Paradijs en politiek
De droom van jonge ondernemers in Kameroen en Malawi
© Arne Gillis
© Arne Gillis
Elizabeth Banyitabi | Josephine Chinele
25 september 2024 • 11 min leestijd
Over het Afrikaanse continent wordt vaak vanuit het perspectief van een buitenstaander geschreven. Maar hoe kijken jonge journalisten er zelf naar hun toekomst? Wat zijn hun voornaamste bezorgdheden? En wie zijn hun voorbeelden? In samenwerking met het Afrikaplatform ZAM legden we deze vragen voor aan twee jongeren. Elizabeth Banyitabi in Kameroen en Josephine Chinele in Malawi, twee bevlogen journalisten met een kritische, maar hoopvolle blik op de toekomst.
‘Een paradijs in het thuisland’
Ondanks aanvankelijke scepsis en beperkte steun van de overheid, bouwde de jonge ondernemer Roland Fomundam een netwerk van 500 serres uit en vinden zijn landbouwproducten ook hun weg naar de buurlanden.
Elizabeth Banyitabi
Wie de voorbije jaren in Kameroen heeft gewoond, kwam ongetwijfeld al de slogan tegen: ‘Bij Greenhouse Ventures tonen we de landbouwmogelijkheden van Kameroen aan de wereld.’ Deze woorden vatten de revolutionaire visie van Roland Fomundam samen. De 42-jarige Kameroense ondernemer is het brein achter Greenhouse Ventures, een initiatief dat biologische landbouw verzoent met nieuwe technologieën om de landbouwsector in Afrika duurzame oplossingen aan te reiken.
Fomundam studeerde aan de Northeastern University in Boston (Verenigde Staten), maar zijn studie liet hem enigszins verward achter. Welke weg moest hij inslaan? Hij kwam al snel tot het besef dat hij in zijn thuisland meer kansen had, vooral op het gebied van landbouw. Maar in Kameroen namen weinig mensen hem serieus. Want wie verlaat nu de VS, bijna ieders droomland, om zich in Kameroen te vestigen? Aanvankelijk beproefde hij zijn geluk met andere bedrijven. Zo bezat hij in zijn dorp een kleine nachtclub met de naam Greenhouse Club en een cybercafé met een vergelijkbare naam.
Enkele jaren later richtte hij Greenhouse Ventures op. Hoewel het project bescheiden van start ging, met de eerste serre gemaakt van bamboe en de tweede van hout, was innovatie altijd de rode draad. Fomundams visie was duidelijk: de landbouw revolutioneren en Kameroense boeren een waardige status geven, zodat ze zich met trots boer zouden noemen.
De plaats van de boer is niet langer alleen in de achtertuin, maar ook aan tafel.
Van bij het begin werkte hij aan een strategie om zijn belangrijkste product, de paprika, op de Kameroense markt te brengen. Dat was allesbehalve vanzelfsprekend. De meeste supermarkten en verkopers waren afhankelijk van geïmporteerde paprika’s en namen Fomundams producten niet zomaar aan. Toch zette hij door en zorgde hij ervoor dat hij zijn concurrenten te slim af was met gunstigere, betaalbaardere prijzen voor een nog meer biologisch product.
Intussen beschikt Fomundam over een netwerk van 500 serres en levert Greenhouse Ventures ook landbouwproducten aan andere landen in Sub-Sahara-Afrika. Het bedrijf heeft ook een school waar studenten worden opgeleid in duurzame landbouw. Ze werken samen met verschillende onderwijsinstellingen in het hele land.
In de top 50 van invloedrijke Kameroeners is Fomundam de enige vertegenwoordiger van de landbouwsector, die meer mensen tewerkstelt dan om het even welke andere sector. Hij is dankbaar om erkend te worden als de ‘vader van de moderne landbouw’, waarbij hij benadrukt dat de plaats van de boer niet langer alleen in de achtertuin is, maar ook aan tafel.
Weinig steun
Ondanks hun positieve impact op de samenleving, krijgen jonge ondernemers zoals Fomundam nauwelijks aandacht en biedt de overheid hun weinig hulp. Dat roept vragen op. Worden deze ondernemers opzettelijk over het hoofd gezien, wat de vooruitgang in Kameroen dreigt te belemmeren en misschien zelfs een vorm van westerse slavernij in stand houdt?
Kameroense jongeren worstelen nog steeds om een welvarend leven op te bouwen in hun thuisland. De toekomst van de jongere generatie wordt voortdurend als ‘onzeker’ beschreven onder het presidentschap van de 91-jarige Paul Biya, die het land sinds 1982 leidt.
Een groeiend aantal Kameroense jongeren ziet nu kansen in Canada, waar immigratieregelingen jonge migranten bevoordelen.
Volgens recente statistieken van de Wereldbank zal tegen eind 2026 25 procent van de Kameroense bevolking (8 miljoen mensen) in extreme armoede leven. Volgens het Nationaal Instituut voor Statistiek waren er in 2023 maar liefst 600.000 werkloze Kameroeners. Dat staat gelijk aan zo’n 3,3 procent van de werkende bevolking.
Volgens het dataonderzoeksplatform NUMBEO heeft Kameroen de hoogste kosten van levensonderhoud op het hele Afrikaanse continent. Wereldwijd bekleedt het land de 73ste plek. De Kameroense media beschouwen deze cijfers als de oorzaak van de toenemende migratie naar het Westen. Regeringsfunctionarissen zeggen dat in drie maanden tijd (tussen december 2023 en februari 2024) meer dan 6000 leraren, artsen en verpleegkundigen hun jobs in de publieke sector hebben opgezegd.
Europa was lange tijd de bestemming voor de meeste Kameroeners, maar een groeiend aantal ziet nu kansen in Canada, waar immigratieregelingen jonge migranten bevoordelen. Ondanks die massale exodus is een handvol Kameroeners gebrand op verandering. Met innovatieve projecten willen ze de economie transformeren en timmeren ze aan een toekomst voor hun land. Vastberaden en gedreven neemt Fomundam daarin het voortouw.
Want terwijl voor sommigen de VS het Eldorado vertegenwoordigt, creëerde hij thuis een paradijs. Op het land van zijn voorouders.
‘Politiek is niet de enige weg naar verandering’
Het Project Innovations Centre geeft ondernemerschap in Malawi een broodnodige impuls. Met gratis trainingen helpt het centrum jongeren een flink eind op weg naar meer economische zelfstandigheid.
Josephine Chinele
Chikondi Chimwaza was gefrustreerd, onzeker en op zoek naar tijdverdrijf, toen ze plots stootte op een socialemediapost die haar leven zou veranderen. Het was een oproep voor gratis trainingen om met lokale materialen dagelijkse producten zoals zeep, yoghurt, pindakaas of jam te maken. De trainingen vonden plaats in 2022, in het Bingu International Conference Centre (BICC) in Lilongwe, de hoofdstad van Malawi. Het was een van de drukbezochte bijeenkomsten die het Project Innovations Centre (PIC) organiseerde om de ondernemingsgeest bij jongeren aan te wakkeren.
‘Ik zag de hoge armoede onder heel wat Malawiërs. Jongeren denken vaak dat ze alleen via de politiek verandering kunnen brengen, maar dat is een misvatting’, vertelt Kondwani Kachamba-Ngwira, oprichter van het PIC. De 38-jarige ondernemer is zichtbaar trots op zijn initiatieven om de grote importafhankelijkheid van Malawi een halt toe te roepen. Die afhankelijkheid leidde immers in grote mate tot hoge kosten voor levensonderhoud in Malawi, aldus de ondernemer. Want zelfs producten die lokaal gemaakt kunnen worden, worden ingevoerd.
‘De werkloosheid scheert hoge toppen in Malawi, dus ik moedig andere jongeren aan om zelf een bedrijf te beginnen.’Onderneemster Chikondi Chimwaza
De oproep waarop Chimwaza botste, was een van de vele die Kachamba-Ngwira intussen lanceerde om de Malawiërs economisch zelfstandig te maken. ‘Ik vroeg me af hoe je zeep kon maken van lokale producten. Daar kon ik wel een aardige duit mee verdienen, dacht ik, want er is een grote vraag naar zeep’, herinnert Chimwaza zich. Op het moment van de post was ze na zeven jaar ontslagen, zonder ontslagvergoeding en twee maanden achterstallig salaris. ‘Ik had niets, maar hoopte iets zinvols te halen uit deze gratis training.’
Certificatievereisten
Chimwaza arriveerde vroeg in de ochtend in het BICC. Ze luisterde naar de instructies, maakte gretig aantekeningen en koos uiteindelijk voor de training om pindakaas te leren maken. Binnen een week lukte dat haar, met de hulp van haar keukenblender en voedselprocessor. Alleen: de blender kon de druk niet aan, dus schafte ze voor K600.000 (ongeveer 280 euro) een nieuwe machine aan. Die gebruikt ze nu al een paar jaar en levert haar maandelijks een winst op van K200.000 (ongeveer 90 euro). Dat bedrag stelt haar in staat om haar familie te ondersteunen.
‘De werkloosheid scheert hoge toppen in Malawi, dus ik moedig andere jongeren aan om zelf een bedrijf te beginnen. Uit ervaring weet ik dat ondernemerschap meer oplevert’, legt Chimwaza uit. Hoewel ze haar bedrijf wil doen groeien en grote supermarkten wil bevoorraden, frustreert het haar dat ze niet voldoet aan de certificatievereisten van het Malawi Bureau of Standards (MBS). Die bepalen onder meer dat je een bedrijfsruimte moet hebben. ‘Ik heb een beperkt kapitaal, daarom werk ik vanuit mijn keuken’, klaagt Chimwaza.
Wazamazama Katatu, communicatieverantwoordelijke van het MBS, werpt tegen dat het bureau bewust de certificering van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s) faciliteert door gratis trainingen aan te bieden. Hij zegt dat de meeste kmo’s moeite hebben om te voldoen aan de hygiëneregels voor voedselverwerking. Die verbieden onder meer dat een productie- of verpakkingsfaciliteit zich in hetzelfde gebouw bevindt waar ook mensen slapen.
En dan is er nog de kostprijs van het certificaat. ‘Er is geen certificeringsprijs die voor iedereen geldt, het hangt af van verschillende factoren, zoals wanneer er meer en duurdere laboratoriumtests nodig zijn. Maar de kosten zijn zeer betaalbaar’, aldus Katatu.
Geen politieke ambities
Kachamba-Ngwira verklapt dat hij de trainingen financiert met eigen middelen, afkomstig van zijn consultancy- en autoverhuurbedrijven. Met moeite kan hij zijn frustraties over het gebrek aan steun van hogerop verbergen. Sommige politici voelen zich volgens hem bedreigd en geloven dat hij met zijn innovaties een politieke agenda heeft. Zelf spreekt hij dat tegen. ‘Ik ben blij dat ik een grote impact had op het leven van anderen. Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust dat niet iedereen opgezet is met mijn initiatieven. Ik ontving intussen bedreigingen, omdat ik een obstakel ben voor andere bedrijven. Toch is mijn enige wens om mijn land te helpen.’
Hoewel hij op weinig hulp kan rekenen van de bedrijfswereld en de bankensector spreekt Kachamba-Ngwira wel vol lof over FDH Bank, die zijn innovaties ondersteunt en geld schiet voor de locaties die hij gebruikt voor trainingen. Toch blijft hij verbaasd over het gebrek aan serieuze steun voor een initiatief dat volgens hem veel Malawiërs uit de armoede kan slepen en het land kan verlossen van zijn afhankelijkheid van import. ‘Ik had nooit gedacht dat ik alleen zou staan, zeker als je kijkt naar de impact die mijn innovaties op de levens van mensen hebben. Ik geloofde dat financiële instellingen wel over de brug zouden komen, vooral voor producten met een MBS-certificaat.’
Ondanks die frustraties blijft hij vastberaden, en richt hij zich volop op de oprichting van 5000 door jongeren geleide productiebedrijven in de drie regio’s van Malawi: Blantyre, Lilongwe en Mzuzu.
Deze analyse werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.
Meer over Afrika
Word proMO*
Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.
Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.
Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.
Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.
Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief
Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.
Per maand
€4,60
Betaal maandelijks via domiciliëring.
Meest gekozen
Per jaar
€60
Betaal jaarlijks via domiciliëring.
Voor één jaar
€65
Betaal voor één jaar.
Ben je al proMO*
Log dan hier in