800.000 Afghaanse vluchtelingen in Pakistan leven met angst voor uitzetting

Reportage

Massadeportaties als politiek wapen

800.000 Afghaanse vluchtelingen in Pakistan leven met angst voor uitzetting

In Pakistan worden honderdduizenden Afghaanse migranten mét papieren terug de grens over geduwd, naar een thuisland waar hen niets wacht dan armoede en onveiligheid. De Pakistaanse regering belaadt de vluchtelingen met alle zonden van Israël. In werkelijkheid zijn ze slechts pionnen in een cynisch schaduwspel tussen de kibbelende buurlanden.

‘Toen de politie Afghaanse vluchtelingen begon op te pakken, stond ik niet toe dat mijn zonen het kamp verlieten. We leefden maandenlang verscholen in huis, want de agenten arresteerden zowel Afghanen met als zonder papieren’, vertelt de 46-jarige Zar aangeslagen. Zelfs daar waren ze niet veilig.

’s Nachts vielen de veiligheidsdiensten in de voorbije maanden al drie keer hun woning binnen, vertelt de moeder van acht. Alles werd doorzocht en iedereens identiteit en verblijfsstatus werden geregistreerd.  

‘In januari documenteerden de veiligheidsdiensten iedereen in het kamp. Dat zaaide heel wat verwarring en paniek’, vertelt kampleider Amandula. Na elke inspectie markeerden agenten de gevels met graffiti, wat het aantal bewoners en hun verblijfsstatus aangaf. Ook Zar, die een vorm van verblijfsvergunning heeft, zal het land binnenkort moeten verlaten.

Schimmige verblijfsstatus

Volgens de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR huisvest Pakistan de op één na grootste vluchtelingenpopulatie ter wereld: begin 2023 ging het om ongeveer 3,1 miljoen Afghanen. Velen vluchtten voor de Sovjetinvasie in 1979. Anderen staken de voorbije decennia de grens over vanwege het geweld en de economische rampspoed in hun thuisland.

Na de chaotische terugtrekking van de NAVO-troepen uit Afghanistan in augustus 2021, waardoor de Taliban de sleutel van Kaboel in handen kregen, vluchtte al wie had samengewerkt met westerse troepen.

Pakistan ondertekende nooit het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951. Nationale migratiewetgeving is er nauwelijks en een erkende vluchtelingenstatus bestaat niet. Met hulp van de VN vonden wel registratiecampagnes plaats om Afghanen van papieren te voorzien: de zogeheten Afghaanse burgerkaart en de PoR-kaart (zie kaderstuk).

Formele status

Afghaanse vluchtelingen die in Pakistan verbleven moesten niet altijd over officiële documenten beschikken. In 2006 voerden de autoriteiten met de VN PoR-kaarten in om hun een zekere bescherming tegen deportatie en toegang tot bepaalde rechten te verlenen. Die kaarten waren telkens maar beperkt geldig en konden ad hoc vernieuwd worden. Begin juli werden de kaarten opnieuw verlengd tot juli 2025. 1,3 miljoen Afghanen in Pakistan zijn op deze manier geregistreerd.

In 2017 werd eenmalig een groot aantal zogeheten Afghaanse burgerkaarten uitgegeven, opnieuw samen met de VN. Het moest de Pakistaanse autoriteiten helpen om personen op hun grondgebied te identificeren en om meer Afghanen toegang te geven tot identiteitsbewijzen. Maar ze bieden slechts beperkte rechten en weinig kansen op werk. Zo’n 800.000 Afghanen beschikken over deze documenten. Zij worden tijdens deze tweede fase bedreigd met deportatie.

Naar schatting een miljoen ongeregistreerde Afghaanse migranten heeft geen enkele formele status. Een groot deel van hen werd tijdens de eerste deportatiegolf eind 2023 het land uitgezet.

‘Hier kunnen we tenminste informele jobs vinden en twee keer per dag eten’, zegt Zar. Als meisje van tien vluchtte ze naar Pakistan toen de strijd tussen de Afghaanse moedjahedien en de Sovjets volop woedde in haar thuisstad Kunduz. Met haar familie woont ze vandaag in een Afghaans getto in de periferie van het woelige Karachi, de grootste stad van Pakistan. Haar man werkt als dagloner. Zelf voert ze thuis naaiwerkjes uit voor andere gezinnen in het kamp. Zo kunnen ze net de eindjes aan elkaar knopen. ‘In Afghanistan is er niets voor ons, geen werk, geen familie… Als we daar een leven konden beginnen, waren we wel tijdens de eerste deportatiefase vertrokken.’

Een Afghaanse grootvader met zijn kleindochter in de Afghaanse basti of sloppenwijk nabij Karachi.
Kampleider Amandula toont de graffiti waarmee de Pakistaanse politie alle huizen in het vluchtelingenkamp heeft gemarkeerd om de verblijfsstatus van de bewoners aan te geven. Dat om de deportaties te vergemakkelijken.

Onvrijwillige exodus

Eind 2023 zette Islamabad meer dan een half miljoen Afghanen het land uit. Alle migranten zonder papieren moesten vertrekken of ze werden opgepakt. In de praktijk ging dat bijna uitsluitend over Afghanen. In een tweede fase van het zogeheten Repatriëringsplan voor Illegale Vreemdelingen zouden ook Afghaanse burgerkaarthouders worden uitgezet, gevolgd door zij die een PoR-kaart hebben in de derde en laatste fase.

Voor de autoriteiten is het plan een reactie op ‘de toenemende tereurdreiging, de betrokkenheid van buitenlanders bij criminaliteit en de negatieve gevolgen voor de economie’. In april werd het begin van de tweede fase aangekondigd. Naar schatting 800.000 mensen met een geldige burgerkaart zouden de keuze moeten maken tussen een vrijwillige terugkeer of gedwongen deportatie. ‘De overheid legt een rookgordijn over de officiële reden voor de deportaties’, zegt Moniza Kakar, mensenrechtenadvocate uit Karachi. ‘De ene keer gaat het om betrokkenheid bij terreur, dan weer zwaait ze met misdaad- of inflatiecijfers. Maar die beschuldiging van de Afghanen is gebaseerd op desinformatie, niet op feiten.’

Door de ongeziene inflatie en werkloosheid in Pakistan gaat antimigratieretoriek er bij de bevolking in als zoete koek. ‘Maar economisch heeft Pakistan niets te winnen door de Afghanen terug te sturen’, aldus Kakar. Afghaanse vluchtelingen zorgen voor veel investeringen, want omdat ze nauwelijks reguliere jobs vinden, beginnen velen restaurants of kleine bedrijven. ‘De autoriteiten zetten de Afghaanse vluchtelingen steevast in als pionnen in het geopolitieke schaakspel tussen Afghanistan en Pakistan. Zeker wanneer de betrekkingen verzuren.’

Speelbal van burenruzie

Sinds de Taliban in Afghanistan de macht overnamen, belandde de relatie tussen de buurlanden in een neerwaartse spiraal. Bijna dagelijks vinden terreuraanslagen plaats in de Pakistaanse grensprovincies, vooral uitgevoerd door de Tehreek-e-Taliban Pakistan (TTP), een ideologische uitloper van de Afghaanse Taliban. In 2023 maakten de TTP en verwante groepen bijna 700 slachtoffers, vooral onder de veiligheidsdiensten.

Het Pakistaanse leger beschuldigt de Afghaanse Taliban ervan de militanten te steunen, wat de machthebbers in Kaboel ontkennen. Door grote aantallen Afghaanse vluchtelingen de grens over te duwen, wil Pakistan zijn buurland onder druk zetten om de TTP in te tomen. ‘De leiders van de TTP zworen een eed van trouw aan Talibanleider Sheikh Haibatullah’, zegt terreurexpert Khuram Iqbal. ‘Het lijkt er steeds meer op dat ze onder het directe bevel van de Afghaanse Taliban opereren.’

Volgens Iqbal duwde Pakistan de TTP zelf in de armen van de Taliban. ‘Er was nooit een samenhangend beleid.’ Tijdens de oorlog in Afghanistan steunden de Pakistaanse inlichtingendiensten in het geheim de Taliban en bepaalde facties van Al Qaida. Tegelijkertijd namen ze miljarden aan van de VS om hen te bestrijden. ‘De Taliban zien Pakistan als een lakei van de VS, wat volgens hen een rechtvaardiging vormt om Pakistaanse veiligheidsdiensten aan te vallen.’

‘De abrupte beslissing om honderdduizenden Afghaanse vluchtelingen terug te sturen wakkerde het anti-Pakistaanse sentiment onder de Afghanen verder aan’, gaat de terreurexpert verder. ‘De deportaties zijn een louter strategische beslissing, maar dan wel een strategische blunder van formaat.’

Klopjacht

De aangekondigde tweede deportatieronde zorgde voor veel opschudding in het kamp waar Zar en haar gezin verblijven. Op een stoffige uitgestrekte vlakte bevinden zich duizenden kleine lemen en betonnen huizen met golfplaten daken, sommige onderkomens moeten het doen met een zeildoek als beschutting. ‘Noem het gerust getto’s’, zegt antropoloog Saeed Hussain. Het land telt 54 dergelijke “basti”, sloppenwijken die een meerderheid van de Afghaanse vluchtelingen huisvesten, netjes gescheiden van de rest van de maatschappij.

Hoewel Pakistan, onder meer van de EU, financiële middelen ontvangt om vluchtelingen op te vangen, is er nauwelijks sprake van basisvoorzieningen in de kampen. Er is een gebrek aan stromend water, er zijn open rioleringen en onderwijs is beperkt. In de basti van Karachi wonen zo’n 50.000 Afghaanse vluchtelingen, de meesten al sinds de oorlog met de Sovjets in de jaren ’80. Hun leven werd een hel sinds de deportaties werden aangekondigd. Amandula, de leider van de sloppenwijk, noemt het een startschot van een klopjacht op iedereen die er Afghaans uitziet.

‘Pakistaanse agenten gaan ervan uit dat elke Pasjtoen de Afghaanse nationaliteit heeft. Zo werden al Pakistaanse tieners in detentie-centra gezet en naar Afghanistan gedeporteerd.’
Antropoloog Saeed Hussain

Sinds de eerste aankondiging in oktober 2023 tellen alle nieuwszenders af tot het vertrek van “de illegale buitenlanders”. De politie viel Afghaanse buurten en moskeeën binnen en maakte via luidsprekers bekend dat Afghanen moesten vertrekken. Iedereen die hun onderdak bood, zou worden gearresteerd. ‘Er was vroeger meer leven in het kamp, maar tijdens de eerste fase van het migratieplan pakten maar liefst 20.000 bewoners hun biezen.’ Amandula legt uit dat de meesten op eigen initiatief vertrokken, na een geslaagde intimidatiecampagne. ‘De angst voor een harde aanpak deed hen vertrekken. Toen ze zagen hoe de agenten Afghanen van hun waardigheid beroofden, werden velen radeloos.’

De Afghaanse basti (sloppenwijk) nabij Karachi. Zo’n 50.000 Afghaanse vluchtelingen wonen in een paar duizend kleine lemen en betonnen huizen met golfplaten of zeildoeken als daken. Open rioleringen, het gebrek aan stromend water en basisvoorzieningen creëren een onveilige omgeving voor de vele kinderen die er wonen

Gemeenschap in angst

Na het ultimatum van november begon de harde handhaving. Wie niet uit eigen beweging vertrok, belandde in detentiecentra waar geen enkele buitenlandse waarnemer binnen mocht. ‘Omdat niemand toegang kreeg viel het ook niet te controleren of er alleen ongedocumenteerde Afghanen verbleven’, vertelt mensenrechtenadvocate Kakar. ‘In veel gevallen verscheurde de politie hun papieren en belandden geregistreerde vluchtelingen en zelfs Pakistanen in de cel.’

‘De politie pakte iedereen op die er Pasjtoens uitzag’, treedt Hussain haar bij. Pasjtoenen leven vooral in de noordelijke provincies van Pakistan en vormen in Afghanistan de grootste etnische groep (zie kader). Samen met Kakar vertegenwoordigt Hussein Afghaanse vluchtelingen in de rechtbank van Karachi. Al honderden zaken van uitzettingen van mensen met geldige verblijfsvergunningen vochten ze aan. 'Pakistaanse kinderen krijgen pas vanaf hun achttiende een identiteitskaart. Maar agenten gaan ervan uit dat elke Pasjtoen de Afghaanse nationaliteit heeft. Zo werden al Pakistaanse tieners in detentiecentra gezet en naar Afghanistan gedeporteerd.’

Grensgeschil

Volgens Hussain en Kakar speelt racisme tegen de Pasjtoense gemeenschap een belangrijke rol in het Pakistaanse deportatiebeleid. Het Pakistaanse establishment ziet etnische Pasjtoen als een separatistische dreiging en ziet hun aandeel in de bevolkingscijfers maar wat graag slinken. Sinds het ontstaan van Pakistan in 1947 is er een voortdurend geschil over de 2430 kilometer lange grens met Afghanistan. De Britse koloniale macht trok die lijn (de Durandlinie) in 1896 na een militaire overwinning op de Pasjtoen. Ze volgt vooral fysieke afbakeningen, zoals rivieren en bergkammen en geen etnische grenzen. De Pasjtoen werden de facto opgedeeld in twee afzonderlijke landen.

Geen enkele Afghaanse regering erkende deze grens ooit. Veel Pasjtoen in Pakistan dromen nog steeds van een groot Pasjtoenistan, dat grote delen van beide landen beslaat. De Pakistaanse discriminatie werkt het Pasjtoense nationalisme alleen maar verder in de hand. Het conflict tussen beide landen, en de behandeling van Afghanen in Pakistan, moet daarom ook tegen deze achtergrond gezien worden.

Kinderen van Afghaanse vluchtelingen in de Afghaanse basti of sloppenwijk nabij Karachi.

Kinderen van Afghaanse vluchtelingen in de Afghaanse basti of sloppenwijk nabij Karachi.

Gezondheidsklachten

In het Afghaanse kamp heerst ondertussen een sfeer van angst voor de toekomst. Na eid-al-fitr in april, het feest dat het einde van de Ramadan inluidt, moesten de bewoners met een Afghaanse burgerkaart het land verlaten volgens het plan van de overheid. Enkele dagen later tekenden de Afghaanse autoriteiten 837 Afghaanse vluchtelingen op die de grens werden overgezet. In de maanden daarop bleven de uitzettingen relatief beperkt, wat doet vermoeden dat de tweede fase van het deportatieplan nog niet in voege is getreden.

Overheidsbronnen zeggen dat het plan nog steeds hoog op de agenda staat. Niemand weet wanneer precies de Afghaanse burgerkaarthouders het land zullen moeten verlaten. ‘Dat komt vooral door de berucht zwakke bureaucratie van Pakistan’, legt Hussain uit. Beleidsmaatregelen kunnen ongepland en zonder aankondiging on hold worden gezet, omdat de betreffende diensten andere zaken aan hun hoofd hebben.

Voor 800.000 Afghanen hangt deportatie momenteel boven het hoofd als een zwaard van Damocles. Wanneer het conflict tussen Afghanistan en Pakistan opnieuw opspeelt, kan dat zwaard plots vallen. De aankondiging door de Pakistaanse regering van een grote militaire operatie in het grensgebied met Afghanistan ‘om terreur te bestrijden’ in juni 2024 zorgde voor extra angst en onzekerheid.

‘Als we nu naar de stad pendelen om onze kost te verdienen, is de kans groot dat we opgepakt worden’, zegt kampleider Amandula. Politieagenten in Karachi voelen zich gesterkt door het deportatiebeleid, zegt hij. Afghanen worden met busladingen tegelijk naar de politiebureaus afgevoerd. ‘Onze mensen worden er bijeengedreven alsof het geiten zijn. Iedereen moet zijn zakken leegmaken en de agenten stelen alles van waarde. Ze controleren zelfs hun papieren niet. Het is pure afpersing. Wie niet genoeg smeergeld bij heeft, blijft in de cel.’

In het kamp volgen de inwoners angstvallig het nieuws. De 30-jarige Noor is nog aan het verwerken dat ze moet “terugkeren” naar een land dat ze nog nooit heeft gezien. De moeder van vijf werd geboren in Waziristan, aan de Pakistaanse kant van de grens, als kind van Afghaanse migranten. Haar enige vorm van identiteitsbewijs is de Afghaanse burgerkaart, waardoor ze in de ogen van de Pakistaanse autoriteiten in aanmerking komt voor deportatie. ‘We dachten dat we niet uitgezet zouden worden omdat we documenten hebben, maar ik las dat ook kaarthouders worden uitgezet’, jammert de vrouw.

Voor Noor geldt hetzelfde dilemma als voor Afghanen zonder papieren in 2023: het bevel van de regering opvolgen en vertrekken of het risico lopen op arrestatie en gedwongen deportatie. ‘Mijn bloeddruk schiet constant de hoogte in. Ook mijn man is de zenuwinzinking nabij. Hij kan niet beslissen wat we moeten doen: als we teruggaan zitten we volledig aan de grond.’ Want het bevelschrift van de overheid laat de Afghanen niet toe om hun bezittingen mee te nemen. Slechts 50.000 roepies (167 euro) mogen ze bij zich hebben wanneer ze de grens oversteken. 

Ook kampchef Amandula heeft geen herinneringen aan zijn thuisland. Hij weet zelfs niet van waar hij precies afkomstig is. Al 51 jaar woont hij in Pakistan, wat zijn kinderen als hun thuisland beschouwen. ‘Als ik ze naar Afghanistan moet brengen, kan ik ze evengoed op Mars afzetten’, lacht hij cynisch.

Deze reportage werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek en Free Press Unlimited

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in