Auteur Alejandro Zambra: ‘De waarheid heeft fictie nodig’

Interview

Latijns-Amerikaanse literaire superster schrijft boek over vaderschap

Auteur Alejandro Zambra: ‘De waarheid heeft fictie nodig’

De bejubelde en vaak bekroonde Chileense auteur Alejandro Zambra groeide op tijdens de dictatuur van Augusto Pinochet. In de jaren die daarop volgden, zocht Zambra troost in poëzie en een uitweg in literatuur. Vanuit Mexico schreef hij zijn meest recente roman Vadertaal, een soort van vaderschapsdagboek, waarbij hij de kritische blik op zijn vaderland nooit verliest.

Na het verschijnen van zijn debuutroman Bonsai in 2006 werd Alejandro Zambra (Santiago de Chile, 1975) meteen naar het Chileense literaire sterrendom gekatapulteerd. Een jaar later selecteerde een vakjury hem voor de Bogotá39-lijst, die 39 van de meest beloftevolle Latijns-Amerikaanse schrijvers jonger dan 39 jaar in het spotlicht plaatst. In 2010 koos het Britse tijdschrift Granta hem als een van de 22 beste Spaanstalige schrijvers jonger dan 35. Na de publicatie van zijn verhalenbundel Mijn documenten (2014) bestempelde The New Yorker Zambra als de nieuwe Latijns-Amerikaanse literaire superster.

Zambra schrijft poëzie, fictie, kortverhalen, essays en minder definieerbare literatuur, zoals het boek Begrijpend Lezen (2016), dat in meerkeuzevragen opgesteld is. Zijn werk is in twintig talen vertaald en bekroond met internationale prijzen.

Zambra’s meest recente boek, Vadertaal (2024), is een verrassende combinatie van fictie, essay, poëzie en de dagboekvorm. Het is een grappig boek, waarbij je vertederd wordt door de relatie van twee generaties vaders en hun zonen, maar eveneens inzicht krijgt in de complexiteit van Chili in het bijzonde, en van Latijns-Amerika in het algemeen.

Echte of ingebeelde herinneringen

Zambra’s boeken snijden behoorlijk moeilijke thema’s aan en het hele palet van menselijke emoties komt aan bod. Maar mede door het gebruik van humor en melancholie is het alsof je een huis binnenstapt waarin je wil blijven hangen. In Vadertaal stap je ook letterlijk Zambra’s huis in Mexico-Stad binnen, waar hij met de Mexicaanse auteur Jazmina Barrera en hun zoontje Silvestre woont. Een deel van het prille vaderschap speelde zich immers af tijdens de covidpandemie.

Zambra schrijft liefdevol over de eerste fase van het leven van zijn zoon. De nadruk op deze magische momenten van het ouderschap zijn welgekomen. ‘Als het om opvoeden gaat, weegt de angst om het niet goed te doen hoe dan ook veel en veel zwaarder dan het verlangen om het goed te doen’, schrijft ook Zambra.

Hij denkt na over wat Silvestre zich niet meer zal herinneren van zijn kindertijd. Deze gedachtenspinsels voeren de auteur terug naar Chili en zijn eigen kindertijd, wat dan weer reflecties over het vaderschap en mannelijkheid met zich meebrengt.

De Chileense auteur vraagt zich af of een scène uit zijn kindertijd, waarin hij met zijn vader naar het voetbal kijkt en zijn moeder hen cola serveert, zijn eerste herinnering zou kunnen zijn. Deze echte of ingebeelde herinnering toont de generatiesprong tussen een Chileens gezin en een Mexicaans-Chileens gezin. ‘In het leven van mijn zoon zou een “eerste herinnering” als deze onmogelijk zijn, want hij is opgegroeid in een wereld, binnenshuis in elk geval, waar geen enkele vrouw in dienst staat van geen enkele man…’

Zijn eigen herinnering vult hij aan met beelden uit die tijd waarin idealistische mannen en vrouwen op het suïcidale af stand probeerden te houden tegen het militaire geweld.

Zambra kan onmogelijk voorbij de dictatuur van Augusto Pinochet (1973-1990). Zelfs als het over de daaropvolgende poreuze democratie gaat, voel je als lezer die duistere schaduw. 51 jaar na de staatsgreep is de dictatuur nooit ver weg.

Niet op te lossen met stilte

Het boek Manieren om naar huis terug te keren (2012) gaat over een negenjarige jongen die opgroeit tijdens de dictatuur. Zambra maakt zelf deel uit van die generatie en noemt zijn leeftijdsgenoten in dat boek secundaire personages in de roman van hun ouders.

Die generatie van secundaire personages mocht volgens Zambra niets zeggen. Maar tegelijkertijd móést ze van zich laten horen, omdat ze zich in een onmogelijke situatie bevond die niet op te lossen viel met stilte. ‘Literatuur ligt tussen deze opgedragen stilte en het noodzakelijke lawaai in’, zo zegt hij. ‘Het was ondanks de verschillen heel belangrijk om met elkaar te blijven communiceren. De grootste triomf van de dictatuur was het gevoel dat het geen zin had om te praten.’

Welke rol spelen kunst en cultuur vandaag in Chili?

Alejandro Zambra: Kunst bespreekt wat er leeft in de maatschappij, maar niet noodzakelijk lineair of realistisch. Er is een explosie van verschillende simultane denkbeelden. En de voorstelling van de dictatuur hoort daarbij niet tot het verleden. Het is alsof Chili er nooit van is hersteld.

In Manieren om naar huis terug te keren stel ik deze situatie voor als ambigu. Wij wilden onszelf niet als slachtoffers beschouwen, maar toch werden we opgevoed in een totaal repressief systeem. Ieder had zijn eigen verhaal. Wie je was, hing af van wie je ouders waren en in welke buurt je woonde. Maar op school kwamen we allemaal samen.

Onze jeugd viel samen met de komst van wat in theorie de democratie was. We kwamen later thuis, mochten een glaasje wijn drinken, misschien een sigaretje roken en verwarden dat met democratie. Maar Chili was aan het eind van de jaren ‘90 heel somber. Het land was zogezegd wakker geworden, maar wij voelden ons heel erg aan de zijlijn staan. De enige vorm van cultuur die mij interesseerde was poëzie. We hadden het gevoel dat we in een país de mierda (een strontland, red.) woonden met prachtige poëzie.

Wat is hier het belang van fictie?

Alejandro Zambra: Literatuur eist het idee van fictie weer op. Dat wordt vandaag op een absurde manier bevochten. Het gaat heel de tijd over non-fictie. Dat is goed in de journalistiek, waar je moet kunnen verifiëren. Maar als we de fictie blijven straffen, verstikken we onszelf. We hebben de hoop van fictie nodig. Fictie is wakker dromen, maar zet zich niet af van de waarheid. De waarheid heeft fictie nodig. Maar vandaag proberen wij de fictie uit het leven te bannen. Alsof we beslist hebben om alle expressie en plezier eruit te halen.

Er zijn dingen die je alleen via de literatuur kan zeggen. Literatuur laat tegenstellingen toe, je kan er meer complexe ervaringen mee uiten en het geeft de ruimte om het te hebben over wat echt belangrijk is.

Mannelijkheid

In Vadertaal beschrijft u het voetbal tijdens uw kindertijd als enige waarneembare mannelijke vorm van verdriet wanneer een wedstrijd verloren wordt. Maar ook hoe u uw zoon uitlegt dat huilen niet altijd verdriet betekent en we soms ook huilen van blijdschap, zoals u bij zijn geboorte. Waarom wilde u deze tegenstelling laten zien?

Alejandro Zambra: Ik wilde verschillende vormen van mannelijkheid op een rijtje zetten. Het is immers niet zo dat er alleen slechte vaders zijn die niet helpen in het huishouden. We zijn het gewoon om dergelijke vormen van mannelijkheid weer te geven, maar die zijn niet noodzakelijk echt.

De homoliteratuur, bijvoorbeeld, liet niet alleen mannen toe om op hun gemak over hun seksualiteit te praten, maar zorgde er ook voor dat heteroseksuele mannen gemakkelijker over hun gevoelens kunnen praten. Het paradigma van vandaag waarbij de man weinig praat, zijn gevoelens niet uit, teleurstellende relaties met andere mensen heeft, is niet van toepassing op alle mannen. Die mannen zijn er natuurlijk, maar er zijn er ook die het leuk hebben samen en elkaar vertrouwen.

Auteur Alejandro Zambra en journaliste Lisa Couderé.

Chileens pessimisme

Naar aanleiding van de verhoging van de prijs van een metroticket, barstte in Chili in oktober 2019 een sociale revolte uit. Daarna volgde de pandemie en in 2021 werd de jonge, linkse Gabriel Boric verkozen tot president. U reisde in 2019 zelf naar Chili, waar staat het land nu, na deze turbulente ontwikkelingen?

Alejandro Zambra: De enige duidelijk overwinning is die van de generationele wissel. Deze generatie leiders, belichaamd door president Gabriel Boric en minister-woordvoerder van de regering Camila Vallejo (beide voormalige studentenleiders tijdens de iconische studentenprotesten van 2011, red.), zijn jonge mensen.

Ze hebben fouten gemaakt, maar ze zullen hier binnen dertig jaar nog staan. Die machtswissel kon niet op een niet-traumatische manier gebeuren. De traditionele politiek zou nooit toegelaten hebben dat zij zouden toetreden tot het centrum van de macht. Voor links is deze transformatie objectief gezien hoopgevend.

Toen ik in de eerste dagen na het uitbreken van de sociale revolte naar Chili ging, beleefde ik iets wat ik nog nooit had meegemaakt: een collectieve vorm van loutering. Dat gevoel eindigde abrupt drie maanden later met het uitbreken van de pandemie, waardoor toenmalig rechts president Sebastián Piñera zijn vel kon redden. De pandemie bleek de enige manier om de mensen van de straat te halen. Het is heel moeilijk om het heden te begrijpen zonder de pandemie. Maar niemand wil het er nog over hebben.

President Boric steunde het herschrijven van de grondwet van Pinochet, die dateert van 1980. Dat was een eis van een grote groep van de mensen die op straat kwamen en deel uitmaakten van de sociale revolte. Maar zowel een progressief als een conservatief grondwetsvoorstel werd uiteindelijk door de bevolking weggestemd.

Alejandro Zambra: Het is vooral de nieuwe progressieve grondwet die gedemoniseerd werd. Het was een tekst die nog veel wijzigingen had moeten krijgen, maar voor mij was het de basis voor een nieuw begin. Er zijn veel redenen waarom deze grondwet niet is goedgekeurd, maar ik blijf geloven dat het de te bewandelen weg was.

De wisselvalligheid van heel dit proces weerspiegelt een collectief gevoel van permanente crisis dat te maken heeft met onze geschiedenis, maar ook met het Chileense pessimisme.

Mocht u een Chileense optimist zijn, hoe zou u dan naar de toekomst van het land kijken?

Alejandro Zambra: Ik ben min of meer optimistisch binnen de grenzen van het pessimisme. Ik heb het gevoel dat Chili pathologisch pessimistisch is en Mexico pathologisch optimistisch. Mexico is een land dat al lang in elkaar aan het storten is. Bij de verkiezingen werden twintig kandidaten vermoord, maar er zijn nog veel meer redenen voor de Mexicanen om pessimistisch te zijn. En toch zijn ze het niet. Ik lach ermee, maar ik balanceer daar alle dagen tussen, want ik blijf mentaal en intellectueel heel erg een Chileen.

Heel even was er het gevoel dat we om het even wat zouden tekenen, zolang het maar niet de grondwet van Pinochet was. Zo liep het niet. Maar er zijn zo veel dingen gebeurd dat ik mij moeilijk kan inbeelden dat we er geen lessen uit zullen trekken. Ik geloof dat er een jonge generatie is die de confrontatie met een steeds extremer rechts zal blijven aangaan.

Vadertaal door Alejandro Zambra, en vertaald door Brigitte Coopmans, is uitgegeven door Meridiaan Uitgevers. 237 blzn. ISBN 978 94 93305 29 8