Een rechtvaardige groene transitie met respect voor de democratie

Interview

Gebrek aan langetermijnvisie voedt extreemrechts

Een rechtvaardige groene transitie met respect voor de democratie

De ambitie van de Berlijnse denktank Das Progressive Zentrum is om de groene transitie in Duitsland vorm te geven zodat iedereen er baat bij heeft en niemand uit de boot valt. Daarbij spelen jongeren en lokale overheden een belangrijke rol. Maar dat is niet evident in een politiek klimaat waar extreemrechts de wind in de zeilen heeft.

Das Progressive Zentrum (Het Progressieve Centrum) is een denktank die in 2007 werd opgericht in Berlijn. Het wil progressieve mensen uit verschillende landen en met uiteenlopende achtergronden bij elkaar brengen om een inclusieve visie op de toekomst te formuleren. ‘Daarbij moeten de kosten en baten van de duurzaamheidstransitie gelijk verdeeld worden, én moeten we erop letten dat stemmen van alle achtergronden gehoord worden’, zegt Johanna Siebert (29), projectmanager voor het dossier Groene Transitie, met focus op sociaaleconomische ongelijkheid en de radicaal-rechtse oppositie tegen klimaatbeleid.

Er werken ongeveer 35 mensen en de organisatie wordt op projectbasis gefinancierd door verschillende stichtingen en opdrachtgevers. Daarnaast zijn er samenwerkingsverbanden met enkele Duitse ministeries, de Nederlandse sociaaldemocratische Wiardi Beckman Stichting, de linkse Rosa Luxemburg Stichting, het Britse progressieve tijdschrift New Statesman, vakbond IG Metall en het prestigieuze Goethe-Institut van de Duitse overheid.

‘Maar wij zijn expliciet niet gelieerd aan een politieke partij’, benadrukt Siebert. ‘Soms werken we wel samen met politieke stichtingen, of worden we ingehuurd door ministeries. Maar uiteindelijk draaien al onze projecten om het samenbrengen van verschillende progressieve groepen om na te denken over hoe we de groene transitie eerlijk kunnen vormgegeven.’

Het hoofdkantoor van Het Progressieve Centrum is gevestigd op de benedenverdieping van een historisch pand achter het centraal station van Berlijn. De meeste medewerkers zijn relatief jong. ‘In vergelijking met voorgaande generaties ziet de toekomst er voor jonge mensen stukken minder veelbelovend uit’, zegt Siebert. ‘Jongeren zijn vaak teleurgesteld in de politiek.’

Groene transitie in industrie

Axel Ruppert (33) geeft leiding aan zo een groep jonge mensen die onderzoeken hoe postindustriële regio’s aan weerszijden van de Atlantische Oceaan van elkaar kunnen leren. Hij is projectmanager van De Trans-Atlantische Dialoog over de Industriële Kernlanden dat in november 2023 van start ging met een studiereis. Zeven burgemeesters, beleidsmakers en economen uit het Amerikaanse Midden-Westen bezochten daarbij voormalige industriegebieden in België en Duitsland. Het doel van het project is om te begrijpen hoe de-industrialisatie, economische stagnatie, ongelijkheid, en de opkomst van extreemrechts in de EU en de VS samenhangen. En om aan te tonen hoe de groene transitie in die gebieden economische kansen kan creëren om die opkomst van extreemrechts in te dijken.

‘Wij onderzoeken hoe je in vergelijkbare Amerikaanse en Duitse gebieden waar de industrie verdwenen is of dreigt te verdwijnen, de groene transitie toch kunt doorvoeren, en hoe we daarin van elkaar kunnen leren. We kijken in fabrieken naar welke machines vervangen moeten worden om de productielijnen te verduurzamen, en wat ondernemingen en overheden moeten bijdragen om dat mogelijk te maken. Maar belangrijker nog, we zoeken uit hoe we de arbeiders daarbij kunnen betrekken. Inwoners van zulke regio’s moeten kunnen meepraten over de groene transitie, want zij worden er direct door getroffen.’

Het Progressieve Centrum organiseerde daarom onder meer een conferentie in Brussel, en ging met de Amerikaanse delegatie op bezoek in Charleroi, waarbij ze een ontmoeting hadden met toenmalig Waals minister-president Elio Di Rupo (PS). In Duitsland bezocht het gezelschap de staalfabriek van Saarstahl in Völklingen.

De Saarstahl Group maakt de overstap naar groen staal geproduceerd met waterstof. In die transformatie spelen de werknemers een sleutelrol. ‘Dankzij druk vanuit de arbeidersraad is er nu een EU-subsidie beschikbaar om de productie de komende jaren te verduurzamen’, zegt Ruppert. ‘De Amerikanen waren erg onder de indruk van de drijvende kracht van die werknemers. In de VS komt het niet zo vaak voor dat arbeiders zich op die manier achter de groene transitie scharen.’

Jongeren betrekken

De afgelopen jaren is het politieke landschap razendsnel veranderd. In 2019 dwongen groene jeugdbewegingen bij de Europese Commissie de Green Deal nog af om van Europa een klimaatneutraal continent te maken. De Europese verkiezingen van juni 2024 lieten echter een ruk naar rechts zien. Partijen die zich kritisch opstellen ten opzichte van migratie en niet geloven in klimaatbeleid, zijn ongekend populair.

‘Na 2019 zijn we geconfronteerd met achtereenvolgens een pandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis, torenhoge inflatie, steeds hogere huizenprijzen, het conflict in Gaza en de steeds sneller escalerende klimaatcrisis’, legt Ruppert uit. ‘Bij elkaar opgeteld is dat voor de meeste mensen erg veel om te behapstukken. Het moment van hoop van vijf jaar geleden is omgeslagen naar een verlangen naar veiligheid. Progressief klimaatbeleid is daardoor naar de achterbank gedwongen.’

‘Door de globalisering, het neoliberale beleid en de industriële neergang van na de Duitse eenwording, is de sociale structuur in Oost-Duitsland heel zwak.’

‘In Duitsland begon de Stoplichtcoalitie in 2021 (de sociaaldemocratische SPD, de liberale FDP en de Groenen, red.) met een ambitieuze klimaatagenda’, vult Siebert aan. ‘Die plannen werden vervolgens ingehaald door de geopolitieke realiteit. De drie Stoplichtpartijen vertegenwoordigen kiezers met heel uiteenlopende belangen, wat het moeilijk maakt om samen iets te bereiken. Rechtse partijen profiteren bovendien van de vrees van velen dat de groene transitie hen economisch zal treffen. Activistische jongerengroepen als Fridays For Future zijn dan ook nog eens vervreemd geraakt van de politiek vanwege het achterwege blijven van ambitieus klimaatbeleid.’

Een andere factor is volgens Siebert de impact van de coronapandemie op de mentale gezondheid van jongeren. Rechtse partijen en influencers spelen daar via allerlei socialemediakanalen heel slim op in. ‘Collega’s van ons centrum onderzochten het verband tussen mentale gezondheid en vatbaarheid voor extremistische opvattingen. Dat blijkt best een groot probleem te zijn. Zeker omdat jongeren tijdens de pandemie plots binnen moesten blijven en online gingen.’

Hoe probeert Het Progressieve Centrum die jongeren weer bij het politieke proces te betrekken?

‘Het projectteam waarmee we naar de voormalige industriegebieden in Duitsland en de VS gingen, bestaat uit jonge onderzoekers’, legt Ruppert uit. ‘Zij komen allemaal zelf uit die regio’s en werken samen met ons aan allerlei beleidspapers. Vervolgens proberen wij dat werk bij de politiek onder de aandacht te brengen. Ik ben zelf opgegroeid in de buurt van Frankfurt am Main, een financiële hub waar de toekomstperspectieven vrij goed zijn. De eerste keer dat ik me realiseerde hoe belangrijk grote werkgevers in een regio zijn, was toen een softwarebedrijf werd opgekocht door een Amerikaanse investeerder. Niet snel daarna verdween het bedrijf, maar het sponsorde al jaren de lokale voetbalclub.’

Precies om die reden is het zo belangrijk om jongeren te betrekken bij het inrichten van de groene transitie. ‘Je kunt de realiteit van economische en sociale neergang nooit helemaal begrijpen als je niet zelf uit zo’n regio komt. Daarom werken wij met jonge mensen uit die industriegebieden. Dan kunnen we heel gericht aan een burgemeester vragen welk perspectief die deze jongeren te bieden heeft.’

Lokale besturen zijn noodzakelijk

Het gebrek aan een langetermijnvisie op hoe de wereld er door de groene transitie moet uitzien, is volgens Siebert en Ruppert een andere factor die extreemrechts uitbuit. Gebieden waar oude industrie verdwijnt vervullen volgens de logica van het mondiale kapitalisme vaak geen functie meer, en er vinden dan ook geen investeringen meer plaats. In veel Oost-Duitse stadjes staan daarom de treinstations op instorten, zijn de meeste buslijnen wegbezuinigd en zijn openbare voorzieningen als zwembaden of sportclubs simpelweg verdwenen. Mensen in zulke gebieden worden niet meer bereikt en daar profiteert extreemrechts van.

‘In Oost-Duitsland doen rechtse partijen als Alternative für Deutschland het heel goed’, bevestigt Siebert. ‘Door de globalisering, het neoliberale beleid en de industriële neergang van na de Duitse eenwording, is de sociale structuur er heel zwak. Als progressieve stedelingen hebben we daar veel te weinig oog voor gehad. Extreemrechts speelt daarop in. Het bouwt jeugdclubs en zet buurtinitiatieven op om te laten zien dat het om de mensen geeft. Als wij alleen maar praten over klimaatneutraliteit, zonder de groene transitie te verbinden aan verbeteringen in de dagelijkse realiteit, wordt het heel moeilijk om mensen in zulke gebieden te overtuigen.’

Siebert zegt dat het lokale niveau noodzakelijk is om de Duitse energietransitie te doen slagen. ‘Niet zo lang geleden is in een klein dorpje in het noorden van Oost-Duitsland een windpark aangelegd waarvan de gemeente de grootste aandeelhouder is. Op die manier vloeien de opbrengsten niet weg naar een internationaal energieconcern. In het landelijke Oost-Duitsland is de brandweer heel belangrijk, en in het dorp hebben ze met dat geld een nieuwe brandweerwagen kunnen kopen. Zo zie je onder de bevolking opeens wél grote steun voor windmolens ontstaan, terwijl die er in veel vergelijkbare dorpen niet is.’

Er moet met andere woorden verder gekeken worden dan enkel naar de middenklasse die zich een elektrische auto kan veroorloven. ‘Nadenken over een rechtvaardige transitie en het beschermen van de democratie is de rode draad in ons werk. Dat vereist inderdaad de moed om verder te kijken dan je neus lang is. Staalarbeiders in transitieregio’s zijn bijvoorbeeld georganiseerd in sterke vakbonden. Voor schoonmakers of fietskoeriers in Berlijn is dat minder het geval. Maar ook die mensen moeten betrokken worden bij de groene transitie. De mensen met de meest precaire banen vliegen er bij een reorganisatie vaak als eerste uit. Zij zullen zich het sterkst verzetten tegen grote veranderingen. Die meest kwetsbaren een stem geven in de groene transitie beschouwen we als een belangrijke taak.’

Dit interview werd geschreven voor de MO*special over bouwen aan duurzame vrede. Dit extra nummer kwam er in samenwerking met onze lidorganisatie Search for Common Ground.
Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

MO*special over bouwen aan duurzame vrede