‘Het pad naar verandering is ingezet’

Analyse

Vier getuigenissen over Iran na de protesten

‘Het pad naar verandering is ingezet’

Na de dood van Mahsa ‘Jina’ Amini deden massale protesten in 2022 Iran daveren op zijn grondvesten. Wat begon als verzet tegen de hoofddoekenplicht groeide al snel uit tot een brede volksbeweging voor meer vrijheid.

‘Jin! Jiyan! Azadi!’ ‘Vrouw! Leven! Vrijheid!’ Deze leuze galmde door de straten van Iran na de tragische dood van Mahsa ‘Jina’ Amini in september 2022. De 22-jarige Koerdisch-Iraanse vrouw werd gearresteerd door de zedenpolitie omdat ze haar hoofddoek ‘ongepast’ zou hebben gedragen.

Haar overlijden in hechtenis ontketende een golf van verontwaardiging die snel uitgroeide tot landelijke protesten, waarin niet alleen de verplichte hijab (religieuze hoofddoek), maar het hele theocratische regime aan de kaak werd gesteld (zie ook in het kaderstukje verder in dit artikel).

Toen de storm van protest was gaan liggen, leek er even sprake van toenadering. Opperste leider Ayatollah Ali Khamenei kondigde vorig jaar amnestie af voor een groot deel van de gearresteerde demonstranten. Kersvers president Masoud Pezeshkian zwoer tijdens zijn eerste persconferentie van afgelopen juli dan weer dat de zedenpolitie vrouwen ‘niet langer lastig zou vallen’, en er leek meer tolerantie te komen voor de snel aangroeiende groep van vrouwen die de hijabregels naast zich neerlegden.

Maar die hoop was van korte duur. De amnestie geldt niet voor iedereen, en wie wél vrijgelaten werd, riskeert levenslang als zij of hij opnieuw de straat opgaat om te demonstreren. Ondanks de retoriek werden nieuwe, strengere wetten tegen het niet dragen van de hijab geïntroduceerd, met gevangenisstraffen tot tien jaar. Onlangs was er wereldwijd ophef toen een universiteitsstudente in haar ondergoed protesteerde in Teheran, nadat de zedenpolitie haar kleren had gescheurd bij een fysieke confrontatie.

De jonge vrouw werd hardhandig afgevoerd naar een psychiatrische instelling. Uiteindelijk wordt ze niet vervolgd, omdat ze volgens de autoriteiten lijdt aan een ‘mentale stoornis’.

Wat is er voor de gewone Iraniër werkelijk veranderd sinds die woelige periode? MO* sprak met drie vrouwen in Iran en een Iraanse experte in vrouwenrechten in Wenen. Hun verhalen werpen een zeldzaam licht op een doorgaans gesloten samenleving die hunkert naar meer openheid.

‘De president liegt’

‘Na de dood van Mahsa Amini, een gewoon meisje dat verkeerd gesluierd was, vond ik dat we niet veel te verliezen hadden. Het besef dat we allemaal kunnen sterven als we nog maar de deur uitgaan, overviel me’, zegt Sara* over haar motivatie om deel te nemen aan de protesten. ‘Dat was het breekpunt voor de meeste Iraanse vrouwen.’

De maatschappelijk werkster uit Teheran trok samen met haar moeder en vrienden de straat op. ‘Iedereen was betrokken, een groot verschil met eerdere protestbewegingen. Maar er waren duidelijk veel informanten tussen de betogers. Je zag iemand bellen en plots stond de politie daar. Je kon niemand vertrouwen, zelfs je medebetogers niet. Dat vond ik heel beangstigend.’

‘Verschillende oud-klasgenoten zitten nu in de gevangenis, vooral wie politiek actief was’, gaat Sara verder. ‘Een van hen, een journaliste, werd opgesloten omdat ze iets kritisch had getweet tijdens de protesten.’ Ondanks de amnestieregeling zit haar oud-studiegenote nog steeds achter de tralies. Sara gelooft dan ook niets van de beloofde versoepelingen. ‘De nieuwe president liegt. Hij is slechts een marionet van de opperste leider’, zegt ze stellig.

Toch zijn er in het straatbeeld wel degelijk zaken veranderd. Heel wat meisjes en vrouwen lappen de hoofddoekplicht aan hun laars, wat enkele jaren geleden ondenkbaar was. ‘Vroeger droeg ik mijn hoofddoek vaak niet zoals het hoort en kreeg ik steevast boze blikken. Vooral van mannen. Dat is veranderd, niemand maalt er nog om.’

De zedenpolitie is ook iets minder gewelddadig dan voorheen, vertelt Sara. ‘Weinig mensen grepen in wanneer de zedenpolitie agressief werd, maar nu beschermen omstaanders je als je begint te schreeuwen. De zedenpolitie wil geen oproer, dus ze laat het zo.’

‘Ik denk niet dat de ultieme verandering snel zal komen, maar ik ben trots op wat wij als Iraanse vrouwen hebben bereikt. We komen tenminste op voor onszelf, ongeacht de gevolgen.’
Parisa

De nieuwverworven vrijheden hebben vooral te maken met een toegenomen solidariteit. Sara legt uit dat winkel- en restauranteigenaars tot twee jaar geleden zeer strikt waren wat betreft de hoofddoekenplicht omdat ze boetes en tijdelijke sluitingen riskeerden. ‘Nu begrijpen ze dat het belangrijk is om allemaal samen te spannen, want het zijn niet meer alleen vrouwen die het moeten ontgelden.’

De belangrijkste verandering die de dood van Mahsa teweeggebracht heeft, komt volgens haar van onderuit. ‘Mannen hebben geleerd om meer respect te hebben voor vrouwenrechten.’ Sara geeft het voorbeeld van een bevriend koppel van wie de vrouw al jaren om een echtscheiding vroeg. In Iran mogen alleen mannen de scheiding aanvragen, en haar man stond het niet toe. ‘Na de protesten had de man begrip voor haar standpunt en kreeg ze toestemming om te scheiden’, aldus Sara. ‘Dat lijkt misschien banaal, maar het is een grote stap.’

Maar de grote hervormingen kwamen er niet. Dat maakt Sara pessimistisch over de huidige situatie in Iran. ‘In het begin van de protestgolf waren mensen voor het eerst sinds lang hoopvol om de wet te veranderen, of misschien zelfs het regime omver te werpen. Dan zijn er zoveel mensen gestorven. Nu heerst er moedeloosheid en tristesse onder de bevolking. Toch zijn de kleine veranderingen die we mogelijk maakten heel belangrijk.’

Trots

Parisa* is een getrouwde vrouw uit Teheran die zichzelf niet als een activiste beschouwt. Ze nam niet deel aan de betogingen, maar heeft sindsdien wel besloten om geen hoofddoek meer te dragen. ‘Ik draag gewoon T-shirts en jeans. Soms misschien een hoed. Maar ik weet dat er altijd een kans is dat, wanneer ik over straat loop, een politie-agent uit een busje springt en me meeneemt.’

Ze vertelt hoe de zedenpolitie haar dan naar een detentiecentrum zal brengen zoals dat waar Mahsa Amini destijds ineenzakte en in coma raakte. ‘Meestal kom je ervan af met een boete,’ legt Parisa uit, ‘maar niet altijd. Ik ben bereid dat risico te nemen en om te vechten voor mijn rechten. Dat is ook wat ik doe door met jou te spreken.’

De protestbeweging gaf Parisa nieuwe moed. ‘Ik heb me nog nooit zo strijdvaardig gevoeld, ook al voer ik gewoon actie door gekleed te gaan zoals ik wil.’

De jonge vrouw ontving al meerdere waarschuwingen van de overheid omdat ze zonder hijab reed. ‘Op een dag hield de politie me tegen. De agenten namen mijn auto in beslag, hielden die drie weken bij en gaven me een boete van omgerekend 100 dollar.’ Dat is een gangbare straf geworden die voor minder krantenkoppen zorgt dan fysieke agressie. Maar hij mist zijn effect niet. In een groot land met gebrekkig openbaar vervoer is een eigen wagen niet alleen praktisch, voor de hippe Teherani’s is die ook een belangrijk statussymbool.

Ondanks de risico’s blijft Parisa vastberaden. ‘Ik denk niet dat de ultieme verandering snel zal komen, maar ik ben trots op wat wij als Iraanse vrouwen hebben bereikt. We komen tenminste op voor onszelf, ongeacht de gevolgen.’

Positieve ontwikkelingen

Marjan is een documentairefotografe die pendelt tussen Canada en Iran. Net door vaak in het buitenland te verblijven, heeft ze haar thuisland meer leren appreciëren. ‘Het nachtleven, de levendige restaurants, cafés, parken en prachtige natuur, Iran biedt een van de rijkste sociale ervaringen ter wereld’, vindt ze.

De fotografe zegt er wel bij dat de toegang tot die geneugten nauw verbonden is aan iemands portefeuille. ‘Gezien de huidige economische situatie en de stijgende inflatie, voornamelijk als gevolg van de sancties, daalt de koopkracht van mensen.’

Daardoor hebben veel Iraniërs het moeilijk. ‘Door de sterke stijging van de huizenprijzen is het voor een jonge Iraniër bijna onmogelijk geworden om een huis te kopen zonder steun van familie.’ Maar het feit dat de Iraniërs steeds minder geld in hun zakken hebben, heeft volgens haar de lokale productie en creativiteit een boost gegeven. ‘Er is een ongelooflijke groei geweest van lokale designers en kunstenaars in kleine werkplaatsen of fabrieken.’

Marjan ziet nog meer positieve ontwikkelingen: ‘Er is een nieuwe generatie die niet alleen toekijkt, maar ook actief betrokken is bij het vormgeven van de toekomst.’

‘Velen beschrijven het alsof ze door de protesten ontwaakt zijn uit een decennialange coma. Vrouwen en jongeren voelen zich nu bewust van hun positie in de samenleving en accepteren niet langer de opgelegde beperkingen, zoals de hijab.’
Onderzoekster Firoozeh Farvardin

De ongekende toegang tot informatie, slechts een tik verwijderd op een telefoon, vindt ze een emanciperende evolutie. ‘Als die nieuwe kennis kan voortbouwen op de rijke fundamenten van de eeuwenoude Iraanse cultuur, kan dat bevrijdend werken. Omgekeerd kan dezelfde rijkdom aan informatie een generatie naar de verdoemenis helpen als ze er niet voorzichtig mee omspringt.’

De overheid censureert nochtans sterk die informatiestroom. In een onderzoek van de Amerikaanse ngo Freedom House scoort Iran op het vlak van internetvrijheid na China het laagst van zeventig onderzochte landen. Apps zoals X, Facebook en YouTube zijn officieel verboden, maar worden wel gebruikt om demonstranten te volgen en politieke tegenstanders af te luisteren. Tijdens protestgolven wordt het internet regelmatig afgesloten, maar de Iraanse jongeren weten deze blokkades op allerlei manieren te omzeilen.

‘Zelf heb ik nooit het gevoel gehad dat de autoriteiten me in de gaten hielden’, zegt Marjan daarop. Volgens haar is de digitale burgersurveillance een globale trend. ‘Kijk maar naar de Olympische Spelen van Parijs 2024. Daar werd algoritmische videobewaking getest, en die zal blijvend gebruikt worden.’

De Jina-revolutie

Tussen eind 2022 en begin 2023, bijna een halfjaar lang, verbrandden jonge vrouwen over heel het land openlijk hun hoofddoek, kwamen ouderen voor het eerst op straat en scandeerden studenten om de afzetting van de ayatollahs, de machtige geestelijke leiders van Iran. De dood van de jonge vrouw Mahsa Amina was de lont in een kruitvat van diepgewortelde frustraties over corruptie, watertekorten, economische wanhoop, internationale isolatie en decennialange onderdrukking.

De overheid reageerde met harde hand. Volgens mensen-rechtenorganisaties vielen er in die periode meer dan 400 dodelijke slachtoffers onder de demonstranten, onder wie minstens 23 kinderen. De veiligheidsdiensten arresteerden naar schatting 20.000 mensen, van wie intussen al minstens 10 de strop kregen, en er zeker 12 hun executie afwachten in de dodencel.

De zogeheten Jina-revolutie, verwijzend naar de Koerdische naam van Mahsa Amina, legde de diepe kloof bloot tussen de Islamitische Republiek en haar onderdanen. Een breuk die moeilijk te helen valt zonder ingrijpende hervormingen.

Hobbelige weg

Marjan vindt dat het Iraanse leiderschap zeker lessen heeft getrokken uit de Jina-beweging. Een gevestigde macht zal zich volgens haar altijd verzetten tegen fundamentele veranderingen. ‘Maar als je op straat loopt, zie je uiteindelijk wel dat de ommekeer de facto is ingezet.’

Ze wijst erop dat vreedzaam protesteren wel degelijk mogelijk is in Iran en dat kleinschaliger acties, zoals arbeidersstakingen, demonstraties van leraren en milieuprotesten in het verleden ook al successen behaalden. ‘Wat dit protest anders maakte en het een ongewenste wending gaf, was de intentie van een groep demonstranten om het leiderschap af te zetten. Dat werd het keerpunt, en zoals overal ter wereld het geval zou zijn, konden de autoriteiten dat niet accepteren.’

Om antioverheidsleuzen te doen verstommen hebben de Iraanse veiligheidstroepen met zware rubberen kogels én met scherp op demonstranten geschoten, met honderden doden en duizenden ernstig gewonden tot gevolg. ‘Ik heb dat niet aan den lijve ondervonden, maar het is triest en hartverscheurend. Het laat diepe littekens na in onze samenleving. De realiteit is echter dat veel Iraniërs sindsdien verdergaan met hun leven’, werpt Marjan op.

‘Het is belangrijk om te benadrukken dat de protesten pas gewelddadig werden toen sommige demonstranten rode lijnen overschreden die geen enkele overheid zou tolereren.’ Dat zijn volgens haar cruciale nuances die de westerse media over het hoofd zien.

‘De jongeren werden niet behandeld zoals ze verdienden’, vindt Marjan. Dat zowel mannen als vrouwen hun eisen kenbaar hebben gemaakt aan de autoriteiten, ziet ze echter als een teken van vooruitgang. ‘Het pad dat we ingeslagen zijn, zal tot positieve veranderingen leiden, maar de weg ernaartoe wordt hobbelig.’

Paraplu

Volgens Firoozeh Farvardin, een Iraanse academica en feministische activiste die al jaren in Europa woont, is de impact van de protesten naar aanleiding van de dood van Mahsa Amini diepgaander dan de zichtbare veranderingen op straat.

‘De opstand heeft geleid tot een mentale bevrijding’, legt ze uit. ‘Velen beschrijven het alsof ze door de protesten ontwaakt zijn uit een decennialange coma. Vrouwen en jongeren voelen zich nu bewust van hun positie in de samenleving en accepteren niet langer de opgelegde beperkingen, zoals de hijab.’

‘Die mentale transformatie zie ik als een revolutionaire verandering, ook al is er nog geen directe politieke vooruitgang geboekt’, gaat ze verder. Als onderzoekster aan de Universiteit van Wenen volgt ze alles wat met vrouwenrechten en de Iraanse politiek te maken heeft op de voet.

Farvardin benadrukt dat de Jina-revolutie niet louter om vrouwenrechten draaide. ‘Het protest tegen de hijab fungeerde als een soort paraplu waaronder veel verschillende vormen van onvrede samenkwamen, zoals de discriminatie van minderheden, corruptie, economische moeilijkheden en de aanpak van de klimaatverandering en watertekorten. Het was wel duidelijk dat vrouwen, zeker in het begin, het voortouw namen bij de organisatie en de mobilisatie van de protestbeweging.’

Dat illustreert volgens haar de paradox van de Islamitische Republiek: ‘Na de revolutie van 1979 ontstond er in Iran een vorm van genderapartheid, maar het is de ayatollahs nooit gelukt om vrouwen volledig uit de samenleving te verwijderen.’ De onderzoekster legt uit hoe net die doorgedreven segregatie ervoor zorgde dat vrouwen, ook uit achtergestelde en conservatieve middens, een belangrijke maatschappelijke rol gingen spelen. ‘Aangezien de samenleving werd gescheiden, waren er plots heel wat vrouwelijke leraren en artsen nodig, waardoor er tegenwoordig meer hoogopgeleide vrouwen dan mannen zijn’, zegt Marjan. Toch zijn vrouwen nog steeds onvoldoende vertegenwoordigd in de politiek en op de arbeidsmarkt.

Oorlog in het Midden-Oosten

Het voorbije jaar staan de kleine verworvenheden van de Jina-beweging opnieuw onder druk. Nu de spanningen tussen Iran en Israël toenemen, voelen gewone Iraniërs de gevolgen daarvan in hun dagelijkse leven. ‘Onlangs werden er weer twaalf mensen in één week tijd geëxecuteerd’, zegt Sara. ‘Nu het conflict hoog oplaait, letten mensen vooral op de spanningen tussen Israël en Iran. De Iraanse overheid gebruikt die afleiding om de repressie op te voeren.’

De digitale surveillance is nu meer gericht op kritiek op het Iraanse buitenlands beleid. ‘Het is vandaag gevaarlijker om online over raketten te praten dan over hoofddoeken’, weet Sara. De bekende Iraanse acteur Navid Mohammadzadeh kreeg juridische problemen toen hij een tweet met drie emoji’s plaatste na een Iraanse raketaanval op Israël.

Onderzoekster Farvardin ziet een patroon: ‘Het conflict in de regio versterkt het regime, net zoals tijdens de oorlog met Irak in de jaren ’80. De Islamitische Republiek gebruikt oorlog om interne repressie te rechtvaardigen. Veel regimes in het Midden-Oosten profiteren van het aanhoudende geweld.’ De Iraanse economie staat op instorten, maar dat het regime toch blijft investeren in militair materieel en surveillancetechnologie, wakkert volgens haar de ontevredenheid onder de bevolking opnieuw aan. ‘Ironisch genoeg komt veel van die technologie uit westerse landen die economische embargo’s opleggen’, zegt Farvardin.

Fotografe Marjan uit haar frustratie over dat westerse beleid: ‘Iran heeft geduldig onderhandeld en diplomatie aan de dag gelegd (tijdens de onderhandelingen over een nucleaire deal, red.), maar de sancties zijn onrechtvaardig, brutaal en gericht op de Iraanse bevolking. Volgens haar hebben de meeste Iraniërs hun vertrouwen in het Westen verloren. ‘Zeker nu ze zien dat er helemaal geen sancties komen voor regimes die de ergste misdaden tegen de menselijkheid begaan.’  

* Sara en Parisa zijn schuilnamen.

Deze analyse werd geschreven voor MO*154, het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Het eenzame lot van de Palestijnen