Ik wens ons een beter schooljaar toe dan het vorige

Column

De maand van Titia De Haes

Ik wens ons een beter schooljaar toe dan het vorige

De eerste schoolweek zit er bijna op. Samen met OKAN-leerkracht en MO*columniste Titia De Haes keren we nog even terug naar de eerste dag. Een dag vol hoop, verwachtingen en wensen. Niet het minst van de leerkracht zelf. 'Vandaag wens ik alle kinderen wereldwijd een plekje in een klaslokaal.'

Mijn sandalen liggen aan de groene deur van mijn vrolijke klaslokaal. Voor me kijken acht glunderende en voorlopig nog onbekende gezichtjes me aan. Zowel de digitale als de analoge klok geeft tien uur ’s ochtends aan, maar geen enkel kind zou me dat kunnen zeggen. Mijn leerlingen zijn nieuwsgierig maar ook moe, droevig en kwetsbaar. Een uur geleden vonden ze hun weg naar onze klas en nog maar enkele weken of maanden geleden, samen met hun familie, die naar België.

Mijn klas vulde ik de afgelopen jaren met boeken, spullen van over de hele wereld, spelletjes, een rusthoek met een verzwaringsdeken en duizend nieuwe kansen. Er staat ook een kast met tweedehandskledij.

Enkele leerlingen dragen op deze warme eerste schooldag een trui. Voor Bilal* is dat geen probleem, want voor hem is dit nog fris. Dina heeft het wel warm, alleen heeft ze onder haar trui geen T-shirt aan, dus haal ik er één voor haar uit de kast, een kast die al veel families heeft geholpen. Aatifa heeft dan weer geen waterfles. Ik geef haar de mijne, die ik deze zomer meenam van vakantie. Ik drink straks wel iets in de leraarskamer.

Lesgeven is al enkele jaren mijn hoofdberoep, maar dat diploma wandelde niet met gemak mijn leven binnen. Drie keer heb ik een jaar moeten overdoen in het secundair onderwijs. Om in het hoger onderwijs te mogen afstuderen, moest ik na een extreem hobbelig parcours voor een commissie smeken om me een laatste kans te geven. De ironie wil dat diezelfde school me jaren later vroeg om te komen illustreren op de campus.

Ik weet dat opgeven een aantrekkelijke keuze is, zeker wanneer je welkomstgeschenk in België een gratis rugzak vol vooroordelen is.

Nu ben ik de eerste en enige met een diploma hoger onderwijs in mijn familie. Thuis hadden we het niet breed. Ik kom net zoals veel mensen, helaas, uit een gebroken nest. Ik moest steeds opkomen voor mezelf. Dat geldt ook voor veel van de kinderen die landen in mijn klas, dat weet ik. Maar hier, in dit klaslokaal, sta ik op de juiste plek. Hier in onze klas sta ik op professioneel vlak het sterkst. Hier in onze klas wil ik de kinderen zich minstens even sterk laten voelen als ik mezelf voel.

Tijdens mijn studies zat ik vaak machteloos met mijn handen in het haar wanneer de zoveelste rekening binnenkwam. Hulp om mijn trauma te verwerken en mentaal sterker te worden zocht en vond ik. Maar ik kon het niet betalen.

Dat dit demotiverend is, weet ik. Maar ik ben een witte, Nederlandstalige vrouw en weet ook dat dit bij mensen van een andere afkomst dubbel zo hard kan zijn. En dat dit bij sommigen zal gebeuren. Ik weet dat opgeven een aantrekkelijke keuze is, zeker wanneer je welkomstgeschenk in België een gratis rugzak vol vooroordelen is.

Ik weet dat een bord warm eten tijdens de schooldagen een mooi verpakte oplossing, maar eigenlijk geen optie is. Laat dat geld naar de wortel van het probleem gaan. Laat scholen zelf kiezen of ze budgetten aanvragen voor gezond en warm eten. Laat ons stoppen met witte geprivilegieerde maatpakken ruzie te laten maken in een parlement over de ondertussen verzuipende leerlingen en dito verzuipend onderwijs.

Dromenjagers

Ook al spreekt ieder kind een andere taal en (nog) niet iedereen Nederlands, in onze klas spreken we nu al dezelfde taal. We zijn een klas van dromers, weglopers en verjaagden.

Tijdens die eerste schooldagen probeer ik zo dicht mogelijk bij de leerlingen te komen en hen te lezen (wie zijn de kinderen in mijn klas?). We gaan samen een nieuwe taal leren, dus iedereen zal geduld moeten hebben, de kinderen en ik.

Behalve een andere taal, hebben mijn leerlingen ook verschillende leeftijden en niveaus in rekenen. Terwijl de ene leerling nog maar net tot twintig kan tellen, uit de andere leerling zijn interesse in biometrie. Wat dat precies is, moet ik zelf met hem opzoeken met behulp van een vertaalapp.

Het zal weer een pittig jaar worden, dat weet ik al. Het zal voor leerkrachten ook weer een ratrace zijn, waarin ze verder worden uitgeperst. Maar op de eerste schooldag ademen duizenden leerkrachten, net als ik, nog frisse moed in bij het binnenstappen van hun klaslokaal.

Toch weet ik dat het een jaar zal worden waarin ik me weer zal opjagen wanneer ik hoor dat een kind geen plek heeft op een Antwerpse school. Een jaar waarin anderstalige kinderen met vermoedelijke leerproblematiek weer twee jaar zullen moeten wachten om zich ergens te mogen aanmelden Want aanmelden voor een diagnose duurt lang. Onrechtstreeks betekent het: zich aanmelden voor een jarenlang parcours vol teleurstelling met 60% kans dat dit kind geen school zal hebben.

Vandaag droom ik van een schooljaar waarin ik niet moet schreeuwen om hulp om dan te moeten vaststellen dat het erg is, maar dat je er niets aan kan doen.

Niet ieder kind dat in België naar school gaat, heeft een eerlijke kans. Voor velen lijkt het een ver-van-mijn-bedshow, maar dat is het niet. In elk klaslokaal zit wel een kind met een tegelijk tastbare en onzichtbare rugzak.

Misschien is het een kind zonder ouders, zonder gezond eten in zijn brooddoos, zonder diagnose, zonder hoop en zonder de durf om te spreken over waar hij van wakker ligt. Misschien is het een kind van wie de vader in een oorlog vecht. Misschien is het een kind van wie de familie in Gaza in zakken van 16 kilo aan verbrand vlees zit. Misschien is het een toekomstige dokter van wie de achternaam en huidskleur ervoor zal zorgen dat die niet dezelfde kansen krijgt als een ander kind.

Vandaag droom ik van een schooljaar waarin ik niet moet schreeuwen om hulp bij officiële instanties en ventileren bij collega’s om dan te moeten vaststellen dat het erg is, maar dat je er niets aan kan doen. Dit schooljaar wil ik in maart niet tegen ouders zeggen dat hun zoontje pas in september naar school kan gaan omdat er nergens plaats is.

Ruimte voor hoop

Een week eerder zette ik al mijn klas op orde, met alle pennenzakken en leesboeken op alle banken voor iedere leerling. Ik bedacht me op dat moment hoe het niet lang meer zou duren voor de geur van gouache (een type waterverf, red.) de klas zou vullen.

Net zoals de lievelingsmuziek van mijn leerlingen snel het lokaal zal vullen. Die mogen ze zelf toevoegen aan mijn playlist. In mijn klas zitten kinderen die niet eens mogen zingen in de straten van de plek waar ze zijn geboren.

Vandaag leggen we nog maar de basis. We leren elkaar kennen zonder gemeenschappelijke taal.

Mijn Afghaanse leerling zal hier kunnen zingen uit volle borst. De Eritrese jongen zal hier zijn wereld kunnen opentrekken. Op het bed van mijn Palestijnse leerlingen zal geen bom vallen. Het stille Poolse meisje mag me heel de dag om bevestiging komen vragen. En de vrolijke Marokkaanse jongen telt nu al heel goed tot tien.

Om hun te tonen dat het hier allemaal mag, zing ik weleens opdrachten in de klas. Ik gebruik weleens wat theatraliteit in het leven. Wanneer het dan tijd is om fruit te eten, begrijpen mijn leerlingen zo zonder woorden dat ze mogen stoppen met hun knip- en plakopdracht. Ieder van hen neemt een doosje met fruit uit de boekentas. Dat élk kind fruit mee heeft, daar word ik zo gelukkig van. In stilte eten ze het op en ik merk hoe iedereen elkaar al wat vaker durft aan te kijken en te glimlachen naar elkaar.

Vandaag is het nog geen tijd voor mijn playlist. Vandaag leggen we nog maar de basis. We leren elkaar kennen zonder gemeenschappelijke taal. We voelen hoe dicht we bij elkaar kunnen raken en hoelang de concentratieboog is van elk kind.

Mijn leerlingen begrijpen nog niets, of maar een beetje van wat ik vertel vooraan in de klas. Terwijl mijn handen spreken, maakt mijn mond klanken die sommige kinderen nog niet kunnen vormen.

Mijn gsm is de gsm van de kinderen. Die fungeert als tolk met standaard acht talen op het toetsenbord. Voor sommige kinderen is dit toestel de brug tussen begrepen worden en frustratie. Zonder schroom typen de kinderen hun vragen. Net als mijn sandalen laten we allen onze filter achter aan de deur van de klas.

Tegen het einde van de eerste schooldag lijkt ieder kind zijn tempo te hebben gevonden. We ruimen samen de klas op, die zich ondertussen gevuld heeft met hoop, papiersnippers en opluchting. De eerste dag hebben we overleefd. De basis voor een heel jaar is gelegd.

Ik wens ons, mijn leerlingen en mezelf, een beter jaar toe dan het vorige. Ik wens dat we ons zullen blijven vinden in zachtheid. Ik wens dat er ruimte is voor frustratie, ontwikkeling, veerkracht, teleurstelling en schaamte. Ik wens gerechtigheid en vrede. Ik wens ons een land dat het moederland van mijn leerlingen officieel erkent. Ik wens ons een beter beleid dat ziet dat het onderwijs aan het bezwijken is.

Maar bovenal wens ik vandaag alle kinderen wereldwijd een plekje in een klaslokaal.

*De leerlingen uit de klas van Titia werden geanonimiseerd.

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in