Hoe Viktor Orbán het brein van de Hongaren herprogrammeert

Analyse

Reconstructie van de pro-Russische desinformatiecampagne

Hoe Viktor Orbán het brein van de Hongaren herprogrammeert

Hoe Viktor Orbán het brein van de Hongaren herprogrammeert
Hoe Viktor Orbán het brein van de Hongaren herprogrammeert

De Hongaarse premier Viktor Orbán bezoekt de Oekraïens-Hongaarse grens, 26 februari 2022. Drie weken eerder was hij nog in Moskou en verklaarde hij dat Poetin geen oorlog wilde. © Reuters / Bernadett Szabo

Hongarije blokkeert de anti-Russische sancties van de EU niet, maar stelt zijn medialandschap wel wagenwijd open voor het Russische oorlogsnarratief. Wat zit achter deze ogenschijnlijke paradox? ‘Een paar jaar geleden konden we ons niet voorstellen dat de Hongaarse samenleving omgevormd kon worden tot een pro-Russische samenleving.’

‘Met ons in de regering zal Hongarije de gaspijpleiding steunen die niet via Rusland loopt.’ Dat is in 2008 het standpunt van Fidesz, de partij van huidig premier Viktor Orbán en op dat moment een anti-Russische partij in de oppositie. In hetzelfde jaar nodigt de Russische president Vladimir Poetin Orbán uit op een partijcongres in Moskou. Twee jaar later wordt Orbán premier van Hongarije en kondigt hij de Keleti Nyitás aan: de ‘Opening naar het Oosten’. De Hongaarse regering zal juist wél investeringen uit Rusland aantrekken.

‘Wanneer Rusland jaren later Oekraïne binnenvalt, lijkt het Hongaarse buitenlandbeleid onder controle van Moskou te staan’, zegt András Németh, die in 2008 Moskou-correspondent was voor het Hongaarse politieke weekblad HVG. ‘De regering en haar media zetten hun vergoelijkende communicatie over Rusland gewoon verder. Dat komt doordat Hongarije ook economisch de ingeslagen weg blijft volgen: de voordelen van EU- en NAVO-lidmaatschap genieten en tegelijkertijd lucratieve betrekkingen met Moskou uitbouwen.’

En in een samenleving die meermaals onderdrukt werd door Rusland is er wat ‘overtuigingskracht’ nodig om het kiespubliek nog een verregaande afhankelijkheid te doen aanvaarden na zo’n schokkende schending van de soevereiniteit van een buurland.

Van marge naar mainstream

In 2014 sluit de regering-Orbán een deal met Rusland om de Paks-kerncentrale uit te breiden: bovenop de vier reactoren van Russische makelij moeten er nog eens twee bij komen.

‘Orbán zoekt steun voor die strategische toenadering tot Rusland’, zegt Zalán Zubor van onderzoekssite Altatszo. Dat uit zich aanvankelijk in een lakse houding tegenover Russische desinformatie op ultranationalistische websites. Hídfő.ru, een “nieuwssite” van het neonazistische Hongaars Nationaal Front, krijgt zijn informatie van het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken. Wanneer hun voorzitter vijf jaar later een politieagent zal doodschieten, onderzoekt de politie enkel het extremistische milieu en niet de banden met de Russische regering.

Door de jaren heen ontstaat een media-imperium onder controle van regeringspartij Fidesz. In juli 2014, bijvoorbeeld, 
een paar maanden nadat Rusland de Oekraïense Krim heeft geannexeerd, koopt een Fidesz-zakenman Origo.hu van Deutsche Telekom en verandert deze onafhankelijke nieuwssite in een tabloid met agressieve regeringspropaganda.

Nergens anders in de EU kan pro-Russische desinformatie op zo’n grote schaal het grote publiek bereiken.

Fidesz-zakenmannen nemen het ene na het andere onafhankelijke medium over. Uiteindelijk gaan ze allemaal op in KESMA, een gigantische publieke mediaholding met meer dan 500 titels. Nergens anders in de EU kan pro-Russische desinformatie op zo’n grote schaal het grote publiek bereiken. Dat is nodig: het Fidesz-kiespubliek is nog grotendeels anti-Russisch.

In de tweede helft van 2021 verwerven Russische hackers toegang tot het versleutelde netwerk voor diplomatieke informatie van het Hongaarse ministerie van Buitenlandse Zaken. Dat onthullen de Hongaarse onderzoeksjournalisten van Direkt36. Tot na de invasie van Oekraïne weet de Russische regering van tevoren wat de Hongaren op EU- en NAVO-crisistoppen zullen verdedigen en hoe ze hun standpunten vormen.

Dat is ook zo wanneer Viktor Orbán op 1 februari 2022 Moskou bezoekt. Hij komt terug met een zogenaamde vredesboodschap: Poetin wil geen oorlog, de Amerikaanse berichten over een nakende invasie zijn ‘desinformatie’. De Hongaarse militaire inlichtingendienst bevestigt dat in het parlement. Dit narratief wordt vanuit het kabinet van de eerste minister, onder leiding van Antal Rogán, naar regeringsgezinde media uitgestuurd.

‘Facebook is medeplichtig’

Bijzonder is dat de weken voor en na de Russische invasie van Oekraïne samenvallen met een historische verkiezingscampagne in Hongarije. Voor het eerst neemt de oppositie het in verenigde slagorde op tegen Fidesz, dat al twaalf jaar alleen aan de macht is. Fidesz vreest dat veel jongeren voor de oppositie zullen stemmen. De groep tussen 18 en 35 jaar omvat bijna twee miljoen kiezers.

Megafon, een nieuw bedrijf dat regeringsgezinde influencers voor sociale media opleidt, moet jongeren warm maken voor Orbáns partij. Na vele jaren van Fidesz-bestuur klinkt dat vreemd, maar de centrale boodschappen luiden: ‘Er is een dictatuur van liberale meningen’, ‘Conservatief zijn is rebels’.

‘Regeringspropaganda vermomd als burgeractivisme’, kopt het politieke weekblad HVG. Onderzoeksjournalisten van Átlatszó onthullen dan weer dat de stichting achter Megafon, geleid door de voorzitter van mediaholding KESMA, opgericht werd met publieke middelen. Het is niet de eerste keer dat Fidesz belastinggeld gebruikt voor private campagnedoelen.

Regelmatig duiken onbekende “nieuwssites” op die met astronomische bedragen lasterlijke video’s promoten op Facebook. De advertentiebibliotheek van dit sociale platform leert dat bijvoorbeeld Aktuális actief was van najaar 2021 tot eind 2022, en in die periode 750.000 euro betaalde om berichten te verspreiden die de oppositie in een vals daglicht plaatsen. Het allereerste bericht van Aktuális levert meteen 10.000 vind­-ik-­leuks op.

Regelmatig duiken onbekende “nieuwssites” op die met astronomische bedragen lasterlijke video’s promoten op Facebook.

Ondertussen is Fidesz op zoek naar een campagneboodschap die niet overduidelijk pro-Russisch is.

Een dag voor de invasie krijgt het die boodschap cadeau van de oppositie. Kandidaat-premier Peter Márki-­Zay zegt in een interview dat, als de NAVO aan Hongarije zou vragen om soldaten naar Oekraïne te sturen, hij als regeringsleider op die vraag zou ingaan.

24 februari, de dag van de Russische invasie. Terwijl de media in de rest van Europa bol staan van nieuws over deze historische gebeurtenis, blijft het in de regeringsgezinde media in Hongarije aanvankelijk stil. Totdat ‘propagandaminister’ Antal Rogán de hoofdredacteuren bij elkaar roept.

De volgende dag komt de communicatiestoomwals op gang. Op de Facebookpagina van premier Orbán – met meer dan 1 miljoen volgers – verschijnen berichten over ‘militaire opera­ties in Oekraïne’.

Megafon en regeringsgezinde media komen unisono met een bood­schap naar buiten. Die wordt overal geboost op Facebook: Hongarije is voor vrede, zal wapenleveringen weigeren en vluchtelingen helpen. En, verwijzend naar het NAVO-­citaat van Márki-­Zay: de oppositie wil het land in de oorlog sleuren. In hun verklaringen vermelden premier Orbán en buitenlandminister Péter Szijjártó niet eens de naam van de Russische president.

Aktuális betaalt bijna 15.000 euro aan Facebook om een paar sensatiebeluste videomontages te promoten. De woorden van Márki­-Zay worden tot in den treure herhaald. Opnieuw: over Rusland geen woord. ‘De Amerikaanse techbedrijven verdienen grof geld aan oorlogspropaganda’, zegt Dávid Sajó van nieuwssite Telex. ‘En waar kunnen we terecht als we daarover vragen willen stellen? Zes miljoen Hongaren hebben een Facebook­-account, maar het bedrijf heeft niet eens een kantoor in Hongarije.’

‘Dollarmedia’

Tijdens een van de meest bekeken politieke praatprogramma’s op de publieke omroep vergelijkt complotdenker Georg Spöttle de algemene militaire mobilisatie van Oekraïne met de acties van Hitler.

‘Dat is de tactiek’, zegt Zalán Zubor. ‘De nieuwslezer brengt het nieuws vrij droog en vervolgens schuiven zogenaamde veiligheidsdeskundigen aan, die allemaal spreken vanuit het Russische perspectief. De Russische buitenland­minister Lavrov komt regelmatig aan het woord als een legitiem standpunt in een conflict. Dat heeft een diepe invloed op hoe de Hongaren naar de oorlog kijken.’

In de eerste maanden van 2022 geven de influencers van Megafon tienduizenden euro’s publieke middelen uit om Facebook­berichten met keer op keer dezelfde verkiezingsboodschap te promoten. Bijvoorbeeld: ‘We staan voor een van de belangrijkste keuzes van ons leven: vrede of oorlog.’ Steun voor Oekraïne wordt voorgesteld als pro-oorlog.

‘Dat woord past in de anti-Amerikaanse boodschap dat Oekraïne, de Hongaarse oppositie en onafhankelijke media Amerikaanse marionetten zijn.’

Ze hebben het voortdurend over ‘dollarlinks’, het nieuwe modewoord om de politieke oppositie in diskrediet te brengen. Regeringsgezinde media en zelfs de publieke omroep nemen het woord over.

Later zal daar ook het woord ‘dollarmedia’ bij komen. ‘Deze woorden zijn goed gekozen’, merkt Dávid Sajó op. ‘Ze passen in de anti-Amerikaanse boodschap dat Oekraïne, de Hongaarse oppositie en onafhankelijke media zoals wij Amerikaanse marionetten zijn. Dat hoor je zelfs van premier Orbán.’

In zijn wekelijkse radio-interviews en vele speeches stelt Orbán de Russische invasie steevast voor als een conflict tussen gelijke partijen, waarbij de Verenigde Staten de Oekraïense soevereiniteit schenden door het Oekraïense grondgebied te gebruiken voor een oorlog bij volmacht tegen Rusland. De realiteit – dat het Oekraïense leger het land verdedigt, op het Oekraïense grondgebied, tegen een buitenlandse invasie en bezetting – is bij geen enkele regeringsgezinde bron te horen.

Haat tegen Zelensky

‘Vroegere opiniepeilingen hadden uitgewezen dat Hongaarse kiezers vaak een negatief beeld hebben van Oekraïners’, zegt Sajó. ‘Dat komt door stereotiepe beelden over corruptie en de discriminatie van de Hongaarse minderheid in Oekraïne. De boodschap die het meest populair lijkt, die gebruiken ze. Zo werkt Fidesz. En dus voeden grote tabloidsites als Origo maandenlang de verontwaardiging over de Oekraïners.’

Op de voorpagina verschijnt elke dag een rode balk met een anti-Oekraïens of anti-Amerikaans bericht. De rest van de site is gevuld met platvloers clickbait over naakte borsten en billen.

Berichten van Russische staatsmedia als RT en Sputnik, die op de Europese sanctielijst staan en door Google van YouTube werden geband, komen zelfs terecht op de publieke omroep. Zo deelt Szamok, een propagandasite, beelden van RT waarbij ze het logo van RT weghalen. De staatstelevisie zendt vervolgens het bericht van Szamok uit. De Hongaarse denktank Political Capital dient een klacht in bij de Europese Commissie.

Slechts 37 procent van het Fidesz­-electoraat vindt dat ‘Rusland een ongeoorloofde daad van agressie pleegde tegen Oekraïne’.

Terwijl dit verdergaat, toont de regering­-Orbán zich in de eerste weken van de invasie een constructieve partner binnen de EU. Ze verklaart de anti­-Russische sancties te zullen steunen en reageert positief op de vraag van de Oekraïense president Volodymyr Zelensky – op dat moment verguisd in de media van dezelfde Hongaarse regering – om versneld lid van de EU te worden.

Met deze welwillende houding wil de regering-­Orbán 5,8 miljard euro uit het COVID­-19­herstelfonds en 7,5 miljard euro aan gewone EU-­subsidies deblokkeren. De Europese Commissie heeft die middelen voor Hongarije immers geblokkeerd wegens schendingen van de EU­-regels op het vlak van democratie en rechtsstaat.

Als blijkt dat de Commissie respect voor die regels blijft eisen, komt de machine opnieuw op gang. Op 9 maart, drie weken voor de verkiezingen, verschijnen op advertentiepanelen overal in Hongarije grote portretbeelden van Orbán met de boodschap: ‘Laten we de vrede en veiligheid van Hongarije vieren.’

© Reuters / Bernadett SzaboOveral in Hongarije verschenen advertentiepanelen met daarop het beeld van een bom en de bijbehorende slogan: ‘Brusselse sancties vernietigen ons’. © Reuters / Bernadett Szabo

Maar de boodschap – ‘de oppositie is pro-oorlog’ – is nu al zo vaak herhaald dat er nood is aan iets nieuw. Wanneer Zelensky in een videotoespraak voor EU­-leiders de landen opsomt waarvan Oekraïne steun heeft ontvangen, is Orbán de enige regeringsleider die hij bij naam aanspreekt: ‘Beste Viktor, aarzel je om handel
te drijven met Rusland of niet?’ Deze beelden zijn nieuwe munitie voor de verkiezingscampagne van Fidesz. De haat tegen Zelensky wordt aangewakkerd.

Eind maart peilt marktonderzoeksbureau Medián naar de opinies van de Hongaren over de oorlog: slechts 37 procent van het Fidesz­-electoraat vindt dat ‘Rusland een ongeoorloofde daad van agressie pleegde tegen Oekraïne’ (bij oppositiekiezers is dat 84 %). Van de jongere Fidesz­-kiezers, die de Sovjet­-Unie niet hebben meegemaakt, wil 65 procent dat Hongarije ‘nauwere relaties onderhoudt met Moskou dan met Washington’.

Voor én tegen de sancties

3 april. Fidesz wint de verkiezingen met overweldigende cijfers. Deze keer noemt Orbán de Oekraïense president bij naam en plaatst hij hem aan de kant van zijn tegenstanders, samen met het ‘Soros-imperium’ en de ‘internationale mainstream media’. Maar vijf dagen later stemt Hongarije opnieuw vóór een anti-Russisch sanctiepakket, inmiddels al het vijfde waarbij de regering-Orbán niet al te veel voorbehoud maakt.

Ook de onderhandelingen over het zesde sanctiepakket verlopen zonder al te veel incidenten. Maar op het einde eisen Hongaarse diplomaten plots dat patriarch Kirill van Moskou, geestelijk leider van de Russisch-Orthodoxe Kerk, van de sanctielijst geschrapt wordt.

De secretaris van het bisdom van de Russisch-Orthodoxe Kerk in Hongarije bevestigt aan Direkt36 dat de Russische regering dit aan de Hongaarse regering had gevraagd. ‘Heeft Hongarije daar enig nationaal belang bij?’, vraagt journalist András Németh zich af.

Niet veel later volgt nog een compromitterend ‘incident’: op 21 juli reist Hongaars buitenlandminister Szijjártó naar Moskou om te spreken over nieuwe gasleveringen. Op de persconferentie zegt hij geen woord als zijn Russische collega Lavrov spreekt over ‘mensen die in Oekraïne sterven omdat ze beschoten worden door de Oekraïense autoriteiten’.

In het najaar besluit de regering een ‘nationale consultatie’ te organiseren tégen ‘Brussel’. Alle grote mediakanalen en advertentiepanelen bombarderen de Hongaren met het beeld van een bom waarop staat: ‘Brusselse sancties vernietigen ons’.

Alle grote mediakanalen bombarderen de Hongaren met het beeld van een bom waarop staat: ‘Brusselse sancties vernietigen ons’.

Het beeld van een bom in connectie met de EU – het Westen als agressor – terwijl Rusland hele steden in buurland Oekraïne tot puin herleidt, is erg controversieel. ‘De eigenaars van de advertentiepanelen, onder andere het Franse bedrijf JCDecaux, hebben er geen probleem mee’, merkt Dávid Sajó op.

In de suggestieve vragen van de ‘nationale consultatie’ staat dat de sancties ‘opgelegd worden door bureaucraten in Brussel’. Nergens, ook niet in de grote media, is te lezen dat deze sancties tegen Rusland door alle EU-lidstaten, inclusief Hongarije, zijn goedgekeurd. Maar de volgehouden propaganda zal die informatie uit het collectieve bewustzijn wissen. De meerderheid van de Fidesz-kiezers denkt dat de regering de sancties niet heeft goedgekeurd. Dat blijkt uit een opiniepeiling van Political Capital.

‘We waren nooit een enthousiaste voorstander van die sancties, die schadelijker zijn voor de EU dan voor Rusland’, vertelt staatssecretaris Máriusz Révész. ‘Maar we hebben geen andere keuze, omdat we ook de geblokkeerde Europese middelen nodig hebben.’

De Hongaarse regering stemt dan ook in met het negende sanctiepakket, dat op 16 december wordt goedgekeurd, terwijl de propaganda tégen die sancties op volle toeren draait. In januari worden de resultaten bekendgemaakt: 1,5 miljoen van de 8 miljoen geregistreerde kiezers nam deel en 97 procent van hen is tegen de sancties. ‘Voor de Hongaarse regering is het belangrijk om een basis van 1,5 miljoen mensen te hebben in toekomstige EU-debatten over sancties’, zegt Révész.

Het worden nog moeilijke gesprekken over het tiende sanctiepakket, dat de EU wil afkondigen op de eerste verjaardag van de Russische invasie. ‘Het risico bestaat dat de Hongaarse regering haar veto zal gebruiken om belangrijke beslissingen van het Europese buitenlandbeleid te blokkeren, in een tijd waarin eenheid zo cruciaal is’, zegt Rudolf Berkes van Political Capital.

Hungary first

Elk jaar op 23 oktober herdenkt Hongarije de opstand van 1956 tegen de Sovjet-Unie. Mária Schmidt, de regeringscommissaris voor herdenkingen, stelde op Twitter dat het de Oekraïense Sovjetsoldaten waren die de opstand van 1956 onderdrukten. ‘Dat valse verhaal hoor je nu bij zogenaamde experten in talkshows op de publieke omroep’, zegt András Németh. ‘Het moet vandaag vooral bij de oudere bevolking de negatieve houding tegenover Oekraïne legitimeren.’

Het gaat verder. Orbán zegt in een speech dat de Hongaarse jongeren van 1956 vochten voor een ‘vredesonderhandeling met de Sovjetunie’. Dat moet zijn verhaal van ‘vrede’ onderbouwen.

Ook Ágnes Urbán van de Corvinus Universiteit in Boedapest is verontwaardigd over deze herschrijving van de geschiedenis: ‘Verhalen over Russische misdaden in Hongarije circuleren nog in elke Hongaarse familie. Dat zo’n samenleving zover gebracht wordt om de Russische agressie tegen een buurland te vergoelijken, is schokkend.’

© Reuters / Marton MonusProtest van de Hongaarse oppositie tegen de Russische inval in Oekraïne (2022). ‘Dat een samenleving zover gebracht wordt om de Russische agressie tegen een buurland te vergoelijken, is schokkend.’ © Reuters / Marton Monus

Ondertussen blokkeert de Europese Commissie nog altijd de 13,3 miljard euro aan fondsen voor Hongarije. Aanvankelijk probeerde Hongarije dit geld los weken met een welwillende houding rond sancties tegen Rusland, nu via afpersing rond steun voor Oekraïne. In november en december blokkeert de regering-Orbán een gezamenlijke lening van de EU-lidstaten van 18 miljard euro aan Oekraïne voor de heropbouw van infrastructuur.

Hongarije zou het veto opgeven als de Commissie de geblokkeerde miljarden voor Hongarije vrijgeeft. ‘In het conflict tussen Oekraïne en Rusland wordt Hongarije gedreven door Hungary First, zoals Trumps America First’, zegt staatssecretaris Révész.

Een regeringscommissaris stelde dat het Oekraïense Sovjetsoldaten waren die de Hongaarse opstand van 1956 onderdrukten.

‘Dat heeft weinig met anti-Oekraïne of pro-Rusland te maken en evenmin met het nationale belang van Hongarije’, zegt András Németh. ‘Deze cynische houding is eerder ingegeven door het eigenbelang van de heersende partij, ten koste van de heropbouw van een buurland dat werd aangevallen. Diplomaten van andere lidstaten zien hun Hongaarse collega’s steeds meer als “toxisch”. Dat is pas gevaarlijk voor ons nationale belang.’

Tijdens een informele ontmoeting met buitenlandse mediafiguren die hem bewonderen, alludeert Orbán zelfs op een ‘Hunxit’. De Amerikaanse schrijver Rod Dreher schreef een verslag: ‘Iemand vroeg de premier of hij wilde dat Hongarije in de EU bleef. “Absoluut niet!”, zei hij, eraan toevoegend dat Hongarije geen keus heeft omdat de economische voor- spoed van het land ervan afhangt.’ In hetzelfde gesprek zegt Orbán: ‘Al het slechte van de laatste dertig jaar Europese geschiedenis is verankerd in Brussel.’

Uiteindelijk steunt Hongarije de EU-maatregel om de Europese Vredesfaciliteit, een fonds waaruit de lidstaten de prijs van de aan Oekraïne geleverde wapens vergoed krijgen, te verhogen tot 2 miljard euro. Hongarije steunt op deze manier wapenleveringen aan Oekraïne, ondanks de propaganda daartegen op het thuisfront.

Die propaganda begint de Oekraïense regering danig op de zenuwen te werken. Eind januari ontbiedt ze de Hongaarse ambassadeur. ‘De anti-Oekraïense retoriek, sinds lange tijd, berokkent de Oekraïens-Hongaarse relaties ernstige en onherstelbare schade’, klinkt het op de website van het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken.

‘Fidesz is niet per se pro-Russisch’, zegt Dávid Sajó. ‘De partij wordt door niks anders gedreven dan de wil om aan de macht te blijven. En als zo’n politiek systeem eenmaal verbonden raakt met Rusland, wordt het een strategisch doel om het te handhaven. Als je een heel media-imperium hebt, dan gebruik je dat uiteraard om dat doel te bevorderen.’

Deze analyse werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.