Ish Ait Hamou en Aya Sabi over het thuisgevoel in Marokko, hun culturele erfenis en het narratief van falen
‘De impact van zestig jaar migratie is groot, in beide richtingen, en dat moet erkend worden’
© Ines Zahnoun (foto links), Moussem/Othmane Saki (rechts)
© Ines Zahnoun (foto links), Moussem/Othmane Saki (rechts)
Op een plek waar je slechts vluchtig of zijdelings bent geweest, kan je je toch thuis voelen, zo ondervonden de Belgische schrijvers met Marokkaanse roots Ish Ait Hamou en Aya Sabi. Hoe komt dat? En welke culturele erfenis krijg je als je wel hier geboren bent, maar je ouders niet?
Het overvalt Ish een beetje, dat thuisgevoel, want hij heeft nooit eerder een voet in deze stad gezet. ‘We zijn vaak langs Tanger gereden om verder naar het zuiden te trekken of om, wanneer we terugkwamen uit vakantie, de boot naar Spanje te nemen. Toch voel ik me hier thuis’, zegt hij enthousiast.
Ish Ait Hamou, de multidisciplinaire kunstenaar, heeft net een interview gegeven aan een televisiezender. Terwijl zijn collega Aya Sabi de camera’s probeert te ontwijken, wandelt een andere schrijfster, Rachida Lamrabet, vloeiend tussen de aanwezigen door, ze knoopt het ene gesprek na het andere aan met de gasten. We zijn op Moussem Belgica, het festival dat Nomadisch Kunstencentrum Moussem het voorbije najaar in Marokko organiseerde naar aanleiding van de zestigste verjaardag van het migratieakkoord tussen België en Marokko.
In oktober en november mochten schrijvers, beeldende kunstenaars en filmmakers uit België hun werk voorstellen in respectievelijk Tanger en Oujda, twee steden waar veel Marokkaanse Belgen hun roots hebben. ‘Ja! Ik ben gelukkig om hier te zijn’, antwoordt Lamrabet met een stralende glimlach, op de dag dat ook de Franse vertaling van haar roman Vertel het Iemand (2018) in Marokko uitkomt.
Schrijver en multitalent Ish Ait Hamou: ‘De ouders van de eerste generatie migranten kónden de informatie en culturele erfenis van hier niet doorgeven aan ons, de kinderen, want ze hadden die zelf niet.’
© Ines Zahnoun
Vanzelfsprekendheid
Zo vlot en soepel als Rachida Lamrabet tussen de gasten loopt, zo vloeiend leidt ze het debat in het Frans en in het Engels de dag nadien. Meertaligheid is hier schoonheid, en voorlezen in een taal die in het gastland niet gekend is – het Nederlands –, is geen probleem. Het is genieten, van literatuur, van de eigen realisaties en van collega’s die dezelfde roots maar wellicht ook heel veel ervaringen delen.
Het literaire debat is een vlotte babbel. Ondanks de erkenning die de drie auteurs in Vlaanderen genieten, lijkt het hier alsof ze meer zichzelf kunnen zijn. Alsof een onzichtbare last van hun schouders is gevallen. Ze zijn trots, blij en voelen zich comfortabel. Een vluchtig moment waarop de vanzelfsprekendheid van het zijn gevierd wordt.
En daar heeft Ish Ait Hamou een verklaring voor. ‘Daar (in België en bij uitbreiding in Europa, red.) bestaat het narratief dat we het niet goed doen, dat we niet genoeg geïntegreerd zijn, dat onze ouders tekort hebben geschoten ten opzichte van ons, terwijl dit niet klopt.’
‘Hier bestaat dat narratief niet’, stelt Ish vast. ‘Hier zien ze de geslaagde migratie. Ze zien het resultaat tussen vertrekken en wat ze voorgeschoteld krijgen, nu. Want de economische en de culturele impact van zestig jaar migratie zijn enorm groot, in beide richtingen, zowel voor het land van vertrek als voor het land van aankomst. En dat erkennen ze hier. Dat komt helemaal overeen met de uitkomst van de zoektocht die ik een paar jaar geleden ondernam voor mijn essay De theorie van de 1 of 2.’
Media-aandacht voor Moussem Belgica is er wel in Tanger, maar lokaal publiek is erg beperkt. Maar het doet niets af aan het belang van het festival voor de deelnemers. Want wie hier is, kijkt vooral uit naar de ontmoeting met andere kunstenaars. De meesten zijn van België, sommigen zijn uit Parijs afgereisd. Sommigen zijn in Europese steden geboren, anderen kwamen na hun studies naar Europa.
Maar de meerderheid van de beeldende kunstenaars die aan dit festival deelnemen is in Marokko geboren, en dat vindt schrijfster Aya Sabi belangwekkend. ‘Uitwisselen met deze kunstenaars en elkaar begrijpen, hoewel we uit verschillende achtergronden komen en ik niet alles heb geleerd wat zij geleerd hebben, vind ik juist boeiend. Dat geeft heel veel moed, want kunstenaar zijn is een heel eenzame bezigheid.’
Auteur Aya Sabi: ‘Ik heb hier nog nooit voor lange tijd geleefd, nog geen boodschappen gedaan of een taxi genomen. En ik weet ook niet of mijn persoonlijkheid goed pas bij de algemene Marokkaanse manier van leven. Toch wil ik het proberen.’
© Moussem/Othmane Saki
Erfenis
‘Het verhaal is hier begonnen en we zijn hier nu terug’, stelt Ish vast.
Het valt hem op dat alle kunstenaars hier het vaak over hetzelfde hebben, namelijk de moeilijkheden om op te groeien in de samenlevingen waarin ze terechtkwamen of waarin ze opgegroeid zijn. Dat heeft volgens de schrijver te maken met een gebrek aan informatie en een gebrek aan culturele erfenis van het land waarin je je bevindt. ‘Iets wat de ouders van de eerste generatie niet hebben, en wat ze dus niet konden doorgeven aan ons, de kinderen. En ook dat is normaal’, zegt hij.
‘Het is dankzij het werk en de opofferingen van onze ouders dat we nu de ruimte hebben om onderzoek te doen, om te vertellen, te informeren en uit te wisselen.’
‘Wanneer ik aan mijn ouders denk, zie ik dat het nieuwe land van hen verwachtte dat ze zo hard en zo lang mogelijk moesten werken. En dat hebben ze gedaan. Maar dertig, veertig jaar later wordt het hen kwalijk genomen dat ze niet met ons naar het theater gingen. Dat is onterecht, want onze ouders hebben hun missie en hun opdracht ten opzichte van de verwachtingen uitmuntend volbracht’, legt Ish uit.
Het is volledig normaal dat deze ouders niet over de culturele erfenis van het land van aankomst beschikken, vindt de schrijver en cineast. ‘De kinderen moesten die erfenis zelf maar ontdekken. En dat doen ze, met vallen en opstaan. Maar het is dankzij het werk van onze ouders en hun opofferingen dat we nu de ruimte hebben om onderzoek te doen, om te vertellen, te informeren en uit te wisselen.’
Ontheemding
Voor Aya Sabi is Tanger geen onbekende stad. De schrijfster en columniste speelt zelfs met het idee om in Marokko te gaan wonen. Maar ze wil het land van herkomst niet romantiseren, want ze is zich ervan bewust dat het kan tegenvallen. ‘Toen we van Nederland naar België verhuisden, dacht ik dat mijn leven zou stoppen’, vertelt ze. ‘En toen we uiteindelijk in België gingen leven, vond ik dat geweldig.’
‘En zo kan dat ook zijn met Marokko, of helemaal niet. Ik heb hier nog nooit voor lange tijd geleefd. Ik heb hier nog geen boodschappen gedaan of een taxi genomen. En ik weet ook niet of mijn persoonlijkheid goed zou passen bij de algemene Marokkaanse manier van leven. In elk land zijn er natuurlijk ook verschillende mensen, maar ik ben niet zeker of ik een gemeenschap kan vinden waarbij ik aansluiting vind en mijn ding kan doen. Toch ik wil het proberen.’
‘Ik heb vaak mensen horen zeggen dat ze zich nergens thuis voelen. Ik deel die mening niet. De ruimte moet je nemen alsof die van jou is, waar je ook bent.’
Ontheemding schrikt haar dus niet af. ‘Ik heb vaak mensen horen zeggen dat ze zich nergens thuis voelen. Ik deel deze mening niet. De ruimte moet je nemen alsof die van jou is, waar je ook bent. Hoe andere mensen reageren op jou, is hun zaak. Ik ben thuis in België. Ik ben thuis in Nederland. Ik ben thuis hier in Marokko’, zegt ze.
Aya Sabi: ‘Het is schrijnend! De Nederlandstalige literatuur zit vol clichés wanneer het gaat over personages van Marokkaanse afkomst.’
De auteur van Half Leven (2020) ervaart schrijven niet als prettig, maar het mooiste wat je haar kunt geven is toch een pen. ‘Een van de mooiste herinneringen die ik heb, is toen we in Nederland voor het eerst met een vulpen de letters met elkaar leerden verbinden om woorden te schrijven. Toen liet de juf vulpennen aan het plafond hangen en iedere leerling moest op zijn stoel staan om zijn eigen pen te plukken. Het was een magisch moment,’ vertelt ze.
Deze mooie herinnering is persoonlijk, maar tegelijkertijd collectief. Ze maakt deel uit van de culturele erfenis die de kinderen van de migratie uiteindelijk zelf moeten opbouwen en doorgeven aan de komende generaties. Een erfenis binnen de erfenis, in de eerste plaats van het land van aankomst, want daar wordt ze gevormd en in de taal van dat land doorgegeven.
Zo'n eigen culturele erfenis is als een mozaïek, samengesteld uit elementen van de erfenis die de kinderen van de migratie ontvingen van het land waarin ze geboren en/of opgegroeid zijn of die ze er zelf plukten, uit de herinneringen die ze door de jaren heen opbouwden op basis van hun persoonlijke ervaringen, en uit de erfenis die ze van hun ouders meekregen of die ze zelf opzochten en stap voor stap ontdekten.
Het is net die erfeniskwestie die het thuisgevoel van Ish Ait Hamou bij zijn eerste bezoek aan Tanger verklaart. ‘Dat gevoel vloeit voort uit het feit dat mijn ouders van hier afkomstig zijn. Het hoeft niet uitgelegd te worden, het is een erfenis. Het mooie daaraan is dat je iets meekrijgt dat je niet hebt verdiend.’
En is het verhaal Vertel het iemand van Rachida Lamrabet niet juist een poging om een vergeten deel van die erfenis terug tot leven te roepen? De roman gaat over een Marokkaanse jongeman die geronseld werd om te vechten in de Tweede Wereldoorlog, toen Marokko een Frans protectoraat was, en betreft zowel de erfenis van het land van aankomst als die van het land van vertrek. Zo draagt hij bij aan de vorming van die migratie-erfenis, een erfenis binnen de erfenis, die stukje bij beetje wordt opgebouwd.
Angst, trauma’s en troost
Niet alles wat je erft, is mooi. Ook de schaduwzijde van een culturele erfenis dient ontdekt te worden, om ervan te leren en om ermee te kunnen omgaan.
Kinderen van de migratie hebben van hun ouders en grootouders een thuisgevoel geërfd van een land waarin ze zelf niet geboren zijn, wat een meerwaarde is. Maar ze hebben ook angsten geërfd, iets wat beide auteurs bezig houdt.
‘Mijn vaststelling is dat wij in angst zijn opgegroeid. Maar het vroeg onderzoek om dat te ontdekken.’
Mensen met een migratieachtergrond hebben vaak de neiging om negatieve narratieven over zichzelf over te nemen. Dat is een vaststelling waar Ish Ait Hamou jarenlang mee worstelde en die aanleiding was voor zijn essay De theorie van de 1 of 2 (2023).
‘We lijken voortdurend naar elkaar met de vinger te wijzen’, stelde hij vast. ‘We vragen ons af waarom wij luidruchtig zijn, waarom onze jongeren op straat hangen terwijl het zaterdagavond is en ze aan het babbelen zijn. We lijken elkaar niets te gunnen en we zijn ook streng voor onszelf.’
‘We hebben moeite om het over pijn te hebben. Als iemand een bepaalde positie bereikt en hij of zij het woord neemt, zegt die vaak dat die zich niet in een slachtofferrol wil wentelen. We zijn voortdurend in de verdediging. Mijn vaststelling is dat wij in angst zijn opgegroeid. Maar het vroeg onderzoek om dat te ontdekken.’
En ook dat heeft met erfenis te maken. ‘Door het feit dat de eerste generatie migranten de eigen trauma’s niet kon verwoorden of er niet over wilde spreken, komen die trauma’s bij de tweede generatie terug.
‘Ik heb altijd gedacht dat ik, als Marokkaan, speciaal moest zijn om aanvaard te worden en om een eigen plek te vinden. Dat is de boodschap die ik uit de samenleving haalde. Mijn grootste angst was om niets te vinden waardoor ik speciaal zou zijn, want dan zou ik geen plaats vinden.’
‘En dat verklaart waarom we soms jaloers zijn op elkaar. Er mag van ons maar één nieuwsanker zijn, één succesvolle artiest, één advocaat… Dat is wat ik de regel van 1 of 2 heb genoemd.’
Trauma’s die van generatie op generatie doorgegeven worden is ook het thema van Half Leven, de debuutroman van Aya Sabi uit 2022. ‘Het gaat over hoe dat intergenerationeel trauma die grootmoeders, vanwege vervelende kanten van de traditie, is overkomen en kan voortleven in de levens van hun dochters en kleindochters, en in hun lichaam. Maar ondanks het feit dat ik over gruwelijke dingen sprak, wilde ik die vrouwen niet als slachtoffers portretteren. Want dat zijn ze niet. Ik zie hen ook niet als slachtoffers. Ik zie hen als volwaardige mensen.’.
Dat laatste vindt de schrijfster ook heel belangrijk. Sabi is niet te spreken over de manier waarop personages van Marokkaanse afkomst neergezet worden in de Nederlandstalige literatuur. ‘Het is schrijnend! Deze literatuur zit vol clichés’, vindt ze. Daarom koos Sabi ervoor om echte mensen als personages neer te zetten. Het is haar manier om de diversiteit van vrouwen te tonen.
Maar bij trauma hoort ook troost. ‘Onze ouders en grootouders hebben niet alleen pijn maar ook troost meegegeven, en ook dat is belangrijk’, zegt Aya Sabi.
Wantrouwen
Ex-minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) beseft het wellicht niet, maar zijn uitspraak over zogenaamde 'dansende moslims' na de aanslagen in Zaventem en Brussel in 2016 heeft bij veel mensen met een moslimachtergrond sporen nagelaten, een soort trauma veroorzaakt. Ook dat maakt deel uit van de erfenis binnen de erfenis.
Voor Ish Ait Hamou was de uitspraak van Jambon mee de aanleiding voor Het moois dat we delen, zijn roman die uitkwam in 2019 en die gaat over een oudere, Belgische man en een vrouw van Marokkaanse afkomst die in dezelfde wijk wonen en elkaar ontmoeten na een ingrijpende gebeurtenis.
Het verhaal vertrekt vanuit de angsten van witte mensen, en de schuldvraag in het verhaal ligt bij de vrouw van Marokkaanse afkomst. Maar dat is voor de auteur niet wat telt. ‘Ik weet dat de meerderheid van mijn lezers wit zijn en ik wilde het heel simpel houden. Ik wilde laten zien hoe het leven van een Marokkaanse vrouw beladen kan zijn’, zegt hij.
Soumia pleegde een misdrijf doordat ze handelde uit onwetendheid en zat daarvoor vijf jaar in de cel. Toch bleef ze in de ogen van de maatschappij schuldig en moest ze zich verantwoorden. Ook dat is erfenis.
‘Er is een heel belangrijk moment in het verhaal wanneer de twee hoofdpersonages, Soumia en Luc, op het einde samen aan tafel zitten. Luc stelt een heleboel terechte vragen en Soumia geeft genuanceerde antwoorden. Maar bij elke nuance bestaat de kans dat er wantrouwen is en dat Luc niet gelooft wat Soumia precies zegt. Daar gaat de roman over: we leven in een tijd van wantrouwen.’
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in