Koloniale roofkunst vindt moeizaam haar weg naar huis

Film

Koloniale roofkunst vindt moeizaam haar weg naar huis

De teruggave van ontvreemde objecten en artefacten uit de koloniale periode staat nog in de kinderschoenen. Twee Afro-Europese filmmakers tonen hoe het de pioniersstukken na hun overhandiging vergaat.

In de bekroonde film Dahomey (2024) geeft de Frans-Senegalese maakster Mati Diop een stem aan een van de artefacten die Frankrijk in 2021 teruggaf aan Benin. ‘Waarom noem je me niet bij naam?’, vraagt nummer 26, het beeld van koning Ghézo. Die leidde van 1818 tot 1858 het koninkrijk Dahomey, totdat de Fransen het in 1890 veroverden en koloniseerden. Het koninklijk paleis in de hoofdstad Abomey werd geplunderd en de Franse generaal Dodds en zijn troepen roofden tal van artefacten en objecten.

Meer dan een eeuw bevonden ruim 7000 objecten uit Dahomey zich in Frankrijk. 26 daarvan reisden in 2021 terug naar het land dat we vandaag als Benin kennen. De strijd om het koloniale onrecht eindelijk recht te zetten, werd in het bijzonder gevoerd door Europese Afro-descendenten en is ouder dan de Black Lives Matter-betogingen die datzelfde jaar losbarstten. Wel belandde het debat over restitutie na deze protesten even in een stroomversnelling. In het najaar van 2021 kondigde president Emmanuel Macron aan dat Frankrijk 26 geroofde objecten aan Benin zou teruggeven. Dat engagement was al aangegaan in 2018, maar werd wellicht niet toevallig na de protesten pas uitgevoerd.

Evenmin toevallig was de overhandiging van het Kakuungu-masker in 2022, door de Belgische koning Filip aan de Congolese president Félix Tshisekedi. Alleen, het ging daarbij strikt genomen niet om een teruggave. Ons land maakte van de overhandiging een juridisch gedrocht door niet van ‘teruggave’ te spreken, maar van ‘bruikleen van lange duur’. Het is zacht uitgedrukt pijnlijk dat, zeventig jaar nadat een koloniale ambtenaar uit de Suku-gemeenschap het masker had weggehaald, een bruikleen kennelijk het hoogst haalbare was.

Net zoals Mati Diop in Dahomey volgt ook de Belgisch-Congolese maker Don Moussa Pandzou de terugkeer van het masker naar het thuisland. In een Canvas-reportage voor Vranckx en de Nomaden reist hij met Job Van Nieuwenhove en Adriaan De Lore naar Congo en reflecteert hij over de betekenis van restitutie.

Westerse musea?

Mati Diop verbeeldt de reis van het beeld uit het museum Quai Branly in Parijs naar het presidentiële museum in de Beninse stad Cotonou erg krachtig. Het vertrek uit Frankrijk oogt kil en afstandelijk, het onthaal in Benin dan weer bijzonder feestelijk. Na de aankomst van het beeld zien we universiteitsstudenten debatteren over waar de artefacten thuishoren. Want zijn westerse musea ook geen koloniale erfenis?

Het debat over restitutie gaat daarom om meer dan roofkunst alleen. Het gaat ook over pakweg de dekolonisatie van het onderwijs. ‘Wie Sartre of Socrates citeert, komt intellectueel over. Maar wat met de kennis over onze eigen geschiedenis?’, klinkt het bij de studenten. Net daarom is het volgens sommigen belangrijk dat de bevolking deze objecten nu in een nationaal museum kan bewonderen. Het kan de interesse aanwakkeren in die eigen geschiedenis en een zekere trots losmaken.

Meer dan objecten

Gelijkaardige reflecties hoor je ook in Congo. In een gesprek met Don Moussa Pandzou verwijst ook de directeur van het nationale museum in Kinshasa, Henri Bundjoko, naar het belang van de herontdekking van de eigen geschiedenis en cultuur. Volgens hem is een museum daarvoor de beste plek. ‘Hier zal het beter bewaard worden dan bij hen, want daar zal het opnieuw gebruikt worden’, antwoordt Bundjoko op de vraag of het Kakuungu-masker eigenlijk niet de Suku toebehoren.

‘Tegen dit tempo hebben we nog eens 130 jaar nodig voor alle artefacten hier zijn.’
Student in de film Dahomey

Deze gemeenschap, die van oudsher in het zuidwesten van Congo woont, reageert verrast op het bericht dat het masker opnieuw in het land is. Dat het ‘door de blanken werd meegenomen’, herinneren de dorpsoudsten zich nog goed. Dat het zich nu opnieuw in Congo bevindt, wisten ze nog niet. Thuiskomen, menen de Suku, is terugkeren naar hen. Want zo krijgt het masker weer de ceremoniële functie die het voor zijn vertrek ook had.

In Dahomey verlaat de geest van koning Ghézo ’s nachts het museum. Op die manier benadrukt Diop dat we praten over stukken die meerdere functies en betekenissen hebben, los van hun hoge marktwaarde. ‘Hij praat’, legt ook museumdirecteur Bundjoko uit aan Pandzou. ‘Je moet hem ondervragen, niet alleen bewonderen.’

Belediging of beginpunt

Sommige universiteitsstudenten noemen de terugkeer van de stukken naar Benin ‘historisch’. Iemand anders oppert dat het vooral een politieke daad is waar Macron zijn imago mee oppoetst, geen historisch herstel. In Congo noemt Bunjoko de bruikleen van het masker een teken dat België het proces van restitutie aanvaardt. Ons land creëerde in 2022 een juridisch kader voor restitutie, maar alleen voor artefacten en objecten, nog niet voor archieven en menselijke resten. De vraag is maar of in de volgende legislatuur ook nieuwe stappen zullen worden ondernomen om die teruggave ook uit te voeren. De mislukking van de parlementaire Commissie Koloniaal Verleden in 2022 belooft alvast weinig goeds.

26 teruggegeven objecten op een totaal van 7000 is beledigend, vindt een van de studenten. Het is het begin van een proces dat met dit selecte aantal is begonnen, werpt iemand anders tegen. ‘Tegen dit tempo hebben we nog eens 130 jaar nodig voor ze allemaal hier zijn’, klinkt het cynisch. Maar als het al het begin is van een proces, dan lijkt die berekening nog optimistisch. Sinds de teruggave van de 26 objecten in 2021 zijn geen stukken nog huiswaarts gekeerd. 

Deze recensie werd geschreven voor MO*154, het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Het eenzame lot van de Palestijnen