Vrouwen in India eisen veiligheid, ook ‘s nachts

Analyse

Steeds meer slachtoffers van gendergeweld

Vrouwen in India eisen veiligheid, ook ‘s nachts

Elke dag worden er in India 86 gevallen van verkrachting aangegeven. Meestal kraait er geen haan naar, maar soms barst de verontwaardiging over zoveel gendergeweld open. De afgelopen weken kwamen vrouwen massaal op straat om hun recht op de nacht op te eisen. Wat is er aan de hand?

Het hadden kleine berichten op de binnenpagina’s van de Indiase kranten kunnen zijn. In de nacht van 9 augustus werd een 31-jarige postdoctorale medische studente verkracht en vermoord in het R.G. Kar-ziekenhuis in Kolkata, West-Bengalen. Op 13 augustus werden in Badlapur, Maharashtra, twee kleuters seksueel misbruikt door poetspersoneel op de schooltoiletten. Op 18 augustus werd een twintigjarige (dalit) verpleegster verkracht door de directeur van een privéziekenhuis in Moradabad, Uttar Pradesh. Op 21 augustus bleken er elf meisjes seksueel misbruikt te zijn geweest tijdens een zomerkamp op een school in Krishnagiri, Tamil Nadu. Op 26 augustus werd een 19-jarige studente verpleegkunde bewusteloos aangetroffen in het district Ratnagiri, Maharashtra. Volgens de eerste berichten werd ze gedrogeerd en verkracht door de autoriksjachauffeur die haar naar huis moest voeren.

Door een samenloop van omstandigheden werd de verkrachting en moord in Kolkata voorpaginanieuws (zie kader), waardoor elk seksueel vergrijp in India in augustus breaking news werd. ‘Maar iedereen, van daders tot politieke verantwoordelijken, rekent erop dat media noch publiek die aandacht volhouden’, zegt Vrinda Grover in een interview met The News Minute. ‘Mijn ervaring is dat er na een tijdje maar twee mensen overblijven: het slachtoffer en haar advocaat. Daarom moeten media hierover blijven berichten en ook opvolgingsverhalen brengen.’

Röntgenfoto van een schandaal

Het slachtoffer dat in de nacht van 9 augustus verkracht en vermoord werd in het R.G. Kar-ziekenhuis in Kolkata, West-Bengalen, was een 31-jarige postdoctorale medische studente. Zij nam een rustpauze tijdens een 36 uur durende shift, maar kon niet terecht op de plek die ze daar anders voor gebruikte en ging daarom naar een leslokaal. Daar werd ze verkracht en uiteindelijk vermoord.

De verontwaardiging heeft zeker te maken met het brede besef dat nachtelijke medische zorg voor iedereen van levensbelang kan zijn. Het slachtoffer (we gebruiken haar naam niet omdat het tegen de wet is in India, hoewel veel Indiase media zich daar niet aan houden) bevond zich bovendien niet ’s nachts op straat en was niet verwikkeld in een ingewikkelde verhouding met de dader. Ze was met andere woorden een “ideaal slachtoffer” waarmee iedereen zich kon en wou identificeren.

Heel snel circuleerde bovendien het gerucht dat het niet om een “ordinaire” seksuele verkrachting ging, maar om een moord die moest voorkomen dat het slachtoffer de systemische corruptie op R.G. Kar zou uitbrengen. Dat gerucht kreeg extra brandstof toen Sandip Ghosh, de directeur van het ziekenhuis annex medische hogeschool, drie dagen na de verkrachting ontslag nam. Helemaal wraakroepend werd het toen Ghosh nog diezelfde dag een nieuwe benoeming kreeg als directeur van het Calcutta National Medical College. Daardoor begon de woede zich ook tegen de deelstaatoverheid en deelstaatpremier Mamata Bannerjee te richten. Dat was trouwens aanleiding voor de BJP, die aan de macht is in India maar in West-Bengalen niet echt voet aan de grond krijgt, om gepolitiseerde protesten te organiseren.

Gendergeweld begint bij genderongelijkheid

Ik ben altijd terughoudend geweest om te schrijven over sterk gemediatiseerde verkrachtingszaken in India omdat ze in Europa zo makkelijk een comfortabel gevoel van morele superioriteit voeden. Dat bleek bijvoorbeeld bij de Nirbhaya-verkrachtingszaak in Delhi, een brutale groepsverkrachting in een rijdende bus op 16 december 2012. Tijdens een gesprek in Terzake daarover kreeg ik toen de vraag: ‘Wat zit er fout in de Indiase cultuur dat mannen zich zo gewelddadig gedragen tegenover vrouwen?’ Ik had gelukkig die middag de cijfers van gerapporteerde verkrachtingen in België opgezocht, zodat ik de aanname – dat seksueel geweld tegen vrouwen een typisch Indiaas fenomeen was – meteen kon weerleggen. Seksueel geweld tegen vrouwen is geen typisch Indiaas fenomeen.

Maar wanneer wordt terughoudendheid medeplichtigheid? Klimaatjournalist Stella Paul, een van een tiental vrouwenactivisten die ik contacteerde voor dit artikel, is in ieder geval blij met mijn intentie om een stuk te schrijven over het thema. ‘Mijn familie was niet gelukkig met mijn geboorte, want ze hoopte op een jongen. Toen ik anderhalf jaar was, kreeg ik difterie (of kroep, een dodelijke infectieziekte, red.) en vernietigde mijn familie de geneesmiddelen die me makkelijk hadden kunnen genezen. Ik overleefde enkel dankzij mijn moeder omdat zij een dokter vond die een ultieme operatie wou uitvoeren. Ik leef sindsdien met een litteken op mijn keel, een tastbaar getuigenis van wat ons toxische, patriarchale systeem aanricht.’

Schrijven over de R.G. Kar-verkrachtingszaak zou onvolledig zijn als het niet ook over Reclaim the Night zou gaan, de nachtelijke protesten waarmee vrouwen over heel India hun recht opeisen om ook na het vallen van de duisternis veilig te zijn op het werk, op straat en in hun huizen. ‘Wat we vandaag meemaken, is een ongekende, gedecentraliseerde en massale opstand onder leiding van vrouwen’, reageert Aparna Ghosh, een geëngageerde leerkracht, vanuit Kolkata. ‘De verontwaardiging vertaalt zich in actie, en niet alleen in Kolkata waar de jonge dokter verkracht en vermoord werd. Dit is een beweging die over heel India vrouwen op straat brengt, wat in schril contrast staat met de protesten na de Nirbhaya-verkrachtingszaak van 2012. Toen bleef het allemaal meer beperkt tot Delhi waar de misdaad had plaatsgevonden.’ Die zaak kreeg ook hier heel veel media-aandacht.

Maar het probleem ligt ontzettend diep. Op 21 augustus staat in The Wire: ‘Niet minder dan 151 volksvertegenwoordigers in het nationale parlement of in de deelstaatparlementen hebben een rechtszaak tegen hen lopen wegens misdaden tegen vrouwen. Dat blijkt uit een onderzoek van in totaal 4693 verklaringen.’ Als gendergeweld zelfs bij volksvertegenwoordigers zo vaak voorkomt, hoeft het niet te verbazen dat er zo weinig gebeurt om dat geweld structureel te bestrijden. ‘Zo lang daders van seksuele misdrijven politieke macht hebben, kan je moeilijk verwachten dat de wet andere seksuele roofdieren angst inboezemt’, vat Stella Paul het samen.

Maar het gaat niet enkel om brutaal geweld.

De Global Gender Gap Index 2022, gepubliceerd door het World Economic Forum, plaatst India op plaats 135 van 140 landen. De index meet economische participatie en kansen, behaald onderwijsniveau, gezondheid en levensduur en politiek empowerment. In 2022 was in India minder dan een op de vier volwassen vrouwen actief in het formele of informele arbeidscircuit, stelde de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) vast. Die 24% is zelfs een achteruitgang ten opzichte van 1990, toen dat 27,8% was. Volgens de Indiase regering sprong dat cijfer eind vorig jaar plots naar 37% vrouwelijke arbeidsparticipatie, maar die toename lijkt volledig gerealiseerd te zijn door het meetellen van vrouwen die niet betaalde arbeid verrichten.

Volgens het Status of Women Report 2015, het resultaat van een overheidsopdracht uit 2013, verbergt dat cijfer van vrouwelijke arbeidsparticipatie nogal wat onderlinge verschillen. In stedelijk India neemt maar 15,5% van de vrouwen deel aan de arbeidsmarkt, terwijl dat in ruraal India 30% is. Van de moslimvrouwen is maar 10% beroepsactief en van de ”werkende“ vrouwen heeft slechts 4% een formele status, inclusief sociale bescherming. En uiteraard spelen genderstereotypes een rol in studie- en beroepskeuze. Op medische opleidingen zitten meer vrouwelijke dan mannelijke studenten, terwijl meisjes maar 26% uitmaken van de ingenieursstudenten.

De kansen van dalitvrouwen (dalits zijn de vroeger onaanraakbare kastegroepen) op de arbeidsmarkt zijn extra beperkt als gevolg van voortdurende vooroordelen en blijvende praktijken van onaanraakbaarheid, ook in de steden, waardoor ze meestal enkel in smerige en onderbetaalde banen terechtkunnen. Datzelfde rapport maakt overigens heel duidelijk dat genderongelijkheid véél ruimer is dan louter inkomensongelijkheid of lage arbeidsparticipatie: ‘In India worden de economische, politieke, religieuze, sociale en culturele instellingen grotendeels gecontroleerd door mannen. De dominante patriarchale waarden worden versterkt en gelegitimeerd door een combinatie van familie, kaste, gemeenschap en religie.’

Genderdiscriminatie is verantwoordelijk voor een volkomen scheefgegroeide bevolkingssamenstelling in India.

Meisjes zijn ongewenste last

Dat leidt volgens het rapport tot een cultuur waarin ‘vrouwen vereerd worden als godinnen en tegelijk vermoord worden voor hun bruidsschat.’ De cijfers die de overheid rapporteert over gendergeweld laten zien dat er van verbetering op dat vlak voorlopig geen sprake is. Het aantal formeel geregistreerde klachten van geweld tegen vrouwen steeg van 320.000 in 2015 naar 428.278 in 2021.

Een van de meest zichtbare vormen van gendergeweld is de genderselectie voor de geboorte of de discriminerende behandeling na de geboorte. Documentairemaakster Nupur Basu maakte er in 2008 voor de BBC No Country for Young Girls over. ‘De selectieve abortus van vrouwelijke foetussen is illegaal in India, maar wordt op industriële schaal toegepast. Die praktijk is het resultaat van een samenleving die zonen aanbidt en dochters verwerpt en wordt mogelijk gemaakt door de betrokkenheid van de medische gemeenschap, de politie, het gerecht en de politici’, zegt ze in een reactie op het recente geweld.

Bij de jongste volkstelling van 2011 bleek die genderdiscriminatie verantwoordelijk voor een volkomen scheefgegroeide samenstelling van de bevolking. Voor elke duizend jongens jonger dan zes jaar zijn er in India slechts 914 meisjes. Jongens krijgen de voorkeur omdat ze later moeten zorgen voor hun bejaarde ouders en omdat ze de familielijn voortzetten. Meisjes worden vaak gezien als een ongewenste last, zeker met de sterk stijgende verwachtingen op het vlak van de bruidsschat die ze hun schoonfamilie moeten aanbieden.

Bovendien verhuizen de meisjes na een huwelijk naar die schoonfamilie, waardoor de investeringen in onderwijs of welzijn ook wel voorgesteld kunnen worden als een “verliespost” die alleen de andere familie ten goede komt. Dat verklaart onder andere waarom tien jaar geleden 35% van alle Indiase meisjes en vrouwen ongeletterd was, een percentage dat tot het hoogste ter wereld behoort.

‘Van vrouwen wordt verwacht dat ze allerlei wreedheden – van beledigingen en huiselijk geweld tot verkrachting en kindhuwelijken – in stilte verdragen, want als en wanneer ze die stilte doorbreken, zijn de gevolgen enorm’, zegt het Status of Women Report 2015. Dat is ook de overtuiging van Rukmini Rao, een vooraanstaande vrouwenrechtenactiviste uit Hyderabad. ‘Dowry deaths (moorden op vrouwen van wie de schoonfamilie vindt dat ze een te lage bruidsschat meebrachten, red.), acid attacks (aanvallen met bijtend zuur, red.), honor killings (zogenaamde eremoorden, in India vaak verbonden met kaste, red.), we zijn er intussen zo aan gewend geraakt dat dit geweld het nieuws niet meer haalt’, zei ze tijdens een gesprek in oktober.

Geweld in het meervoud

Geweld tegen vrouwen neemt toe in India, zegt Nupur Basu. De laatste cijfers tonen aan dat er elk jaar meer dan 32.000 verkrachtingen aangegeven worden. Dat zijn er 86 per dag. In België zijn er dat 13. Tel daar de niet gerapporteerde feiten bij, de vele andere vormen van online en offlinemisbruik, huiselijk geweld en huwelijksverkrachtingen en je krijgt een idee van de omvang van het probleem. ‘In India neemt gendergeweld heel verschillende vormen aan en de maatschappelijke reactie op al die misdaden is selectief, afhankelijk van kaste en klasse.’

‘Gendergeweld is in India wel algemeen, maar niet veralgemeenbaar.’
Nupur Basu

‘Gendergeweld is in India nooit een geïsoleerd probleem’, zei ook Vandana Gopikumar tijdens een gesprek in Chennai vorige maand. Ze is initiatiefneemster en directrice van The Banyan, een initiatief dat dakloosheid en mentale gezondheidszorg voor alleenstaande vrouwen op de agenda plaatst. ‘In India wordt een groot deel van het leven bepaald door sociale rollen en die hangen samen met gender, klasse en vooral kaste. Hoe lager vrouwen zich in de kastenhiërarchie bevinden, des te kwetsbaarder ze worden voor discriminatie, voor beledigingen, voor echt geweld.’

‘Gendergeweld is in India wel algemeen, maar niet veralgemeenbaar’, is de visie van Nupur Basu. ‘Het is een realiteit die andere gedaanten aanneemt en waarop verschillend gereageerd wordt naargelang de kaste en klasse van daders of slachtoffers.’ Dat is ook de mening van Sujatha Rao, die aan het hoofd stond van de federale overheidsdienst voor het ministerie van Gezondheid en Familiewelzijn en in 2017 het boek Do We Care? India’s Health System publiceerde: ‘De patriarchale normen en waarden vind je terug bij alle religies, kasten en klassen, maar ongeschoolde vrouwen en vrouwen van lagere kasten worden wel geconfronteerd met zwaarder geweld en meer misbruik.’

Nupur Basu: ‘Vrouwen uit alle kasten en klassen delen hun tweederangsstatus in deze samenleving, dus ook vrouwen uit hogere kasten of klassen zijn kwetsbaar. Geweld tegen vrouwen van lagere kasten, en zelfs verkrachtingen van meisjes en vrouwen die tot de dalits of adivasi’s (inheemse gemeenschappen, red.) behoren, komen echter zo vaak voor dat ze geen ophef meer veroorzaken. Gecombineerd met de wijdverbreide vrouwenhaat resulteert die kastendiscriminatie ook in een ontstellend laag aantal veroordelingen.’

Toch functioneert kaste- en genderdiscriminatie niet overal op dezelfde manier. In zuidelijke deelstaten als Kerala, Tamil Nadu en Karnataka hebben vrouwen bijvoorbeeld veel meer toegang gekregen tot goed onderwijs, waardoor hun stem ook politiek veel zwaarder weegt. ‘Dat zorgt voor een meer genderveilige omgeving,’ reageert Sujatha Rao, ‘maar daarmee is niet alles gezegd. Het kastengeweld blijft aanzienlijk, ook in het zuiden. En dat vertaalt zich altijd in geweld op vrouwen.’

Het ideale slachtoffer

In de dagen na de Nirbhaya-verkrachtingszaak in 2012 liet Mohan Bhagwat, de opperste leider van de hindoenationalistische massabeweging RSS, optekenen dat ‘misdaden tegen vrouwen enkel voorkomen in India, niet in Bharat (de Sanskrietnaam voor India, red.)’. Het is de verwesterde levensstijl van de Indiase steden die tot geweld tegen vrouwen leidt, vond Bhagwat, ‘terwijl de waarden en normen van het traditioneel hindoeïstische Bharat alle respect en eerbied opbrengen voor vrouwen’.

Bhagwats stelling was opvallend, maar niet uitzonderlijk. In 2020 liet het Hooggerechtshof van Karnataka een man vrij die beschuldigd werd van het verkrachten van zijn werkgeefster, omdat de vrouw na de gewelddaad in slaap gevallen was. ‘Dat past niet voor een Indiase vrouw en het is niet de manier waarop onze vrouwen reageren wanneer ze onteerd zijn’, vond rechter Krishna S. Dixit.

In een scherpe opiniebijdrage voor The Economic & Political Weekly in 2021 schreef de advocate Disha Wadekar daarover: ‘Door steeds weer te argumenteren dat een slachtoffer “een vrouw was die zichzelf respecteerde”, of “een kuise Indiase vrouw”, of “een eerbare en deugdzame vrouw” werd het beeld van het ideale slachtoffer gecreëerd, degene die gerechtigheid verdient.’ Wadekar argumenteert dat het ideale slachtoffer wordt gemeten aan standaarden die teruggaan tot de eeuwenoude voorschriften van Manu, de wetgever die ook de opdeling van de samenleving in kasten vastlegde. ‘Wat deugdzame mensen omschrijven als een goede vrouw, is een vrouw die haar gedachten, woorden en lichaam onder controle heeft en nooit ontrouw is’, schreef Manu.

De consequentie van die benadering van daders en slachtoffers is dat het voor vrouwen uit onderdrukte kasten bijna onmogelijk is om gezien te worden als “ideale slachtoffers”. Wadekar verwijst naar de verkrachtingszaak van het inheemse meisje Mathura in 1972, waarbij het Hooggerechtshof van Maharashtra de daders in eerste instantie vrijliet omdat het slachtoffer ‘promiscue en gewend aan seks was, geen alarm geslagen had of om hulp geroepen had en er geen tekenen van fysiek geweld aangetroffen waren’. In dezelfde lijn ligt de vaststelling dat de verontwaardiging veel luider en algemener is wanneer lagekastenmannen zich vergrijpen aan een vrouw uit een hogere kaste dan wanneer de kastenverhoudingen omgekeerd zijn.

Bij seksueel geweld tegen kinderen blijkt in het overgrote deel van de aangiften dat de dader een nauwe verwant van het slachtoffer is. Die familiale realiteit zorgt ervoor dat in het overgrote deel van de aangiften van aanranding of verkrachting van kinderen de dader een nauwe verwant van het slachtoffer is. Met als resultaat dat er vanuit hogere kasten of klassen nagenoeg geen meldingen gedaan worden om de sociale schade en schande te beperken. ‘Het zijn de armen en de lage kasten die dit gevecht voor ons allemaal voeren’, merkte activiste Trisha Shetty op tijdens een programma op Al Jazeera op 23 augustus.

Geweld beantwoorden met opvoeding

In Kolkata, en daarna in tal van andere Indiase steden, gingen vrouwen de straat op om te protesteren tegen de voortdurende schendingen van hun recht op veiligheid, eigen keuzes en fysieke integriteit. Dokters en ander medisch personeel legden het werk neer en media besteedden extra veel ruimte aan gendergeweld. De schaal is groter, maar het protest herinnert wel aan de demonstraties in Delhi in 2012 en aan andere beruchte verkrachtingszaken daarvoor en daarna.

Volgens Sujatha Rao hebben die voorgaande protesten niets veranderd voor vrouwen. ‘Er is niets gebeurd om de werkplekken van vrouwen veilig te maken. Nu meer vrouwen gaan studeren en hun individuele rechten opeisen, worden ze ook kwetsbaarder voor het seksuele roofgedrag van mannen die vaak handelen onder invloed van alcohol en pornografie.’

Urvashi Butalia, oprichtster en directeur van de feministische uitgeverij Zubaan, nuanceert dat. Zubaan gaf zes baanbrekende studies over seksueel geweld in Zuid-Azië uit (Body of Evidence) en Butalia weet dus héél goed hoe pijnlijk en afschuwelijk de realiteit is. Toch zei ze tijdens een gesprek in oktober vorig jaar: ‘Het klopt dat de statistieken aangeven dat er jaar na jaar meer gewelddaden of misdaden tegen vrouwen worden aangegeven bij de politie. Dat toont tegelijk een groeiend probleem, maar ook een toenemend debat erover. Er is een voortdurend probleem met geweld tegen vrouwen, maar dat maakt van India nog niet het slechtste land voor vrouwen. Er zijn de voorbije decennia immers ook echt positieve dingen gebeurd. Kijk maar naar de verplichting om in de panchayats of dorpsraden te streven naar een gelijke vertegenwoordiging voor vrouwen. Daardoor zijn er vandaag bijna anderhalf miljoen vrouwen die hun lokale gemeenschap mee besturen.’

De vaststelling dat vrouwen meer geweld ondervinden naargelang ze meer vrijheid opeisen mag volgens de vrouwen van Reclaim the Night niet leiden tot het soort aanbevelingen waarmee de deelstaatoverheid in West-Bengalen kort na de verkrachtingszaak naar buiten kwam. Met name de aanbeveling dat vrouwen zo weinig mogelijk in nachtdienst ingezet moeten worden, vindt geen genade. In een open brief van 22 augustus reageren de vrouwen van Reclaim The Night dat zoiets ondoenbaar is. ‘Want hoe ga je vroedvrouwen vervangen? Of vrouwelijke dokters en verplegend personeel dat overwegend vrouwelijk is? Bovendien is het exact het tegengestelde van wat vrouwen eisen, namelijk structurele ingrepen om hun recht op arbeid veilig te kunnen uitoefenen. Zorg er integendeel voor dat er voor vrouwen én voor mannen veilige plekken zijn waar ze tijdens hun lange nachtdiensten kunnen uitrusten. Hoe moeilijk kan dat zijn?’, vragen ze zich af.

‘Aan de andere kant,’ reageert Aparna Ghosh, ‘geloof ik niet dat steeds zwaardere straffen, laat staan de doodstraf, vrouwen bescherming bieden tegen seksueel geweld’. Ook de andere feministische voortrekkers die ik contacteerde verzetten zich tegen de populistische roep naar snelrecht en de doodstraf voor daders. ‘De vier daders van de Nirbhaya-verkrachting uit 2012 werden veroordeeld tot de doodstraf. Die straf werd in 2020 effectief uitgevoerd. Maar het afschrikkingseffect van die executies was nul’, zegt Vrinda Grover. ‘De doodstraf dient enkel om politieke punten te scoren, niet om het onderliggende probleem aan te pakken.’

Op de vraag wat er dan wel moet gebeuren, luidt het antwoord opvallend vaak: meer en betere opvoeding, met name seksuele opvoeding. Voor Rukmini Rao is het een echte cri du coeur: ‘In antiek India werd seksualiteit in al zijn vormen gevierd als een bron van genot en leven. Kijk maar naar de afbeeldingen op de tempel van Khajurao en op zoveel andere, kleine en grote tempels in India. Vandaag is seksualiteit echter taboe op school en zijn de gezinnen te preuts om het over seks te hebben. Kinderen kennen hun eigen lichaam niet. Meisjes worden in het ongewisse gelaten over menstruatie. Jonge mannen groeien gescheiden van meisjes op en vormen zich een beeld van seksualiteit louter op basis van porno die in toenemende mate en goedkoop voorhanden is op mobiele apparaten. Vrouwen worden gereduceerd tot seksuele objecten, mannen worden gewelddadiger.’

Vandaag is seksualiteit taboe op school, en zijn de gezinnen te preuts om het over seks te hebben.

Een einde aan het machtsmisbruik

Sujatha Rao steunt de oproep voor betere seksuele opvoeding, maar denkt dat ook dat niet volstaat. ‘Daarnaast is er dringend behoefte aan betere handhaving van bestaande wetten en aan een sneller en effectiever rechtssysteem. Maar ook aan meer en betere carrièrekansen voor meisjes, meer geloof in gelijke rechten en een versnelde inspanning om tot een gendergelijke samenleving te komen.’

Repressie voldoet nooit als antwoord, gelooft Rukmini Rao. ‘Feministische actie beperkt zich niet tot protest tegen individueel geweld, maar richt zich ook op betere toegang voor meisjes tot kwalitatief onderwijs, op voedzame middagmalen op school, op veilige mobiliteit, op verzet tegen alcoholisme. De gruwel van gendergeweld duurt in India al eeuwenlang. Toch blijven we als feministen, mannen en vrouwen, vechten voor verandering. We willen nieuwe en betere wetten én dat die beter afgedwongen worden. En we willen dat er een einde komt aan het machtsmisbruik van mannen over vrouwen, wat seksueel geweld uiteindelijk is. De overheid moet daarvoor eindelijk haar verantwoordelijkheid nemen.’

Gie Goris schreef INDIA. De onzichtbare gigant (432 blzn, uitgeverij Lannoo) dat dit voorjaar verscheen. 

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in