‘Soms voel ik me de archivaris van een uitstervende cultuur’

Interview

Antropoloog Klemetti Näkkäläjärvi over de uitdagingen van de Sámi

‘Soms voel ik me de archivaris van een uitstervende cultuur’

Tom Peeters

10 augustus 202411 min leestijd

Weinig plekken op aarde warmen sneller op dan het noordpoolgebied. Dat bedreigt de tradities van de inheemse Sámi, waarschuwt antropoloog Klemetti Näkkäläjärvi.

In het Finse Enontekiö gespen gepensioneerden ‘uit het zuiden’ hun langlaufski’s aan onder een staalblauwe hemel. Het is april, de dagen zijn lang en het pak sneeuw is nog dik. Dit zijn ideale omstandigheden om te skiën. In deze contreien, ver boven de noordpoolcirkel, gelden weer en klimaat niet zomaar als gespreksonderwerpen aan de schoolpoort. Ze drukken een stempel op elk aspect van het leven.

Dat geldt zeker voor de Sámi-herders uit de regio, voor wie het kalfseizoen telkens in april aanbreekt. Al eeuwenlang hoeden zij hier rendieren, maar die traditionele levensstijl staat op losse schroeven.

Het noordpoolgebied warmt niet twee, maar vier keer sneller op dan het globale gemiddelde.

Wetenschappers becijferden dat het noordpoolgebied niet twee keer zo snel opwarmt als het globale gemiddelde, zoals eerder gedacht, maar wel vier keer zo snel. Sinds de industriële revolutie steeg de gemiddelde temperatuur met meer dan twee graden in Fins Sápmi. Zetten die trends zich door, dan is het hier tegen het einde van de eeuw vier à vijf graden warmer dan voor de industriële revolutie. Het klimaat zal dan lijken op dat van het zuiden van Finland nu.

De Sámi, de inheemse bewoners die al eeuwenlang het noorden van Europa bevolken, zijn de kanaries in de koolmijn. Als eerste Europeanen ervaren ze de klimaatcrisis aan den lijve. Hun traditionele levensstijl, die verweven is met de natuur, boogt op de stabiliteit van het klimaat, de voorspelbaarheid ervan. Voor de Sámi staat klimaatverandering synoniem met cultuurverandering.

'Elke verandering in milieu en klimaat heeft een effect op het hoeden van rendieren', vertelt antropoloog en linguïst Klemetti Näkkäläjärvi aan zijn eettafel in Vuontisjärvi, een dorp in Enontekiö. Zijn vrouw Suvi Juntunen ook onderzoeker en vlotter in het Engels helpt met de vertaling van het gesprek.

Näkkäläjärvi, zoon van Sámi-herders, bestudeerde de impact van het veranderende klimaat op de cultuur van zijn volk. Tussen 2008 en 2015 was hij voorzitter van het Finse Sámi-parlement. In 2023 nam hij dezelfde rol op in de Sámi-klimaatraad. Hij woont al z’n hele leven in het noordpoolgebied en begon de gevolgen van het veranderende klimaat in de jaren '90 te merken.

Suvi Juntunen en Klemetti Näkkäläjärvi aan hun eettafel in het Finse Vuontisjärvi, een dorp in Enontekiö.

Klemetti Näkkäläjärvi: Op de toendra rukken bomen en struiken op. Nunnanen, het dorp van mijn kindertijd, lag altijd ten noorden van de boomlijn. Tegenwoordig groeit er een klein sparrenbos. Bomen werpen schaduw. Daardoor worden korstmossen, die naast sneeuw ook zon nodig hebben, langzaam vervangen door mos, wilgenroosje en gras. Korstmossen vormen, zeker in de winter, het belangrijkste voedsel van rendieren, het duurt een eeuw voor die regenereren. En de palsa’s, verhogingen in de permafrost van hoogvenen, zijn allemaal ontdooid.

Sinds 2000 merk ik dat ook weerpatronen veranderen. Traditioneel kennen de Sámi acht seizoenen. Die hebben allemaal hun eigen kenmerken en daaraan verbonden taken. Nu beginnen zomer en herfst vroeger en duren ze langer. De seizoenen versmelten met elkaar: lente-zomer en herfst-zomer zijn praktisch geïntegreerd in zomer en herfst. Zo verdwijnt ook de kennis van de traditionele jaarcyclus.

Hoe beïnvloedt dat het leven van de Sámi?

Klemetti Näkkäläjärvi: Elke verandering in milieu en klimaat heeft een effect op het hoeden van rendieren. Zo is de wind veel onvoorspelbaarder geworden. Bij winderige omstandigheden verplaatsen rendieren zich tientallen kilometers per dag tegen de wind in.

Vroeger blies de wind betrouwbaar vanuit het noorden en wisten de herders waar ze hun kuddes moesten zoeken. Nu verandert de windrichting constant. ‘s Ochtends kan het waaien uit het noorden en ‘s avonds uit het oosten. Dat betekent dat de herders een veel groter gebied moeten afspeuren, wat meer werk en grotere kosten voor benzine betekent.

Maar het gaat verder dan dat. De klimaatverandering sleutelt aan de biologie van de rendieren. Ze paren later en krijgen vroeger kalveren. En in hete zomers verbrandt de zon hun vacht. Dat gebeurde nooit eerder.

Tijdens sommige winters sterven rendieren massaal. In de winter van 2019-2020 verloren herders 20 tot 40% van hun kuddes, afhankelijk van de regio. Mijn broer en diens zoon waren zelfs nog zwaarder getroffen. Bijna de helft van hun rendieren overleefde de winter niet.

Dat kwam door een gebrek aan voedsel. De schommelingen in temperatuur zijn veel groter dan vroeger. In de winter gaat het kwik soms in een paar dagen tijd van -30 tot +2 graden Celsius. Wanneer regen dan op sneeuw valt en bevriest, slagen rendieren er niet in om met hun hoeven door de ijslagen te graven. Daardoor vinden ze onvoldoende korstmos.

Voor de herders betekent zo’n winter geen kalveren in de zomer, geen rendieren om te verkopen en minder subsidies. Het duurt vier tot vijf jaar om de kudde opnieuw op niveau te krijgen. Dat zorgt voor veel stress.

Rendier uit de supermarkt

Het koppel stelt voor om in de tuin rendiervlees te drogen te hangen. Dat doen ze in een kooi, om wezels en andere op een mals stukje vlees beluste roofdieren te slim af te zijn. 'We zijn er dit jaar laat mee', lacht Juntunen.

Geen enkel lichaamsdeel van het rendier gaat verloren. Alleen de hersenen ('niet gezond') en de lever ('niet aangeraden sinds Tsjernobyl') eten ze niet. Maar ook de kwaliteit van het vlees lijdt onder de klimaatverandering. Veel herders voeden hun kudde in de winter bij met hooi of pellets.

'Als een McDonald’s', zegt Juntunen. 'Eens de dieren daaraan gewend raken, kan je niet meer terug. Het verandert de kwaliteit en het vetgehalte van het vlees. Het lijkt meer op supermarktvlees, zelfs de geur is anders.' Zelf hoedt Näkkäläjärvi geen rendieren, maar zijn broer en de rest van de siida, de traditionele Sámi-gemeenschap, weigert pellets te gebruiken.

Geen enkel lichaamsdeel van het rendier gaat verloren. Maar ook de kwaliteit van het vlees lijdt onder de klimaatverandering.

Terug binnen wijst Juntunen naar een ingekaderde tekening van een kudde rendieren, omsingeld door een paar dozijn woorden in het Noord-Samisch, de grootste van de negen levende Samische talen. Elk van de woorden zegt iets over de formatie van de dieren.

Zo duidt čora op een klein groepje, njunus op de voorloper van de kudde en is golgu een eenzaam dier. 'Het Noord-Samisch telt ongeveer 2000 termen die verband houden met rendieren, waarvan 250 om hun vacht en 200 om hun gewei te beschrijven', zegt Näkkäläjärvi. 'Daarnaast zijn er 570 termen voor het weer, waarvan 360 voor sneeuw en 520 voor landschappen.'

Maar ook de taal is niet veilig voor de klimaatverandering.

Klemetti Näkkäläjärvi: Samische plaatsnamen komen vaak van geografie of vegetatie. Nu de klimaatverandering het landschap verandert, komen de namen niet meer overeen met de realiteit van het terrein. In het Samisch verwijst duottar naar een berg die geen hoge vegetatie heeft. Várri is een kleine berg met hoge vegetatie. Veel duottars veranderen in várri.

Of neem gáisi, een berg die ook in de zomer sneeuw op de piek heeft. Daarvan hebben we er bijna geen meer. Andere woorden gebruiken we door de klimaatverandering vaker. Goavvi, bijvoorbeeld, winterse omstandigheden die rendiersterfte veroorzaken. Of rohtu, struikgewas. Er zijn meer rohtu in Sápmi dan voorheen.

Enorme kennis

De linguïst in Näkkäläjärvi is op dreef en het ene na het andere voorbeeld rolt nu over zijn lippen. Als kind raakte hij gefascineerd door de stoet aan Finse en buitenlandse antropologen die hele zomers bij de familie bivakkeerden in de hoop om bij te leren over de taal, yoik (traditionele muziek) of rendiercultuur.

'Mijn ouders hadden een enorme kennis', zegt hij trots. Toen het besef rijpte dat niet enkel buitenstaanders de levensstijl van de Sámi konden bestuderen, maar ook de Sámi zelf, ging hij een academische carrière ambiëren.

Als onderzoeker, momenteel verbonden aan de Universiteit van Helsinki, vergeleek hij de inheemse en westerse opvattingen over de natuur en bestudeerde hij de gevolgen van een veranderend klimaat op de cultuur, het welzijn en de gezondheid van de Sámi. Ik vraag hem naar dat laatste.

Klemetti Näkkäläjärvi: In Finland is het onderzoek beperkt, maar in Zweden en Noorwegen zijn gevallen van zelfmoord bekend. Naast stress is er ook een verhoogd risico op ongevallen door de weersomstandigheden. De veranderende sneeuw verhoogt het risico op lawines, sneeuwscooters die omvallen op een helling of terreinwagens die door het ijs zakken. In Zweden geldt het hoeden van rendieren als een van de gevaarlijkste beroepen. En de jongere generatie voelt een droefenis dat ze het niet zo goed kunnen doen als de oudere, dat de kennis verloren gaat.

Rechtvaardig klimaatbeleid

Dat gevoel van verlies bedroeft ook Näkkäläjärvi. 'Vroeger moest een herder slechts z’n hand in de sneeuw steken om de omstandigheden te kennen', zegt hij. 'Herders waren als wetenschappers.'

Maar jongeren kennen niet langer de verschillende sneeuwtermen en herkennen geen ingekerfde oormerken meer. Velen werken nu met kleurcodes. 'Als antropoloog voel ik me soms een archivaris van een uitstervende cultuur', zucht hij. 'Dan vraag ik me af: is dit de laatste generatie die de tradities in stand kan houden? En wat gebeurt er met de Sámi als inheems volk als we geen rendieren meer hoeden? Zullen we dan alleen nog een taalkundige minderheid zijn?'

Toch lonkt er hoop. Die komt van de toewijding waarmee Lemet, de jonge zoon van zijn broer, het vak van rendierhoeder voortzet. En ook van de oprichting van de Sámi-klimaatraad in 2023, een onafhankelijk wetenschappelijk orgaan, voorgedragen door de Finse overheid. De helft van de twaalf leden komt uit de academische wereld, de andere helft heeft traditionele Sámi-kennis, Näkkäläjärvi is voorzitter.

Klemetti Näkkäläjärvi: De Klimaatraad is opgericht, omdat er onvoldoende kennis bestaat over de effecten van een veranderend klimaat op de Sámi-cultuur. Zonder wetenschappelijke kennis kan er geen rechtvaardig klimaatbeleid komen. Onze belangrijkste taak bestaat er dus in dat soort kennis te vergaren. Die wordt dan gebruikt bij het opstellen van klimaatmaatregels en -beleid. Op die manier hopen we daadwerkelijk te drukken op het beleid.

Vroeger had ik nooit het gevoel dat Finse beleidsmakers naar ons luisterden als het over klimaat ging. De overheid erkende wel de nadelige gevolgen van de klimaatverandering op onze cultuur, maar nam geen concrete maatregelen om ons te helpen ons daaraan aan te passen. En we zaten wel in nationale delegaties bij VN-klimaatonderhandelingen, maar ook daar was onze invloed klein.

De hernieuwde klimaatwet uit 2022 veranderde dat. Die verplicht de overheid om met Sámi rond de tafel te zitten en om de voorstellen van de Klimaatraad te overwegen. Zo wordt onze stem eindelijk gehoord. Het is écht nodig dat we slagen in onze opzet. Als dat lukt, kan dat dienen als een wereldwijd model om de rechten van inheemse volkeren op te nemen in klimaatbeleid.

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.