs dat weet ik niet zeker. Het idee van Vlaamse onafhankelijkheid vervult mij dan weer met grote vreze, als ik me zo bijbels mag uitdrukken. In mijn ogen zijn meertalige staten superieur. Bijvoorbeeld het vooroorlogse Tsjechoslowakije van president Masaryk. Of nog ouder, de zachtjes glanzende Dubbelmonarchie. Of vandaag Zwitserland, met zijn zes halfkantons en drieëntwintig hele kantons, allemaal met een minister-president en een minister van buitenlandse zaken én van volksgezondheid. Zwitserland functioneert prima, zegt mijn jongste broer, die er bijna vijftig jaar woont.
Ook over klimaat zwijg ik, zoals bijna iedereen in deze kiescampagne. Ondanks zienderogen smeltende ijskappen, vierkante kilometers vretende bosbranden, catastrofale overstromingen in Duitsland, gedecimeerde insectensoorten, en ga zo maar door, en ga zo maar door. Werkelijk, ik snap dat zwijgen niet.
Ik vond deze hele campagne moedeloos makend moedeloos. Perspectiefloos. Bang. Daarnaast: ons, de kiezers, afdreigend.
Als we nú niet het gat in de begroting dichtgooien, dan…! Hel en verdoemenis.
Als we nú niet iedere arme sloeber aan de grens terugsturen, dan…! Hel en verdoemenis.
Als we nú België niet definitief verknippen, dan…! Hel en verdoemenis.
Behalve dat alles, maar dit gaat niet meer over inhoud, zag ik het ene tactische spelletje over het andere struikelen. Zag ik volwassen mensen elkaar afkatten als blagen tijdens het speelkwartier. Zag ik onbegrip, stekeligheid, loodzware ernst over pietluttigheden, en bijgevolg een welhaast televisieschermbreed gebrek aan humor.
Ik heb de voortreffelijke uitzendingen vanuit scholen gezien, met jonge kiezers, jaar of zeventien, achttien, die voor het eerst naar de stembus moeten gaan. Het was telkens opnieuw een verademing. De politici konden moeilijk elkaar in de haren vliegen, ze zaten daar telkens alleen.
In een van die schooldebatten zag ik een transleerling tegenover de voorzitter van Vlaams Belang staan. Van Grieken hield voet bij stuk, de leerling, hoe brekelijk ook, even sterk. Een botsing zonder veel lawaai. Een paar dagen later zei de voorzitter in De Morgen dat voor hem Mevrouw De Sutter een man is. Ik denk dat Van Grieken het meent, maar ik kan me niet van de gedachte ontdoen dat dit ook een berekende zet is. Van homo’s blijf je af, dat is electoraal te gewaagd, die hebben te veel familie en vrienden en kennissen, ook in je eigen rangen, dat is allemaal maatschappelijk aanvaard. Bijvoorbeeld Chris Janssens. Maar ook bijvoorbeeld in Duitsland, bij de extreem-uiterst-fanatiek rechtse AfD, is een van de absolute topfiguren, Alice Weidel, openlijk lesbisch. Echter, mensen die het over gender hebben, zijn in vergelijking daarmee een véél kleinere groep. Electoraal kost zo’n aanval je weinig of niets. Misschien kun je zelfs een brede groep conservatievere kiezers mooi meenemen. Van enig cynisme zijn ze bij extreemrechts nooit verstoken geweest.
Laten wij in het stemhokje ons opstotende cynisme niet de overhand halen. Op hoop van zegen.