Europese ontwikkelingsbanken blijven omstreden oliepalmplantages in Congo financieren

Nieuws

Gemeenschappen rond oliepalmplantages van PHC maken aanspraak op 58.000 ha land

Europese ontwikkelingsbanken blijven omstreden oliepalmplantages in Congo financieren

Ondanks beschuldigingen van landroof en mensenrechtenschendingen in een langlopend geschil met lokale gemeenschappen in Congo, klopt palmolieproducent PHC zich op de borst over gestegen productie en hoge werkgelegenheid. Ook Europese ontwikkelingsbanken blijven achter het bedrijf staan.

Eind mei waren er schermutselingen tussen mensen van een lokale gemeenschap en veiligheidsagenten op een oliepalmplantage in het noordoosten van de DR Congo. Het nieuwsmedium Mongabay spreekt van het meest recente incident in een langlopend geschil over zo’n 58.000 hectare land.

Het bedrijf Plantations et Huileries du Congo (PHC) communiceerde nadien zelf dat negen mensen gearresteerd werden. Er zouden geregeld gevechten zijn tussen lokale gemeenschappen en de bewakers van PHC op de plantages van het bedrijf. Die hebben de afgelopen jaren zelfs geleid tot de dood van verschillende dorpelingen.

De gemeenschappen die in de buurt van die plantages wonen, eisen de teruggave van iets meer dan 58.000 hectare land en willen toegang tot de eigendomstitels van het bedrijf om de grenzen van de concessies vast te stellen, aldus Mongabay.

Belgische koloniale autoriteiten

PHC is eigendom van het in New York gevestigde Kuramo Capital Management en bezit meer dan 100.000 hectare land in Noord-Congo - in de gebieden Lokutu, Yaligimba en Boteka.

Inwoners van gemeenschappen in de buurt van door PHC beheerde plantages beweren dat het land van hun voorouders door de Belgische koloniale autoriteiten werd afgenomen om er enorme oliepalmplantages aan te leggen.

‘Unilever maakte plaats voor PHC. Deze bedrijven zijn rijker geworden en wij zijn steeds armer achtergebleven. Niets werkt, niets verbetert.’
Jean-François Mombia Atuku (RIAO-RDC)

Onderzoek van Human Rights Watch uit 2019 maakte melding van zware en gevaarlijke werkomstandigheden voor onderbetaalde arbeiders, zoals voortdurende blootstelling aan pesticiden die worden gebruikt voor de intensieve productie van oliezaden. Plantageafval dat in zijrivieren van de Congo-rivier stroomt, is een ander aangehaald milieuprobleem.

De gemeenschappen protesteren tegen wat zij zien als de illegale bezetting van hun land gedurende meer dan een eeuw, nadat de Brits-Nederlandse multinational Unilever begin 1900 grootschalige plantages hadden gekocht van het Belgische koloniale bestuur in Congo.

‘Zij rijker, wij armer’

Jean-François Mombia Atuku van RIAO-RDC, een netwerk dat zich inzet voor de getroffen gemeenschappen, vertelt aan Mongabay dat de rechten van de gemeenschappen nooit zijn gerespecteerd sinds Unilever er in 1911 arriveerde. ‘Het land werd veroverd en tot op de dag van vandaag wordt het gezien als een verovering’, verklaart hij.

‘Unilever maakte plaats voor PHC. Deze bedrijven zijn rijker geworden en wij zijn steeds armer achtergebleven. Niets werkt, niets verbetert. Er zijn geen wegen, geen scholen, de arbeiders leven in zeer slechte omstandigheden en krijgen zeer lage lonen. De strategie is om geen mensen uit lokale gemeenschappen aan te werven voor sleutelposities in het bedrijf. De rechten van de gemeenschappen worden niet gerespecteerd en ze worden voortdurend gearresteerd’, vertelt hij aan Mongabay.

Devlin Kuyek, onderzoeker bij de ngo GRAIN, zegt dat een bemiddelingsproces dat sinds 2020 loopt en financieel wordt ondersteund door dezelfde Europese ontwikkelingsbanken die PHC financieren, niets heeft bijgedragen aan het oplossen van de fundamentele claim van landroof in Lokutu, Boteka en Yaligimba.

150 miljoen dollar

‘Er kan geen sprake zijn van een eerlijke en effectieve bemiddeling in dit landgeschil zonder dat de gemeenschappen op zijn minst toegang hebben tot de officiële concessiedocumenten en onafhankelijke juridische ondersteuning om deze documenten te beoordelen’, verklaart Kuyek aan Mongabay.

‘De gemeenschappen hebben ook toegang nodig tot de financiële gegevens van het bedrijf van de afgelopen jaren, zodat ze kunnen begrijpen hoe het geld dat wordt gegenereerd door het gebruik van hun land wordt besteed’, aldus de onderzoeker.

GRAIN maakt deel uit van een coalitie van organisaties die in 2021 een rapport publiceerde over investeringen in PHC door Europa's grootste ontwikkelingsbanken ter waarde van bijna 150 miljoen dollar, ondanks langdurige conflicten tussen het bedrijf en lokale gemeenschappen.

Geen commentaar

Op 11 mei vierde PHC zijn 113e verjaardag in Congo. Hoewel beschuldigingen van milieumisdaden, mensenrechtenschendingen, financieel wangedrag en belastingontduiking nog steeds niet zijn opgelost, en hoewel de aandeelhouders onlangs in een loopgravenoorlog zijn verwikkeld om de controle over het bedrijf, zei PHC dat het zijn werkgelegenheidscijfers tussen 2021 en 2024 verhoogde van 6500 naar bijna 10.000 werknemers in zijn plantages en fabrieken.

Het bedrijf beklemtoonde ook een stijging van de palmolieproductie met ongeveer een vijfde in de afgelopen drie jaar.

Mongabay heeft het bedrijf om commentaar gevraagd over de aantijgingen, maar kreeg geen antwoord.