Nastassia Rouda leidt oudste Belarussische krant vanuit Vilnius
‘Een vrije pers voor een rechtvaardige samenleving’
© Kristof Devos
© Kristof Devos
Nasha Niva, de oudste krant van Belarus, vormde een bedreiging voor president Loekasjenko. Nadat het medium bestempeld werd als ‘extremistische organisatie’, en alle journalisten dreigden opgepakt te worden, besloot redactiedirecteur Nastassia Rouda de redactie te verhuizen naar buurland Litouwen.
Na de massale prodemocratische protesten van 2020 en de daaropvolgende repressie, moest redactiedirecteur Nastassia Rouda de hele redactie van de krant Nasha Niva van Belarus naar buurland Litouwen verhuizen. Op zich niet onlogisch, want Nasha Niva werd in 1906 in de Litouwse hoofdstad Vilnius opgericht door beroemde dichters en schrijvers, en werd het eerste nieuwsmedium in de Belarussische taal zonder overheidsbemoeienis. Maar Rouda kan ons er niet ontvangen. ‘We moeten de locatie geheimhouden, want zelfs hier zitten KGB-agenten’, zegt ze.
Wie is Nastassia Rouda (°1995)
journalist
sinds 2021 redactiedirecteur van Nasha Niva
werkte als verslaggever, talkshowhost, redacteur, en hoofd van de marketingafdeling van Nasha Niva
geeft journalistieke training bij Press Club Belarus, belangenbehartiger van journalisten
De redactiedirecteur wil ons wel twee symbolische plekken tonen: het gebouw van de oude redactie en de bruine kroeg Karcma 1863. Aan de muren van het café hangen oude portretten van Konstantin Kalinovski, een rebellenleider tijdens de opstand van 1863 tegen de Russische bezetter. Belarus maakte toen deel uit van het oude Pools-Litouwse Gemenebest, wat meteen ook de reden is waarom Nasha Niva lang in Vilnius gevestigd was.
Historische bronnen tonen dat Kalinovski in dit gebouw overlegde met zijn kompanen, en er hangen vlaggen van het Gemenebest en het democratische Belarus aan de muren. Die rood-witte vlag zou later het symbool worden van het verzet tegen de Russische invloed en de Belarussische dictator Aleksandr Loekasjenko. De kleurencombinatie is in dit café aanwezig tot de gerechten op de menukaart toe. Rouda bestelt een bord tomaten met zure room.
‘De meeste van onze lezers en kijkers bevinden zich in Belarus, ook al is de krant er online lezen gevaarlijk.’Nastassia Rouda, redactiedirecteur Nasha Niva
Nastassia Rouda bestelt een bord tomaten en zure room in in Karcma bar. Rood en wit zijn de kleuren van de oude vlag van Belarus.
© Emiel Petrovitch
Nastassia Rouda werd geboren een jaar nadat Loekasjenko aan de macht was gekomen. Als tiener raakte ze gebeten door de journalistiek, en ze ging aan de slag bij de regionale krant Rehijanalnaja Hazieta in haar geboortestad. ‘Door het contrast tussen een onafhankelijke krant en de staatsuniversiteit waar ik studeerde, ontdekte ik het verschil tussen staatspropaganda en echte journalistiek’, vertelt ze. ‘Maar ik had nooit gedacht dat politie ons kantoor in Minsk zou binnenvallen.’
De kok wil graag met haar op de foto. Rouda is een bekend gezicht bij democratischgezinde Belarussen. Haar talkshow TOK Talk op YouTube heeft bijna 40.000 abonnees, en elke aflevering krijgt rond de 100.000 views.
De onderdrukking van de vrije pers leidt dan ook niet automatisch tot het verdwijnen ervan, integendeel. ‘We hebben nu méér lezers en kijkers dan vroeger’, verduidelijkt Rouda. ‘De meesten onder hen bevinden zich trouwens in Belarus zelf, ook al is dat gevaarlijk. Zelfs voor een vind-ik-leuk kan iemand een geldboete krijgen of administratief worden aangehouden. Daarom surfen ze met een versleutelde VPN-verbinding.’
Politieke bewustwording
Journalisten als Rouda betalen een persoonlijke prijs voor hun werk. ‘Het is voor onze medewerkers onmogelijk om naar huis terug te keren. Als ik bij mijn familie wil zijn, moet ik eerst zeven jaar de gevangenis in. Bijna vier jaar na de protesten zijn er nog steeds duizenden politieke gevangenen. Dat kon niemand zich voorstellen. Loekasjenko zal zeker tot de verkiezingen in 2025 de repressie voortzetten, omdat hij bang is voor een nieuw 2020. De Russische president Poetin zou nieuwe protesten ook nooit toelaten. Zolang Rusland Oekraïne blijft aanvallen en de Oekraïners blijven vechten, zal er voor Belarus niets veranderen.’
President Loekasjenko heeft redenen om Nasha Niva te vrezen.De krant legde met haar onafhankelijke berichtgeving over de covid-pandemie mee de basis voor een brede politieke bewustwording. ‘We schreven elke dag over de dreiging van het virus, terwijl de regering cijfers verborgen hield en Loekasjenko zei dat we gewoon wodka moesten drinken. Een vrije pers is nog steeds de basis om mensen bewust te maken van de nood aan een rechtvaardige samenleving.’
‘Maar zelfs nu Nasha Niva opnieuw in Vilnius gevestigd is, is de Staatsveiligheid van Belarus voortdurend op zoek naar nieuwe manieren om ons af te sluiten van bronnen en werkingsmiddelen’, gaat Rouda verder. ‘Als lezers, bedrijven en andere media in Belarus ons steunen, of zelfs maar te woord staan, worden ze ervan beschuldigd samen te werken met een ‘extremistische organisatie’. We overleven alleen dankzij de steun van Europese stichtingen en de Europese Commissie.’
Nasha Niva publiceert daarom geen namen in artikels, niet van journalisten en ook niet van bronnen. Alleen Rouda zelf werkt in het openbaar.
Nastassia Rouda voor het oude kantoor van Nasha Niva.
© Emiel Petrovitch
Promoten van Belarussische taal
Rouda hielp de journalisten van Nasha Niva eerst naar Kiev en vervolgens naar Vilnius te komen. Aanvankelijk wilde ze in de oude redactielokalen van 1906 trekken, maar dat bleek praktisch onmogelijk. Uiteindelijk vond ze een nieuw kantoorgebouw, en de Amerikaanse ngo Freedom House faciliteerde de contacten met de Litouwse overheid zodat de journalisten snel visa en verblijfsvergunningen kregen. Die wandelen nu opnieuw door dezelfde straten als hun voorlopers meer dan een eeuw geleden.
De nieuwe redactie ligt wel in de buurt van het oude huis van schrijver-dichter Janka Kupała, een van de oprichters van Nasha Niva. Vandaag is het een museum waar zich de oude archieven van de krant bevinden. Het is bijzonder om ze te doorbladeren, en om de eerste artikels in de Belarussische taal te zien.
‘Door onze eigen taal te promoten, gaan we de Russische invloed tegen.’Nastassia Rouda, redactiedirecteur Nasha Niva
In het begin van de twintigste eeuw werd de Belarussische taal vooral gebruikt door boeren, en verwaarloosd door de intellectuele elite en de hogere klassen. Nasha Niva zorgde eigenhandig voor een herwaardering en zelfs voor een ontwikkeling van de spelling en de grammatica.
‘We moeten ons eigen land bouwen zonder Rusland, anders zullen we nooit vrij zijn’, riep rebellenleider Kalinovski ooit uit. De geschiedenis van Nasha Niva bevestigt deze uitspraak. ‘Telkens Belarus afhankelijk van Rusland was, moest Nasha Niva de deuren sluiten’, zegt Rouda. ‘En in elke korte periode van vrijheid herleefden we. Door onze eigen taal te promoten, gaan we de Russische invloed tegen. Het is onze manier om te laten zien dat we geen Russen zijn, dat we tegen de oorlog zijn.’
De jonge meisjes van de culturele ngo Hodna, ook gevlucht van Minsk naar Vilnius, brengen de Belarussische taal op 21 februari, Internationale Moedertaaldag van de Unesco, extra onder de aandacht. ‘Zelfs toetsenborden in Belarus bevatten niet eens de specifieke tekens van de Belarussische taal’, zegt Lisa Vertrava. Ze heeft een van de meest populaire Instagram-kanalen in het Belarussisch. In ludieke filmpjes toont ze hoe Russische woorden en zinnen om te zetten naar haar moedertaal.
Wat brengt een jonge twintiger bij het thema taal, in een land waar ogenschijnlijk grotere katten te geselen zijn? ‘Politieke gevangenen, onderdrukking, dictatuur, het zou allemaal niet bestaan als mensen Belarussisch zouden spreken’, zegt Vertrava’s collega Alina Gerashchanka met een boutade. ‘Maar serieus, als we onze taal verliezen, verliezen we ons land juist aan de pro-Russische dictatuur.’
‘Belarussen die Russisch spreken doen dat uit onwetendheid en het tactisch vergeten van historische omstandigheden’, stelt Aliaksandr Bystryk. Hij promoveert aan de Central European University op de Belarussische nationale beweging tijdens en na de Eerste Wereldoorlog. ‘In de jaren ‘30 vermoordden de Sovjets onze dichters en gebruikten ze psychologisch geweld tegen leerkrachten en kinderen op scholen. Het eeuwenlange minderwaardigheidscomplex over onze eigen taal werd zo nog versterkt.’
Russische indoctrinatie
Symbolen als vlaggen en datums van het democratische Belarus zijn vormen van protest tegen het pro-Russische regime van Loekasjenko. Dat beschouwt die symbolen dan ook als staatsondermijnend. ‘Onze directeur werd beschuldigd van verraad en veroordeeld tot dertien jaar gevangenisstraf’, zegt Gerashchanka van de ngo Hodna. Een andere symbolische datum is 25 maart, de Dag van de Vrijheid, waarop democratischgezinde Belarussen de Onafhankelijkheids-verklaring van de kortstondige Democratische Republiek Belarus van 1918 herdenken.
Zo’n herdenking is tegenwoordig verboden. Tijdens de protesten van 2020 organiseerden oppositieleiders een groot evenement in OK16, waarover Nasha Niva uitgebreid berichtte. OK16 is een artistieke hub in Minsk gefinancierd door de Belgazprombank van oppositieleider en presidentskandidaat Viktor Babariko. Uiteindelijk werd OK16 gesloten en kreeg Babariko veertien jaar gevangenisstraf.
‘Wij geven mensen in Belarus de kans om meer te weten te komen over de Dag van de Vrijheid’, zegt Lisa Vetrava van Hodna. ‘Voor veel Belarussen is deze dag immers belangrijker dan 3 juli, de officiële nationale feestdag, waarop in 1944 het Rode Leger de nazi’s uit Minsk verdreef.’
De manier waarop het Museum van de Grote Patriottische Oorlog in Minsk deze geschiedenis voorstelt, neigt naar manipulatieve indoctrinatie. We zien een groep schoolkinderen van een enorme hal gevuld met Sovjettanks wandelen naar een volgende hal met schilderijen van joodse slachtoffers van de Holocaust. In de laatste, helder verlichte hal maken de kinderen een groepsfoto voor een grote ster en de slogan ‘Moederland voor altijd’.
‘Het verhaal is dat van de goede Sovjets die zich verdedigden tegen de slechte nazi’s. En vandaag doet Rusland hetzelfde tegen Oekraïne’, zegt historicus Aliaksandr Bystryk. ‘In het museum van de Grote Patriottische Oorlog en tijdens geschiedenislessen op school leren mensen niet hoe de nazi’s aan de macht kwamen. Als ze dat leerden, zouden ze de overeenkomsten met Loekasjenko opmerken.
‘Belarussen vieren niet graag elk jaar de oorlog’, besluit Nastassia Rouda. ‘In Rusland zeggen ze “opnieuw”, Belarussen zeggen “nooit meer”.’
Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
Deze reportage werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.