Plots staan lgbtq+-rechten ook in Vlaanderen en heel Europa opnieuw onder druk

Column

De maand van Rémy Bonny

Plots staan lgbtq+-rechten ook in Vlaanderen en heel Europa opnieuw onder druk

Voor MO*columnist Rémy Bonny kwam het in juni wel heel erg dichtbij. De anti-lgbtq+-campagne zoals hij die elders in Europa zag, vond plots plaats in zijn eigen “veilige bubbel”. ‘Ik hoop dat dit een wake-up call is voor iedereen die gelijkheid, mensenrechten en democratie belangrijk vindt. Extreemrechts biedt geen antwoord op de complexe uitdagingen van onze samenleving.’

Europese anti-lgbtq+-politiek is terug van nooit echt weggeweest. Nog maar een jaar geleden dachten velen dat elke vorm van tegenstand tegen de mensenrechten van lgbtq+-personen in West-Europa tot het verleden behoorde. De meeste mede-activisten in West-Europa geloofden dat achteruitgang van gelijke rechten iets van Oost-Europa was. Niets is minder waar.

De voorbije verkiezingsperiode raakte me hard. Plots hoorde ik onze Vlaamse politici haat spuwen tegen mijn gemeenschap. Dezelfde haat als die van Vladimir Poetin en Viktor Orbàn. Verbaasd was ik weliswaar niet. Al jaren zien we de samenwerking tussen Orbàn en Vlaams Belang versterken. Hij leverde de partij het draaiboek van een anti-lgbtq+-campagne.

Rechtse en extreemrechtse partijen die tégen lgbtq+-rechten zijn wonnen ongeveer 40% van de zetels in het Europees Parlement.

Op Europees niveau wonnen de rechtse en extreemrechtse partijen die tégen lgbtq+-rechten zijn, ongeveer 40% van de zetels in het Europees Parlement. Het is een dramatische toename in vergelijking met de afgelopen vijf jaar waarbij anti-lgbtq+-partijen 25% uitmaakten van het Europees Parlement.

De afgelopen twee jaar slaagden anti-lgbtq+-partijen erin om de macht te grijpen in Italië en Nederland, in navolging van Hongarije en Slovakije. In België, Frankrijk en Spanje was het ook even bang afwachten. Gelukkig konden de anti-lgbtq+-standpunten van extreemrechtse partijen de kiezer ervan overtuigen om gematigder te stemmen.

Kinderlijke bullebak

Veel kiezers keken op nadat Tom Van Grieken als een kinderlijke bullebak opriep om een transjongen te pesten in het politieke programma Eerste Keus. Dat deden ze ook wanneer hij Petra De Sutter persoonlijk aanviel tijdens Het Conclaaf.

Nochtans was Van Grieken te rade gegaan bij zijn vriend Orbán die het anti-lgbtq+-handboek vanbuiten kent. Verkiezingen win je er niet mee, maar je gebruikt de lgbtq+-gemeenschap wél als zondebok tijdens je regeerperiode, zodat de bevolking wegkijkt van de problemen, corruptie en het landverraad.

De Hongaren doen zichzelf voor als kruisvaarders van de “traditionele familiewaarden” in Europa. Orbáns Europese verkiezingscampagne richtte zich op het “veranderen van Europa”, terwijl het kersverse Hongaarse EU-voorzitterschap de slogan “Make Europe Great Again” draagt.

Maar de bubbel van Fidesz, Orbáns partij werd al meermaals doorprikt. Het bekendste voorbeeld is het lockdownfeestje in Brussel, een gay seksfeestje, waar Joszef Szajer, één van de stichters van Fidesz, werd betrapt. Begin juli nog maar kwam ook uit dat de Hongaarse regering de voormalige nummer twee van de Russische Orthodoxe Kerk herbergt. Een 18-jarige Japanse jongen beschuldigt hem van maandenlange seksueel misbruik toen hij bij hem introk als religieuze leerling.

Die hypocrisie doorprikte al meermaals anti-lgbtq+-bubbel van de partij. Alleen had het nog niet dezelfde electorale impact zoals bij Vlaams Belang. Dat komt voornamelijk omdat Orbán het een stuk sluwer speelt dan Van Grieken.

Zo valt Orbán niemand persoonlijk aan. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen lgbtq+-personen en de zogenaamde lgbtq+-ideologie, waarmee hij probeert te overtuigen dat (door George Soros gesponsorde) progressieve bewegingen kinderen “proberen te beïnvloeden met seksuele propaganda”. Die tactiek is helemaal anders dan de persoonlijke aanvallen van Vlaams Belang.

Agenda Europe

Maar het hoeft niet te verbazen dat extreemrechts overal in Europa aan anti-lgbtq+-politiek doet. Al jarenlang zetten anti-lgbtq+-groepen hun zinnen op het veranderen van de Europese politiek.

Als ook Frankrijk in handen van extreemrechts was gevallen zouden de helft van de oprichters van de Europese Unie worden bestuurd door extreemrechtse partijen.

Niet voor niets organiseerde de in de VS gevestigde International Organization for the Family de afgelopen 10 jaar vijf van de zeven World Congresses of Families in Europa. Deze conferentie brengt duizenden anti-lgbtq+-leiders van over de hele wereld samen. Brian S. Brown, de leider van de Amerikaanse National Organization for Marriage, leidt de conferentie. Tegelijk kreeg ze ook veel steun van Kremlingezinde Russische oligarchen.

Binnen het World Congress of Families richtten de Europese organisaties in 2013 Agenda Europe op. Dit plan was bedoeld om anti-lgbtq+- en antidemocratische verhalen mainstream te maken door te infiltreren in regeringen. Oerconservatieve maatschappelijke organisaties en beleidsmakers uit alle hoeken van het Europese continent werden er deel van.

Sinds 2010 al heeft Hongarije een pro-Poetin en anti-lgbtq+-regering, recent gevolgd door Italië, Nederland en Slowakije. Als ook Frankrijk afgelopen weekend in handen van extreemrechts was gevallen zouden de helft van de oprichters van de Europese Unie worden bestuurd door extreemrechtse partijen.

Culturele oorlog

Als onderdeel van een culturele en informatieoorlog tegen de Europese Unie en de NAVO, nam Rusland de afgelopen 15 jaar anti-lgbtq+-bewegingen over. Door die verhalen te steunen tracht het land Europese samenlevingen te polariseren, om uiteindelijk uit te monden tot gedestabiliseerde Europese democratieën.

Een goed voorbeeld hiervan is de vermenging tussen Franse anti-lgbtq+-groepen en het Rassemblement National. Frankrijk stond in mei 2013 op het punt om het homohuwelijk in te voeren. Maar de oerconservatieve organisatie Manif Pour Tous bracht 300.000 burgers op de been in protest tegen het wetsvoorstel voor het homohuwelijk. Dit werd veruit het grootste anti-lgbtq-protest in de Europese geschiedenis.

Sindsdien onderhield Rusland nauwe contacten met zowel het anti-lgbtq+-middenveld als het Franse extreemrechts. Tijdens de World Congress of Families, dat in 2014 in Moskou plaatsvond, waren Aymeric Chauprade en Grégoire Boucher hooggeplaatste gasten. Chauprade zetelde als extreemrechts politicus op dat moment in het Europees Parlement. Boucher was op dat moment de penningmeester van Marine Le Pens partij.

Het World Congress of Families, officieel een organisatie gevestigd in de VS, is een geopolitiek beïnvloedingsmiddel van het Kremlin geworden en een wervingsbeurs voor conservatieve politici.

In Moskou ontmoetten ze de Russische oligarch Konstantin Malofeev en zijn persoonlijke assistent Alexey Komov, die ook fungeert als de Russische directeur van het World Congress of Families. In 2017 ontving Marine Le Pen een lening van 9 miljoen euro van een Russische bank voor haar presidentscampagne. Later dat jaar, midden in haar presidentscampagne, reisde ze naar Moskou om Vladimir Poetin te ontmoeten.

Onderzoekers vonden vergelijkbare linken met extreemrechts in Italië, Slowakije, Hongarije, Nederland en Bulgarije. Het World Congress of Families, officieel een organisatie gevestigd in de VS, is een geopolitiek beïnvloedingsmiddel van het Kremlin geworden en een wervingsbeurs voor conservatieve politici om de plannen van Agenda Europe uit te voeren.

Als mensenrechtenverdediger ben ik al jaren actief rond anti-lgbtq+-politiek in Europa. Maar tijdens de afgelopen verkiezingen kwam het toch heel dichtbij. Dat ik in onze “veilige bubbel” in België dezelfde campagne zag als in Rusland en Hongarije raakte me. Het had een enorme invloed op het mentale welzijn van mijn vrienden die zich hier niet zo intens en professioneel mee bezig houden zoals ik.

Ik hoop dat de verkiezingen die we het voorbije jaar hadden, door iedereen die gelijkheid, mensenrechten en democratie belangrijk vindt gezien worden als een wake-up call. Onze complexe samenlevingen kennen vele uitdagingen, maar extreemrechts biedt daar geen antwoord op.

Ik hoop dat nog meer kiezers de ogen van beleidsmakers doen opengaan. Complexe problemen los je niet op met kinderlijke spelletjes of het aanduiden van een zondebok, zoals de lgbtq+-gemeenschap. Alleen samen kunnen we bouwen aan een betere samenleving.