Regering steunt op jonge patriotten, de bevolking kreunt eronder
Hoe de Congolese president de jeugd weer wapens gaf
© Elien Spillebeen
© Elien Spillebeen
Twee jaar nadat de Congolese president Tshisekedi nieuwe legitimiteit gaf aan autodefensiegroepen is het geweld in het oosten van Congo enkel toegenomen. Zijn oproep aan de jongeren om zich aan te sluiten bij de Wazalendo is dan ook de herhaling van een mislukt recept uit het verleden.
‘De door onze buren veroorzaakte oorlog vraagt opofferingen van iedereen. De natie heeft het engagement van al haar zonen en dochters nodig.’ President Félix Tshisekedi richtte zich op 3 november 2022 in het bijzonder tot de Congolese jongeren. ‘Daarom nodig ik de jeugd uit om zich te organiseren in waakzaamheidsgroepen die ons leger ondersteunen en versterken in het bereiken van zijn doel.’ Op dat ogenblik wonnen de door Rwanda gesteunde rebellen van M23 snel terrein in Noord-Kivu, en de provinciehoofdstad Goma kon, net als tien jaar eerder, opnieuw in hun handen vallen.
Aan het begin van zijn mandaat had de president beloofd de oorlog in het oosten van Congo te beëindigen. Aan het einde ervan leek vrede verder weg dan ooit. Gewapende groepen zoals CODECO en Zaïre in de provincie Ituri, ADF in het noorden van Noord-Kivu, en meer dan ooit weer M23 in het zuiden van Noord-Kivu, hadden een spoor van geweld door zijn beleidsperiode getrokken. Het uitroepen van de staat van beleg in twee oostelijke provincies had niets opgeleverd. Met het oog op een herverkiezing sloeg president Tshisekedi dan maar de weg van het nationalisme in.
Maar met zijn oproep aan de Congolese jeugd om mee te strijden tegen M23, gaf hij prompt legitimiteit aan gewapende groepen die eveneens een bron van onveiligheid zijn in het oosten van het land. Sindsdien wordt elke gewapende groep die haar oorsprong bij de lokale bevolking heeft Wazalendo genoemd, Swahili voor patriotten. Zeg niet langer rebellen, maar verwelkom de helden van de natie, leek de boodschap.
Een bont gezelschap
Een taxi baant zich een weg door het drukke verkeer van Goma. Door de luidsprekers schalt een enthousiaste radiopresentator die een sterk pleidooi houdt om de Wazalendo in de nieuwe Congolese regering op te nemen. Het is april en Félix Tshisekedi is ondertussen herkozen. Het verkiezingsproces en de resultaten waren dan wel gecontesteerd, het is duidelijk dat hij desondanks zijn mandaat kan aanvatten. Maar de regeringsvorming loopt moeizaam.
‘Wat doe je met al die gewapende jongeren eens de oorlog voorbij is?’Activist Christophe Muyisa
Activist Christophe Muyisa is op de terugweg van een van de vele vluchtelingenkampen aan de rand van de stad. Hij luistert mee naar het betoog op de radio. Als leider van de burgerbeweging Filimbi pleit hij voor geweldloos verzet. Maar anderhalf jaar na de presidentiële oproep aan de Congolese jeugd is het heersende discours steeds gewelddadiger geworden. Dat is zeker in Goma het geval. Het offensief van M23 heeft meer dan een miljoen burgers ontheemd, waardoor de stad noodgedwongen honderdduizenden vluchtelingen huisvest. ‘Gezien de uitzichtloosheid van de oorlog is het momenteel niet erg populair om je tegen de Wazalendo uit te spreken’, ondervindt Muyisa. ‘Maar het probleem is, dat die “helden van de natie” een nogal diverse groep vormen.’
‘Er zitten beslist idealisten tussen’, antwoordt Muyisa op de vraag wie dat dan zijn, die patriotten. ‘Als je voor de derde keer in je jonge leven ontheemd wordt, geloof je misschien dat er geen andere optie meer is dan te vechten. Maar daarnaast heb je uiteraard ook opportunisten die weten dat ze als Wazalendo makkelijker aan wapens komen. En dan zijn er de oude gewapende groepen, soms geleid door veroordeelde oorlogsmisdadigers, die nieuwe legitimiteit kregen.’ Ook de erg jonge leeftijd van de nieuwe rekruten, sommigen zijn zelfs minderjarig, baart hem zorgen. ‘Wat doe je met al die gewapende jongeren eens de oorlog voorbij is?’, vraagt hij zich luidop af.
Mai Mai in een nieuw kleedje
In Congo zijn autodefensiegroepen niet nieuw. Meer dan honderd verschillende groeperingen zagen vooral in het oosten van Congo het leven, en dan voornamelijk tijdens de Tweede Congo-oorlog (1998-2003). De komst van gewapende groepen vanuit buurlanden Rwanda en Oeganda, of lokale groepen maar met banden met die buurlanden, deden de roep naar zelfverdediging in drie decennia van geweld al vaak weerklinken. Die autodefensiegroepen werden meestal gevormd op basis van dorp of etnische achtergrond.
Maar net als de milities die ze zeiden te bestrijden, maakten verschillende van die autodefensiegroepen zich na verloop van tijd ook zelf schuldig aan wanpraktijken en oorlogsmisdaden. Ze vergrootten vaak mee de chaos en de versnipperde controle over de Oost-Congolese provincies.
Veel van die groepen in het oosten stonden eerder bekend als Mai Mai, wat in het Swahili ‘Water Water’ betekent. De naam verwijst naar een van de spirituele rituelen waarbij de strijders voor een operatie beschermd worden met magisch water, waardoor kogels hen niet zouden kunnen raken. Vervang de term Mai Mai door Wazalendo en veel van dezelfde groepen duiken op. Mai Mai Mazembe, of Mai Mai Charles, maar ook de Mai Mai Nduma Defence du Congo-Rénové identificeren zich vandaag als Wazalendo.
Tijdens de Tweede Congo-oorlog werden de Mai Mai ook al door de overheid bewapend in de hoop het door Rwanda gesteunde RCD (Rassemblement Congolais pour la Démocratie) te bekampen. Na het vredesproces van Sun City in 2003 mislukten pogingen tot integratie van de groepen in het Congolese leger en de overheid grotendeels. Ontwapenings- en demobilisatieprogramma’s in samenwerking met de MONUSCO, de vredesoperatie van de VN, kenden een wisselend succes. Tussen 2012 en 2022 werden binnen het MONUSCO-programma 6700 Congolese volwassenen en 2900 kinderen ontwapend en gedemobiliseerd. Een deel van de voormalige strijders slaagde erin een nieuw leven op te bouwen, maar sommigen keerden ook gewoon terug naar dezelfde of andere milities.
Het legitimeren van het gewapend verzet onder de nieuwe merknaam Wazalendo zal ongetwijfeld velen doen terugkeren naar de milities, vreest professor Godefroid Muzalia van de Universiteit van Bukavu (CERUKI/ISP). ‘Dat de ontwapeningsprogramma's niet helemaal geslaagd zijn, betekent niet dat de MONUSCO haar werk slecht deed, maar dat ze de gevolgen ervan niet goed had ingeschat. Door een strijder een startpakket aan te bieden, ging de MONUSCO ervan uit dat hij zijn wapens zou inleveren en het gewone leven weer zou omarmen. Zij werden als geïsoleerde bandieten beschouwd, waarmee men voorbijging aan hoe die gewapende groepen verweven zijn met de gemeenschap.’
‘Nu de politiek diezelfde groepen opnieuw tot patriotten heeft uitgeroepen, is ook de redenering erachter dezelfde gebleven’, stelt Muzalia. ‘Net zoals bij de Mai Mai vindt Kinshasa de Wazalendo een tovermiddel, maar helaas. Ondertussen wint M23 steeds meer terrein in Noord-Kivu en neemt ook de druk op Zuid-Kivu toe.’
Levende helden
‘Eerst roep ik “Les Héros!” en dan antwoorden jullie “Toujours en vie!”.’ Een groep van dertig jongeren stelt zich op voor een tankstation langs een drukke en stoffige hoofdstraat in Goma. De inkt op hun hagelnieuwe witte T-shirts reflecteert nog wat zonlicht. Chady Baba Luneyo geeft als hun leider de laatste instructies voor hij de lokale pers te woord staat. Twee grote spandoeken worden achter het groepje uitgerold en omhooggehouden. ‘Héros Vivants – Jeunesse’, staat als een zwart-rood logo op een van de banners. Op de andere banner prijken dan weer foto’s, waaronder die van een jongeman in een scoutsdas. ‘Gustave Katimba’ luidt het onderschrift.
© Elien Spillebeen
Een andere foto toont Ubedi Bumali, die amper 12 jaar oud lijkt. Het zijn volgens Luneyo de mensen die we moeten bewonderen omdat ze ervoor kozen een held te zijn tijdens het leven. ‘Al zijn beide jongens wel gesneuveld’, voegt hij eraan toe. ‘Katimba en Bumali waren respectievelijk 19 en 20 toen ze stierven’, reageert Luneyo op de vraag of de jongens meerderjarig waren. ‘Maar onze deur staat vandaag open voor iedereen. Ik ken zelfs 11-jarigen die naar het front gaan.’
Op de Congolese Onafhankelijkheidsdag van 30 juni lanceert Luneyo een actiegroep om de jongens en meisjes die de wapens willen opnemen te steunen en te eren. ‘Wij zijn een nieuwe beweging van burgers: Héros Vivants. We steunen zij die bereid zijn te sterven voor ons land’, scandeert hij. ‘Les Héros!’ ‘Toujours en vie!’, antwoordt de groep. Een kreet die ondersteund wordt door een gebalde vuist.
Zelf was Luneyo enkele maanden geleden nog kandidaat bij de nationale verkiezingen voor de partij DYPRO (Dynamique Progressive Revolutionnaire). In de toekomst ziet hij zich dan ook liefst politiek actief. ‘Ieder heeft een rol te spelen’, klinkt het. Hij is niet de eerste politicus die zijn politiek werk probeert te verbinden aan een gewapende groep. Luneyo gelooft dat de Héros Vivants als drukkingsgroep een civiel front zal vormen. Maar er zijn ook Wazalendo lid van de nieuwe beweging. ‘En straks komen er ook enkele Wazalendo naar de viering’, belooft hij.
‘In het leger heerst veel corruptie in de hogere rangen. Wij zijn niet corrupt. Wij zijn echte patriotten’Zanger en Wazakelendo Djah Sing
Na het persmoment trekt de groep jongeren scanderend en zingend de straat op. ‘Mai Mai’, klinkt het onderweg. Een halfuur later draait de bijeenkomst uit op een energieke zang- en danspartij. Wanneer een nummer de Wazalendo eert, gaat het dak eraf.
Tijdens een tweede persmoment krijgt zanger Djah Sing de microfoon. Tien jaar geleden werd de artiest halftijds Mai Mai-strijder. Hij is nog steeds een strijder, maar nu bij de ‘Wazalendo-FAR’, waarbij FAR voor Forces Action Rapides staat, legt hij uit. ‘Ik ben Chef d’opération.’ Met zijn blazer en jeansbroek valt het moeilijk te geloven dat de man een gewapende groep aanstuurt.
Naarmate de feestelijkheden vorderen, komen er ook meer mannen in militair uniform bij. Een bevelhebber van de Wazalendo-FAR en zijn gevolg zonderen zich in een hoek achter een gordijn af. Luneyo begroet hen en maakt nog wat afspraken voor de volgende dag.
Kanonnenvlees
De volgende ochtend laden de Héros Vivants kartonnen dozen met likeur op taxibrommers. Zanger Djah Sing verschijnt dit keer in militair tenue. Vandaag geen optredens. Het is tijd om terug naar zijn kameraden te gaan in een kamp, op een halfuurtje rijden buiten de stad. Een verschil met Mai Mai is er niet, bevestigt hij nog eens. ‘Wazalendo en Mai Mai, dat is hetzelfde. Al werden we als Mai Mai meer als rebellen gezien. Nu zijn we patriotten en werken we samen met het leger.’
Djah Sing schat zijn groep op een 700-tal mensen, maar het zijn geen reservisten van het leger. Ze worden er ook niet door opgeleid. ‘Soms voeren we operaties uit met het leger. Op andere plaatsen vormen we een eerste linie.’ Daar vallen dan snel veel doden. ‘In Kanyabayonga, maar ook in Sake hebben we al veel vrienden verloren’, zegt Djah Sing. Of hij niet vreest om als kanonnenvlees ingezet te worden in deze oorlog, en dan ook te sterven? ‘Ik heb geen angst’, repliceert hij. ‘Verslagen te leven zonder glorie, is hetzelfde als elke dag sterven.’
Djah Sing is niet geïnteresseerd in integratie in het Congolese leger. ‘Wij werken echt voor het land en krijgen geen salaris. In het leger heerst veel corruptie in de hogere rangen. Wij zijn niet corrupt. Wij zijn echte patriotten.’
Onderweg naar het kamp moeten we voorbij verschillende controleposten van het leger. ‘Jullie zijn met zoveel’, roept de soldaat aan de wegversperring uit. Ook de Wazalendo moeten aan de militairen uitleggen wie ze zijn. ‘We kunnen niet weten wie wie is’, zucht de soldaat vertwijfeld. Aan de derde controlepost eindigt de reis. Als meereizende journalisten moeten we bij de militaire woordvoerder een aparte vergunning halen. Daar kunnen ook de Wazalendo weinig aan veranderen.
Terwijl we de dagplanning bespreken rinkelt de telefoon van Djah Sing. Het is zijn commandant. ‘We vertrekken nu naar het front’, klinkt het aan de andere kant van de lijn. Djah Sing verontschuldigt zich. Hij moet nog een extra batterij halen en zich dan zo snel mogelijk bij de groep aansluiten. De plicht roept.
Of hij straks, zoals gebruikelijk is bij de Mai Mai, bescherming zal krijgen van magisch water? Hij lacht. ‘Dat mag ik je niet vertellen. Dat is operationeel geheim.’
Overlast
Door hoeveel Wazalendo het leger vandaag wordt bijgestaan, is onduidelijk. Het gebrek aan overzicht, de grote diversiteit aan soorten Wazalendo en het ontbreken van een vergoeding voor deze mensen, zorgt voor veel problemen. De bevolking, ook mensen op de vlucht, wordt onder druk gezet om geld of eten aan gewapende jongeren te geven.
Buiten de frontlinies duiken steeds vaker gewapende mannen op die burgers dwingen om hun patriotisme te steunen. Met een wapen in de hand vragen ze financiële of materiële steun. Dat boezemt de bevolking angst in. Je publiekelijk vragen stellen bij deze vorm van patriotisme ligt gevoelig, maar toch is de stijgende overlast in veel huiskamers een belangrijk gespreksonderwerp geworden.
Tijdens een van de vrouwencirkels die de lokale ngo Aidprofen in het vluchtelingenkamp van Rusayo organiseert, komt de overlast bijna meteen ter sprake. Een vrouw getuigt hoe ze afgelopen nacht nog werd verkracht door een Wazalendo die haar tent binnendrong. De andere vrouwen vullen aan hoe de strijders steeds weer om geld vragen. We werpen een blik naar buiten en zien meteen jonge mannen met slordige uniformen en een wapen over de schouder door het tentenkamp dwalen. ‘Mensen zoeken hier veiligheid, maar botsen op nieuwe bedreigingen’, zucht Passy Mubalama van Aidprofen.
Vrouwen in het vluchtelingenkamp van Rusayo
© Elien Spillebeen
Zonder identificatie en militaire structuur is het haast onmogelijk om iemand ter verantwoording te roepen voor de problemen die de Wazalendo veroorzaken. Zolang de politiek hen als bondgenoten blijft beschouwen, krijgen ze vrij spel.
Enkel de sektarische tak uit de diverse Wazalendogroepen, de uwezo wa neno- wazalendo, had een halfjaar na de oproep van de president een openlijke aanvaring met de autoriteiten. De groep, geleid door de zelfverklaarde messias Ephraïm Bisimwa, werd verantwoordelijk geacht voor het geweld tijdens antiwesterse betogingen in augustus 2023. Bisimwa riep zijn volgelingen op om een einde te maken aan alle buitenlandse aanwezigheid in het land.
Niet enkel Rwandese militairen of hun lokale bondgenoten, maar alle westerse vrienden van Rwanda en de VN-blauwhelmen, moesten de deur gewezen worden. De betogers vernielden VN-wagens en ngo-kantoren, waarna de presidentiële garde met scherp op hen schoot. Met 56 doden en honderden gewonden, werd een hoge tol betaald. 143 Wazalendo werden opgepakt en veroordeeld voor een militaire rechtbank. Ephraïm Bisimwa en 63 andere jongeren werden ter dood veroordeeld, de anderen kregen celstraffen van 10 tot 20 jaar.
Vragen aan jongeren om zich aan te sluiten bij autodefensiegroepen zal de weg naar vrede in Oost-Congo niet bespoedigen. Integendeel. ‘Verandering komt niet met een vingerknip, het is een lang proces’, vat Christophe Muyisa samen. ‘Verbetering begint met het ter verantwoording roepen van de eigen overheid’, zegt hij. ‘Vandaag zijn er in de eerste plaats positieve krachten nodig. Zelfs de goede krachten binnen het bestaande systeem worden vandaag door het systeem opgegeten.’
Hij beseft dat er geen snelle shortcut naar vrede is. Maar twee jaar na zijn oproep aan de jeugd om zich te mobiliseren, zou president Tshisekedi de jeugd beter een andere richting uitsturen.
Lees ook
Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.
Deze reportage werd geschreven voor de MO*special over bouwen aan duurzame vrede. Dit extra nummer kwam er in samenwerking met onze lidorganisatie Search for Common Ground.
Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in