In Goma is dichtkunst zowel wapen als therapie
Slam poetry voor een ander Congo
Slampoëzie spreekt steeds meer jongeren in Afrika aan. Ook in Oost-Congo slamt een kritische, stedelijke, vaak hoogopgeleide jeugd over politiek en maatschappij. De vrije, moderne woordkunst is er tegelijk een wapen in een geweldloze strijd, als een therapie voor de wonden van de decennialange oorlog.
‘“Wat? Islam? Ben je nu moslim geworden?”, reageren ouderen weleens als we het over onze liefde voor slam hebben’, lacht Esther Abumba (20). ‘Maar aan jongeren hoef je al lang niet meer uit te leggen wat het is.’ Slampoëzie of slam poetry is een vrije vorm van podiumpoëzie, waarbij ritme, woord en voordracht op een collegiale, zij het wat competitieve manier worden opgevoerd.
Overal in Abumba’s thuisstad, het Oost-Congolese Goma, worden nieuwe collectieven gevormd, zoals Goma Slam Session waarvan Abumba actief lid is. In projecten zoals Slam à l’école, waarmee Goma Slam Session de podiumpoëzie naar scholen brengt, vermengen steeds meer jongeren taal en ritme met maatschappelijke kritiek.
‘Slam is hier zowel een wapen als een therapie’, gelooft pionier Ben Kamuntu. ‘Wij hebben in ons leven alleen maar oorlog gekend. Dromen van een beter Congo wordt ons altijd ontmoedigd. Met slam verzetten wij ons tegen dat fatalisme. Wij kunnen en mogen wél dromen van een ander Congo’, poneert hij stellig. ‘Dat is ons recht, maar ook onze plicht. Want wij, jongeren, zijn de toekomst.’
Hier slammen wij
We slammen voor vrede, slammen om te delen,
Hervertellen de vertelde
en de nog onvertelde verhalen
Slammen in cement op de bouwwerf
van verdwaalde hoop
Ben Kamuntu (vertaald uit het Frans)
Goma Slam Session
Vandaag, op de laatste vrijdag van juni, slammen de dichtende jongeren van Goma in het Institut Français. De ingang wordt streng bewaakt. ‘Noodgedwongen’, legt Esther Abumba uit. Ze is wat vroeger komen opdraven om alles klaar te zetten. ‘Contact en interactie met het publiek maken deel uit van onze discipline. Daarom traden we voorheen in de straten van Goma op. Maar sinds de staat van beleg werd afgekondigd, kan dat nog moeilijk.’
Die noodtoestand is ondertussen al drie jaar van kracht in de door oorlog moegetergde provincie Noord-Kivu, waarvan Goma de hoofdstad is. Nu de rebellen van M23 en het Rwandese leger de stad opnieuw volledig omsingeld hebben, lijkt daar ook niet snel een einde aan te zullen komen. Voor publieke optredens en bijeenkomsten is een goedkeuring van het militaire noodbestuur nodig. Maar dat is niet vanzelfsprekend, gezien de vaak kritische boodschappen van de woordkunstenaars. Dus vindt de maandelijkse slamafspraak van Goma Slam Session voorlopig hier plaats.
Het Institut Français verwelkomt publiek en artiesten maar al te graag. Niet alleen hier, maar in verschillende grote Afrikaanse steden omarmt het instituut woordkunstenaars. Slampoezië ontstond dan wel in de jaren ‘80 in de Verenigde Staten, het genre kende ook in de Franstalige wereld een snelle opmars en wint vooral bij jongeren aan populariteit.
Grand Corps Malade, GCM voor de vrienden, is ook voor slamdichters in Congo een grote bron van inspiratie. De Fransman Fabien Marsaud maakte het afgelopen decennium internationaal furore. Zijn artiestennaam verwijst naar de bovengemiddelde grootte van zijn lichaam en een zware rugblessure, waardoor hij op krukken loopt. GCM, maar ook Abd al Malik, een Fransman met Congolese roots, plaveide in de Franstalige wereld een weg die ook steeds meer Afrikaanse jongeren bewandelen.
De kernmissie van het Institut Français is om de Franse taal door onder andere kunst en cultuur te bevorderen, en het surft dan ook graag mee op de populariteit van de slampoëzie. ‘We slammen doorgaans in het Frans, maar ook vaak in het Swahili, hoor’, nuanceert Abumba. Vanavond in Goma weerklinkt vooral het Frans. ‘Maar zeker als we op scholen of in de vluchtelingenkampen met kinderen of jongeren werken, schakelen we al snel over op Swahili. Het is de taal die jongeren het best begrijpen.’
© Elien Spillebeen
Orale cultuur
Onderzoek naar de prille kunstvorm is nog even pril, maar het genre krijgt in West- en Centraal-Afrika heel makkelijk voet aan de grond. Een jonge en stedelijke context is een ideale voedingsbodem. ‘Maar slam sluit ook perfect aan bij onze lokale orale cultuur’, verklaart Abumba het succes. ‘We zijn opgegroeid met avonden waarop ouderen sprookjes vertelden, verhalen met moraliserende pointes en levenswijsheden. Dat verschilt niet zoveel van wat wij doen.’
‘Je mag over de liefde slammen, uiteraard, maar hier in Goma gaan de teksten toch meestal over vrede, oorlog en rechtvaardigheid.’ De plaats waar je woont heeft volgens Abumba nu eenmaal invloed op de tekst. ‘De slam uit Goma is bijvoorbeeld merkelijk anders dan die uit Kinshasa. Zeventig tot tachtig procent van de teksten gaat hier over het conflict.’
Na drie decennia van oorlog is Goma dan ook een stad van vluchtelingen geworden. Vandaag duwt het offensief van het Rwandese leger en de rebellen van M23 opnieuw grote groepen vluchtelingen naar Goma. Sinds begin 2022 zijn er in en rond de stad meer dan 1,5 miljoen nieuwe ontheemden bij gekomen.
Abumba zal vanavond niet zelf optreden. ‘Maar de affiche was snel helemaal gevuld’, stelt ze gerust. Ik heb me deze week niet goed kunnen voorbereiden. Net als bij poëzie is de tekst belangrijk, maar het verschil is dat slam vrijer is van dichtregels’, legt Abumba uit. ‘Het tweede verschil is dat je slam voor en met een publiek brengt. Daarom ben je maar beter goed voorbereid’, lacht ze. ‘Want als het goed is, zal het publiek je dat duidelijk maken, maar als het niet goed zit, zul je het geweten hebben.’
‘De artiesten zijn jong en kijken kritisch naar de wereld. Maar ook het publiek is kritisch’, waarschuwt ze. ‘Ik herinner me een artiest die de echtheid van het ebolavirus in twijfel trok. Dat lokte behoorlijk wat reactie uit. We lieten de artiest weten dat we het niet eens waren met zijn tekst, en dat wat hij zei ook best gevaarlijk was.’
Discussiëren over de inhoud is niet ongewoon waardoor, in vergelijking met rap, slampoëzie misschien meer vrouwen aantrekt. ‘Rappers durven al weleens vrouwonvriendelijke teksten te produceren’, zegt Abumba. ‘Je bent in slam vrij te dichten over wat je wil, maar het publiek zal een vrouwonvriendelijke tekst niet zomaar laten passeren.’
Het aantal slameuses neemt toe, maar die vrouwen haken voorlopig ook weer sneller af. ‘Anders dan de mannen stoppen vrouwen vaak wanneer ze trouwen. Een getrouwde vrouw wordt niet echt verondersteld om op een podium te staan. Bovendien worden we opgevoed met het idee dat vrouwen sommige thema’s niet mogen bespreken’, merkt Abumba nog op. ‘Vrouwen slammen daardoor vooral over gendergeweld, vrede en veiligheid, maar zullen het minder snel over harde politiek hebben.’
In de grond ben ik de wereld,
ben ik het universum
Ik ben het die overeind blijft
als alles verkeerd uitdraait
Ik ben de toekomst,
Ik ben Afrika, ik ben liefde
Als het woelt, en alles lijkt
verdoemd, blaas ik nieuw leven in.
Esther Abumba (vertaald uit het Frans)
Slammen in de avond, vier voormiddagen slammen en koken voor kinderen in vluchtelingenkampen.
© Elien Spillebeen
Vingerknip
Om 16.00 uur gaat de Goma Slam Session van start. Alle zitplaatsen in de zaal zijn bezet en achteraan staan de laatkomers noodgedwongen recht. 16.00 uur is vroeg voor een culturele avond, maar het kan nu eenmaal niet anders. Om 18.00 uur moeten alle taxibrommers stoppen met rijden. Onder de staat van beleg mogen burgers zich na zonsondergang niet meer met de meest betaalbare vorm van transport verplaatsen. Alleen wie zich de luxe van een privéwagen of privé-taxi kan veroorloven, kan zich ’s avonds nog een uitstap permitteren. Dat zijn niet de jongeren die naar deze voorstelling komen.
De 18-jarige Astrid zit opgewonden te wachten in de zaal. Ze omklemt een blauw schriftje met eigen schrijfsels.Op een slamavond zijn slots beschikbaar waarop elke poëet kan intekenen. Maar niet Astrid. ‘Ik schrijf wel, maar ik heb nog nooit geslamd’, bekent ze. Haar blik verraadt nieuwsgierigheid en ambitie. ‘Ik zou het wel graag doen, maar ik weet niet of ik het ritme in me heb’, zegt ze schuchter.
Vanessa Kaniki betreedt straks wel het podium. ‘Er zitten zelden moeders in de zaal, maar ik richt me wel vaak tot wat ik de toekomstige ouders noem. Als kind liet mijn moeder me in de steek. Daardoor sprak ik amper. Als tiener ben ik wel beginnen te schrijven, maar slam heeft me helemaal doen openbloeien.’ Een bezoek van slamdichters aan haar middelbare school heeft haar leven veranderd. ‘Slam is mijn therapie geweest. Voeger schreef ik over verdriet, nu slam ik over kracht.’
Gedurende anderhalf uur betreden twintig slammers het podium en staan ze oog in oog met het publiek. Maar er is ook een publiek dat de voorstelling via livestreams en videoclips volgt.
De digitale identiteit van Gen Z is mee de drijvende kracht achter de razendsnelle groei van slampoëzie. Als Kaniki als tweede aan de beurt komt, heeft ze het niet over haar moeder. Aan de vooravond van 30 juni, de Congolese onafhankelijkheidsdag, staan het koloniale verleden, vrijheid van een volk en de politieke toekomst van het land centraal. ‘Goedenavond’, steekt ze van wal. ‘Goedenavond, Vanessa!’, roept iemand uit het publiek. Van het verlegen meisje blijft niets meer over. Zelfzeker brengt ze haar tekst over patriotten die hun eigen volk op de slachtbank leggen. ‘Moet ik de haat voeden, rebelleren of me forceren?’ vervolgt Henrie Zombea, een andere slameuse, nadat ze de microfoon opzij heeft geschoven en haar stem vrij door de zaal laat schallen.
Wie een zin waardeert, laat dat horen door met de vingers te knippen. Steven Abstème knipt bij Zombea geregeld met de vingers. Ze sluit af met gezang: ‘De machtigen kijken weg van het leed van ons, machtelozen. Hun spijt komt steeds te laat, dus troost ik me met dit lied.’
Abstème komt uit Sake, de stad die Zombea net vermeldde in haar slamgedicht. Hij maakte deel uit van het nog jonge slamcollectief van Sake. Begin dit jaar liep de stad volledig leeg na zware gevechten tussen het Congolese leger en M23. In februari moest Abstème, net als de andere leden van het collectief, vluchten. Vandaag slamt hij hier, begeleid door een gitaar. ‘Oh Lumumba, jij militant van de democratie en de rechtstaat, waarom blijf je liggen in je graf in deze tijd van terreur?’
Begerig naar waardigheid, van jongs af,
vroegtijdig, zullen wij baren
De dochters en zonen die we misten om nu te slammen
We zullen hen leren wat ons ontbreekt; tolerantie
We zullen hen leren dat er maar één wapen effectief is;
veerkracht
Ze zullen niet gek zijn, bizar, explosief zoals wij
Ze zullen niet epicurisch zijn, te dom zoals
onze generatie
of de vorige
Als waardige erfgenamen
zullen ze ons doden trots maken
Wij, geboren in een dodelijke stilte
van Kivu en zijn schade
Om mens te blijven,
creëren we een sfeer
zonder veiligheidsbuffers.
Want als voor jullie ervaring wijs maakt
Heeft ervaring ons gek gemaakt
Jacinthe Maarifa D (vertaald uit het Frans)
Geweldloze strijd
De voorstelling zit er bijna op wanneer Depaul Bakulu stilletjes de zaal binnenkomt. Slammer van het eerste uur en een van de kopstukken van de jongeren-/burgerbeweging La Lucha kijkt van achterin de zaal trots toe hoe de tweede generatie de Goma Slam Session gevarieerd weet te vullen. Al tijdens de hoogdagen van de beweging omarmde Bakulu de slampoëzie. Net als voor die andere activist van La Lucha, Ben Kamuntu, was slam een wapen in dezelfde strijd voor gelijkheid, goed bestuur, mensenrechten, en rechtvaardigheid.
La Lucha ontstond in Goma en legde op vreedzame wijze het vuur aan de schenen van de leiders in Kinshasa. Maar de beweging kreeg heel wat klappen te verduren. Verschillende leden werden gearresteerd en de dood van een van de leiders, Luc Nkulala, in 2018, betekende een dieptepunt. En met het ouder worden vertrokken veel activisten naar de hoofdstad of naar het buitenland. Of ze haakten ontgoocheld af.
De strijd met La Lucha heeft veel van Bakulu gevergd. Op een bepaald moment werd hij moe en misschien was hij ook wel wat ontgoocheld in het resultaat. ‘Slam was helend voor mij’, blikt Bakulu terug. ‘Maar La Lucha is er nog’, benadrukt hij. ‘Nieuwe jongeren zetten het werk voort. En dat is goed. Bewegingen horen te vernieuwen en te verjongen. Ook hier. Met Slam à l’école hebben we veel jongeren aan het slammen gezet. Deze nieuwe generatie heeft ons niet meer nodig om de avond te vullen.’
De host van de slamsessie rondt zelf af met een gedicht. Daarna heeft hij nog een oproep: ‘Wie zelf zin heeft om te slammen, verwelkomen we deze zomer graag in onze slamacademie.’ Met een glimlach, maar ook met haast, beweegt het publiek zich richting uitgang. Iets voor 18.00 uur wordt het al moeilijk om nog een taxibrommer te vinden. De jonge Astrid haast zich ook meer dan tevreden naar huis. ‘Het was magisch!’, glundert ze. Ze wil deze zomer heel graag deelnemen aan de academie en heeft het alvast in haar blauwe schriftje genoteerd. ‘Ik zal er zijn!’, roept ze nog terwijl ze zich naar huis spoedt.
Ook Bakulu en Abumba moeten nu haast maken. ‘Dit weekend wordt er nog geslamd in een van de vluchtelingenkampen rond de stad’, vertelt Bakulu nog. Met de vrijwilligers van het onafhankelijke burgerinitiatief Goma Actif gaat hij vier voormiddagen per week gerstepap koken voor de kinderen daar. ‘Er is zeker een verband tussen de slambeweging, La Lucha en Goma Actif’, verduidelijkt Adumba. ‘Ze staan allemaal voor een geweldloze strijd.’
En weg stuiven ze, net op tijd voor de avondklok ingaat.
Jongeren koken in een vluchtelingenkamp
© Elien Spillebeen
Deze reportage werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.